Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Op- en afstijgen

Het laden kan even duren vanwege de video's







Inleiding

• breng je paard met opgestoken beugels aan de hand in de trainingsruimte
• voordat je je paard binnenbrengt, kijk je of de hoefslag aan jouw kant vrij is
• de plaats om op te stijgen is op de AC-lijn
• je stijgt altijd op vanaf de linkerkant
Het is eigenlijk beter om van beide kanten op te stijgen. Je paard moet dit echter gewend zijn en jijzelf moet in staat zijn om van beide kanten op te stijgen
• je paard moet in evenwicht staan. Een jong paard zal omstappen of gaan lopen als je wilt opstijgen omdat hij zijn evenwicht gauw verliest.
• een paard dat nog snel zijn evenwicht verliest tijdens het opstijgen duw je een paar keer opzij totdat hij in evenwicht staat
• je paard moet stil blijven staan
Dit moet je je paard leren. Zet hem eventueel tegen een hek of met zijn hoofd in de hoek.
• als je een opstaphulpje gebruikt, zet deze dan klaar voor je de trainingsruimte in gaat met je paard.


Verschillende manieren van opstijgen
• met een opstaphulpje
• van de grond
• iemand helpt je opstijgen door "een beentje te geven"
• op de blote rug opstijgen


met opstaphulp

op de blote rug

waarom links opstijgen?

terug naar boven

Voorbereiding

3 mogelijkheden opstijgen op een opgezadeld paard:
• met een opstaphulpje
• van de grond
• iemand helpt je opstijgen door "een beentje te geven"

Opstaphulpje
Het opstijgen met een opstaphulp ontlast de rug van je paard.
• zet deze klaar voor je de trainingsruimte in gaat met je paard
• zet het op een vlakke ondergrond
• zet het rustig aan de linkerkant van je paard en kijk of je paard het gewend is
• zet het zo dicht mogelijk bij je paard ter hoogte van de beugel


Beugelriemen op lengte maken
• controleer de lengte van beugelriemen
De lengte van beugelriem met beugel is ongeveer gelijk aan de lengte je arm, van je vingertop tot je oksel. De juiste lengte kun je naderhand instellen als je op je paard zit.

• neem de teugel door je arm zodat je twee handen vrij hebt
• trek de "opgestoken" beugel naar beneden
• je haalt het uiteinde van de beugelriem los en trekt aan de beugelriem de gesp naar beneden. Je laat de beugelriem in de stijgbeugelhaak zitten.
• maak de gesp los en maak de riem korter of langer
• trek de gesp aan de riem weer op zijn plaats. Zorg dat de gesp goed ligt anders drukt hij tegen je dijbeen met rijden.
• steek het uiteinde van de riem weer op zijn plaats
• doe hetzelfde met de beugelriem aan de andere zijde


Singel aantrekken
• kijk of je paard is aangesingeld (of de singel strak genoeg zit)
Als je singel niet strak genoeg zit, schuift je zadel weg als je opstijgt. Bij sommige paarden (vooral "groene paarden") blijft het zadel schuiven met opstappen omdat hun lijf een nogal ronde vorm heeft. Laat op zo'n moment iemand tegendruk geven aan de andere kant van het zadel.
• controleer of de singel aan de rechterzijde van je paard goed vast zit
• trek je singel strakker aan de linkerkant van je paard. Als je een singel hebt met een elastieke verbinding, dan zit het elastiek aan de linkerkant.
• je moet twee riemen (singelstoten) aantrekken. Je maakt een singelstoot los en drukt hem met kracht omhoog met de muis van de rechterhand. Je elleboog houd je daarbij naar beneden.

Teugels over het hoofd
• breng de teugel over het hoofd van je paard
Sommige paarden zijn een beetje "kopschuw", dus doe dit heel rustig en kijk hoe je paard reageert.


terug naar boven

Opstijgen vanaf een trapje

Positie teugel tijdens opstijgen
• neem de teugels samen in je linkerhand en leg je hand op de manen voor je zadel
• zorg voor een goed contact met de paardenmond met het hoofd iets in stelling naar de linker kant. Als je paard gaat lopen tijdens het opstijgen (mag hij niet doen!) kun je hem nog met de teugels controleren en gaat hij vanwege de stelling op een kleine volte lopen wat makkelijker controleerbaar is.


Positie voet
• plaats je voet van buiten naar binnen in de beugel
• steun op de bal van je voet
• je teen is tegen de singel richting het hoofd van je paard

Opstijgen
• plaats je linkerhand met de teugels op de manen voor je zadel eventueel samen met een pluk manen
• draai met de rechterhand de beugel naar je toe
• steek je voet (van buiten naar binnen) in de beugel, het gewicht op de bal van je voet, je teen tegen de singel
• plaats je rechterhand net iets over de zadelboom of op de achterkant van je zadel
• trek jezelf omhoog tot je in de beugel staat
• zwaai je rechterbeen voorzichtig en rustig over de achterkant van je paard naar de rechterkant. Raak je paard daarbij niet.
• ga rustig in het zadel zitten
• doe je rechtervoet in de beugel van buiten naar binnen
• neem de teugels aan op de juiste wijze en op de juiste lengte


terug naar boven

Opstijgen van de grond

Linker beugel langer maken
• maak je linkerbeugel een paar gaatjes langer om makkelijker op te kunnen stijgen
• je voet gaat van buiten naar binnen in de beugel
• je steunt op de bal van je voet

Positie teugel
• neem de teugels samen in je linkerhand en leg je hand op de manen voor je zadel
• zorg voor een goed contact met de paardenmond met het hoofd iets in stelling naar de linker kant. Als je paard gaat lopen tijdens het opstijgen (mag hij niet doen!) kun je hem nog met de teugels controleren en gaat hij vanwege de stelling op een kleine volte lopen wat makkelijker controleerbaar is.

Positie voet
• plaats je voet van buiten naar binnen in de beugel
• steun op de bal van je voet
• je teen steunt tegen de singel


Klim op je paard
• neem je positie iets schuin naast je paard
• draai met de rechterhand de beugel naar je toe
• plaats je linkervoet van buiten naar binnen in de beugel
• steun op de bal van je voet
• de teen van je voet ligt tegen de singel
• zoek steun met je handen om je naar boven te trekken. Je linkerhand voor het zadel en houdt daarbij eventueel een pluk manen vast, en je rechterhand iets over de boom of op de achterkant van het zadel.
• trek jezelf omhoog in combinatie met een "hupje" van je rechterbeen
• zwaai je rechterbeen voorzichtig en rustig over de achterkant van je paard naar de rechterkant. Raak je paard daarbij niet.
• ga rustig in het zadel zitten
• doe je rechtervoet in de beugel van buiten naar binnen
• neem de teugels aan op de juiste wijze en op de juiste lengte

• maak je linker beugelriem op lengte
Haal je voet uit de beugel en leg je been voor het zadel en maak je beugelriem korter als eerder aangegeven


terug naar boven

Afstijgen

Afstijgen voorbereiding
• zet je paard stil op de AC-lijn
• neem beide voeten uit de stijgbeugels
• neem de teugels in één hand
• plaats beide handen met de teugels op de manenkam


Afstijgen
• neem je zitvalk iets uit het zadel
• breng je bovenlichaam naar voren en zwaai je been over de achterhand van je paard zonder hem te raken
• laat jezelf rustig op de grond zakken
Als je een bodyprotector aanhebt, geef je jezelf een zetje en spring je op de grond.


Beugels opsteken
• neem de teugels door arm
• steek de beugels op
• doe de teugels over het hoofd van je paard
• ga links van je paard staan en neem beide teugels in je rechterhand
• leid je paard uit de trainingsruimte


terug naar boven

Problemen

Problemen kunnen zijn:
1. Paard loopt weg of is onrustig tijdens het opstijgen
2. Paard steigert of bokt
3. Paard trapt of bijt
4. Het zadel schuift naar één kant

Het zadel schuift weg
Het zadel past niet of je paard heeft een ronde buikvorm waardoor het zadel verschuift, vooral (kleine) pony's hebben daar last van. Als je scheef zit verschuift het zadel ook tijdens het rijden. Laat iemand het zadel vast houden aan de rechterzijde tijdens het opstijgen of gebruik een opstaphulp.

De overige problemen kunnen worden veroorzaakt door:
1. je paard is (nog) niet sterk genoeg
2. je hebt de teugels niet goed vast
3. je trapt je paard in de buik
4. de rug van het paard of het materiaal is te koud
5. er is een fysiek probleem
6. je paard heeft een verkeerde gewoonte aangeleerd
7. hij heeft geen respect voor jou

1. Je paard is (nog) niet sterk genoeg
Jonge paarden hebben moeite met het gewicht aan één kant en gaan zich bewegen om het evenwicht te herstellen.
Pak je paard even bij de manenkam met beide handen en duw je paard heen en weer alsof je hem om wilt duwen. Je paard gaat dan vanzelf stabieler staan.

2. je hebt de teugels niet goed vast
Bij een paard dat slechts een paar passen gaat lopen, voldoet het meestal om de teugels iets korter te maken. Bij een paard dat achteruit stapt moet je de teugels misschien wat langer maken.

4. De rug van je paard kan te koud zijn of het materiaal.
Een koude rug veroorzaakt spanning en spanning kan problemen veroorzaken bij het opstijgen. Train je paard eerst warm aan de hand of aan de longe.

5. Je paard kan het opstijgen verbinden met pijn.
• controleer of je zadel goed past.
• controleer of je paard rugproblemen heeft
• kijk of hij last heeft van "singeldwang".
- Je paard reageert dan op een te strakke singel. Doe de singel niet al te strak vast, ga een stukje lopen, singel aan, ga weer lopen en steig dan op.
- Loop even een rondje met een aangesingeld paard voordat je opstijgt. Dan kan de singel zich aanpassen aan je paard.
- trek voordat je opstijgt de voorbenen van je paard even naar voren zodat je zeker weet dat er geen velletje van zijn voorbeen klem zit onder de singel
- Gebruik eventueel een singel met elastiek

6. Je paard heeft een verkeerde gewoonte aangeleerd.
Maak goede dingen makkelijk voor je paard (belonen, stilstaan of de bak verlaten) en maak verkeerde dingen moeilijk (vervelende rondjes stappen of achteruit).


Heeft je paard een slechte gewoonte aangeleerd?
Blijft je paard toch weglopen nadat je alles gecontroleerd hebt, moet je hem met veel geduld leren om stil te staan. Dat betekent dat je in het ergste geval het opstijgen en rijden een tijdje moet vergeten. Wanneer je besluit om je paard volgens een bepaalde methode te gaan trainen, moet je er zelf in geloven en er volledig en consequent voor gaan. Even "proberen" levert bij voorbaat geen succes op.
• Zadel je paard op en laat hem even stilstaan in de trainingsruimte. (een erg druk paard eerst longeren). Luistert hij niet, word je niet kwaad maar je vraagt het opnieuw. Ieder seconde die hij heeft stilgestaan beloon je uitgebreid. (desnoods met een lekkernij).
• Leer hem daarna een paar passen achteruit te gaan door met je hand of met het zweepje tegen de borst te tikken. Geef het niet op en beloon ieder klein resultaat. De beste beloning is stoppen met de training en de trainingsruimte verlaten om de volgende keer de training voort te zetten.
• Wanneer je paard rustig en wat langer kan stilstaan ga je beginnen met opstijgen. Zorg dat hij in een goed evenwicht staat. Zodra je paard gaat bewegen, onderbreek je het opstijgen en laat je hem een paar passen achteruit en/of vooruit stappen. Maak goede dingen makkelijk (ontspannen stilstaan) en maak verkeerde dingen moeilijk (bewegen betekent vervelende rondjes stappen of achteruit). Blijf rustig, leidt hem tussendoor eventueel af door iets anders te doen, zoals overal even klopjes geven of om hem heen lopen en aan het zadel rommelen enz. .
• Herhaal dit zeer consequent totdat hij je netjes laat opstijgen. Verdeel als het nodig is, de fases van je training over meerdere dagen. Als je opstijgt, hou je je paard in de linker stelling om hem als hij gaat lopen direkt op een zeer kleine volte te zetten totdat hij stilstaat.
• De volgende keer zul je een gedeelte van de procedure moeten herhalen, dit zal echter steeds minder worden. Bedenk dat je paard ook als je erop zit niet zomaar mag gaan lopen. Hij moet wachten op jouw commando.
• Zorg dat het een gewoonte wordt voor je paard om pas te gaan lopen als jij dat vraagt.


Paard bokt of steigert:
1. Sluit één van bovengenoemde problemen uit
2. Heeft je paard winterhaar en trekt dat tijdens het opstijgen?

Heeft je paard een slechte gewoonte aangeleerd?
Blijft je paard toch bokken of stijgeren nadat je alles gecontroleerd hebt, moet je hem deze slechte gewoonte afleren. Een verkeerd aangeleerde gewoonte is moeilijk af te leren, dat kost veel tijd en geduld. Wanneer je besluit om je paard volgens een bepaalde methode te gaan trainen, moet je er zelf in geloven en er volledig en consequent voor gaan. Even "proberen" levert bij voorbaat geen succes op.
Je paard associeert het opstijgen met iets vervelends of een slechte herinnering. Het is belangrijk om het opstijgen te gaan associeren met iets dat hij leuk vindt. Je begint pas met de training als je paard volledig ontspannen is, de ruimte waar je werkt is afgezet en rustig, en jij als trainer neemt alle tijd en bent ontspannen. Doe eventueel wat grondwerk voordat je met de bedoelde training begint zodat je samen een goed contact hebt.
• Laat een helper je paard vasthouden. Terwijl je een beweging maakt om op te stijgen (b.v. slechts je voet in de beugel) laat je je helper iets lekkers geven aan je paard. Dit herhaal je een paar keer. Wanneer je paard de beweging accepteert zonder de lekkernij beloon je hem uitbundig met klopjes op de hals e.d. en verlaat onmiddellijk de trainingsruimte en stop op dat moment de training.
• De volgende dag herhaal je alles, en bij een hardnekkig probleem desnoods de hele week. Verlaat de trainingsruimte pas als je bereikt hebt wat je in gedachte had, al duurt dat bijzonder lang.
• Dan ga je een stapje verder met dezelfde tactiek. Belonen met iets lekkers, belonen met stem en bemoedigende klopjes en direkt de trainingsruimte verlaten en stoppen met de training.
• Wanneer je weer tegen het probleem dreigt aan te lopen doe je een stapje terug met je training. Je begint desnoods opnieuw.
• je werkt in fases:
- voet richting beugel,
- voet in de beugel,
- aan het zadel trekken en hangen,
- dan gewicht geven op de linker beugel,
- voet in de beugel en je iets optrekken,
- voet in de beugel en je optrekken tot stand, geef klopjes aan alle kanten van je paard
- je rechterbeen over de achterhand,
Dit is een lastig moment. Als je paard er erg op reageert, ga je staand in de beugel (of in eerste instantie gewoon naast je paard), spelenderwijs allerlei zaken op de achterhand leggen of er overheen laten glijden. B.v. eerst je handen, een zweepje, een iets langere zweep, een klein touwtje (niet te lang want dat kan gevaarlijk zijn), laat eens iets van zijn achterhand afvallen enz. Blijf consequent iedere goede reactie uitgebreid belonen. De training moet een fijne herinnering achterlaten bij je paard.
• Wanneer je je been over de achterhand in de rechterbeugel kunt krijgen, ga je niet zitten. Je stijgt onmiddelijk af en verlaat de trainingsruimte en stop op dat moment de training..
• Vervolgens verlaat je rijdend de trainingsruimte zonder te gaan zitten
• Heb je het voorgaande een aantal malen met succes kunnen doen, ga je voorzichtig zitten en ga je rijdend naar de uitgang en stop op dat moment de training. Breidt dit uit door een volte te rijden voordat je de trainingsruimte verlaat om vervolgens gewoon na het opstijgen aan je training te kunnen beginnen.
• Uiteindelijk ga je opstijgen zonder helper, desnoods door iets lekkers te geven. Doe dit in het uiterste geval omdat het de oorzaak van een nieuw probleem kan worden. Je paard kan er "bijterig" van worden.
• Heb veel geduld, veel tijd en blijf altijd rustig! De aanhouder wint!
• Een vervelende gewoonte blijft op onverwachte momenten de kop op steken. Blijf alert en herhaal desnoods een stukje van de training.


Paard trapt of bijt
1. Sluit één van bovengenoemde problemen uit
2. Is je merrie hengstig of loopt er een hengstige merrie in de wei bij jouw ruin?
3. Heeft je paard winterhaar en trekt dat tijdens het opstijgen?
4. Heeft hij een slechte gewoonte aangeleerd?

Achtervoet opgeven zonder te trappen
Geeft je paard zijn achterbenen netjes op, zonder te trappen? Zo niet dan leer je hem dat eerst.
• ga naast je paard staan met je gezicht naar voren
• ga met je rechterhand van boven langzaam naar beneden. Stop je handeling als je paard spanning gaat vertonen. Beloon hem met klopjes op de hals als hij ontspannen is gebleven.
• Als je bij zijn voet kan komen aai je deze rustig totdat hij dat vertrouwt.
• til zijn been een heel klein stukje op, nog steeds met de rechterhand, (Blijf met je hand aan de voorkant van de voet, als hij trapt wordt je hand en jij gelijk bij hem vandaan geduwd.). Zet de voet weer rustig neer, laat hem niet zomaar los. Hou je hoofd op afstand en hou je rechterhand steeds aan het been. Als hij wil trappen kan hij dat alleen met een zijwaartse beweging wat bijna onmogelijk is in deze houding.
• wanneer je hem hoger kan tillen met je recherhand, neem je de voet over in de linkerhand en brengt hem rustig naar achteren, weer terug en zet hem rustig neer.

Opstijgen zonder trappen of bijten
Volg dezelfde procedure als bij het opstijgen van een paard dat bokt.


terug naar boven

Dressuuroefeningen in zakformaat
Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven