Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Galopchangementen







Eenvoudige galopwissel

Hoofdzakelijk uit:
www.dressuurstal-jenny-veenstra.com/tips

In de eenvoudige galopwissel gaat het paard van de ene galop over in de andere via drie of vier passen in stap. De stap moet ontspannen en zuiver zijn. Lichaam en hals moeten volkomen recht blijven bij de overgang van galop naar stap. Daarnaast moet hij nageeflijk en aan de teugel blijven en moet het verzameld blijven stappen om daarna een goede overgang naar galop te kunnen maken.

Friese paarden hebben vaak een grote galop. Het kan dan ook erg functioneel zijn al vroeg te beginnen je paard de overgang stap - galop aan te leren. Omdat je vanuit een langzamer en kleiner tempo aangaloppeert, wordt de galop vaak ook veel beter gesloten.



Hoe te leren
Stap-galop
• dit doe je door herhaling.
• kies een bepaald punt, bijv. terwijl je een volte stapt, waar je wilt aangalopperen
• je zorgt dat je paard goed voor je been is in stap (als je je been aanlegt moet je paard een beetje beginnen te dribbelen) en voor een goede nageeflijkheid, waarbij je je paard gesloten laat stappen, dus redelijk verzameld.
• geef je hulp voor de galop (buitenbeen naar achteren leggen, je binnenheup naar voren brengen en aandrijven met twee benen) en ook al begrijpt het paard er niets van, je drijft door tot hij in galop is, en dan beloon je hem.
• dan maak je rustig een overgang naar de stap en
• begint overnieuw, waarbij je ervoor zorgt dat je telkens ongeveer op dezelfde plaats de hulp voor galop geeft.
• zo gaat het paard het patroon herkennen en steeds sneller aangalopperen. Als je dat beloont zul je zien dat hij redelijk snel begrijpt wat de bedoeling is.
• dan ga je het uitbreiden door op andere plaatsen aan te springen

Galop - stap
• je kunt pas een goede galop - stap overgang rijden als je kunt galopperen op "stapsnelheid".
• bedenk hoe hard je ongeveer vooruit gaat in stap en probeer je paard zover door te verzamelen tot hij op die snelheid galoppeert.
• vaak valt het paard eerst uit de galop (impulsverlies) of loopt het door de hand heen en wil het niet verder doorverzamelen.
• als je paard uit de galop valt is het een teken dat het paard tijdens het doorverzamelen niet meer voorwaarts denkt.
• maak dan enorm veel kleine overgangen in galop, waarbij je telkens voorwaarts rijdt als je voelt dat het paard niet meer voorwaarts denkt, totdat je paard wel blijft galopperen bij het verzamelen.

Dit samenspel tussen aan de ene kant kunnen terugverzamelen van je galop tot staptempo waarbij het paard constant voorwaarts blijft denken omdat hij een overgang terug naar voren verwacht, en aan de andere kant het terugkomen op een ophouding en daardoor het verplaatsen van gewicht naar de achterhand zorgt samen voor een perfecte galop - stap overgang. Wat misschien nog wel het allerbelangrijkste is is dat je ook de stap tijdens de eenvoudige galopwissel altijd perfect wilt hebben. In je training galoppeer je dus NOOIT eerder weer aan dan dat je paard heel ontspannen en nageeflijk mooi over de rug tactmatig stapt, ook al moet je daarvoor veel langer stappen dan eigenlijk je bedoeling was.
Je prioriteit moet altijd liggen bij de kwaliteit van de beweging, en niet bij de snelheid waarmee je weer aangaloppeert.

• begin daarna op de grote volte met galop-stap-galop oefeningen op dezelfde hand.
• pas opnieuw aanspringen als hij ontspannen stapt
• oefen dit daarna op de andere hand
• doe de oefening op de middellijn en laat het paard steeds in de andere galop aanspringen
• wanneer je nog maar een paar passen stap nodig hebt, ga je de oefening ook elders vragen, zoals op de korte middellijn.


Fouten
• het paard loopt door de hand
correctie: leer beter terug te komen op een ophouding.
Dit doe je door als je merkt dat er écht totaal geen reactie meer komt op je ophouding (een kneep in de teugels met je beide handen of je buitenteugel) het paard zo snel mogelijk stil te laten staan. Hiermee vertel je het paard wat het moet doen als jij je vingers dichtknijpt: in tempo terugkomen. Telkens als je paard netjes in tempo terug komt op een ophouding beloon je hem, telkens als hij weer niet reageert zet je hem stil. Hierdoor gaat hij snel de hulp begrijpen.
• achterhand opzij drukken in de overgang of hij spant zich en gooit zijn achterbenen hoog op
correctie: combineer de overgang naar de stap met wijken voor de kuit en spring direkt vanuit het wijken weer aan.


terug naar boven

Viegende galopwissel

Dit is een galopwisseling, uitgevoerd in het zweefmoment van de galopsprong. Deze wisselingen kunnen ook in series uitgevoerd worden: dat wil zeggen om de 4,3,2 sprongen of om de sprong (om de pas). Takt, cadans en evenwicht zijn tijdens de galopchangementen onveranderd. De graad van de verzameling tijdens de wissel en tijdens de series zal iets minder kunnen zijn dan de graad van verzameling in de verzamelde galop, dit om de drietakt, sprongkracht en ontspanning optimaal te garanderen.
De galopwissel ontstaat door van een linksgalop naar een rechtsgalop te wisselen of andersom. Of van een contragalop naar een goede galop te wisselen. Dus door te wisselen van buiging van een renvers naar een travers of andersom.


Wanneer beginnen?
• als de galop goed bevestigd is
• als het paard recht galoppeert
• als het verzamelen en verruimen in de galop gemakkelijk gaat
• als het paard op de achterhand galoppeert
• als ook de contragalop gemakkelijk gaat
• als je de eenvoudige galopwissel goed beheerst

  

Hulpen
De vliegende galopwissel ontstaat door vanuit een lichte traversmatige galop te wisselen naar een lichte renversmatige galop in het zweefmoment. doordat de ruiter in dit zweefmoment zijn andere, nieuwe zitbeenknobbel belast, waardoor de binnenste rugspier samentrekt en de nieuwe binnenheup naar voren komt, waardoor het nieuwe buitenachterbeen onder het zwaartepunt komt.
• verhoog de druk van het binnenbeen om binnen- achterbeen te attenderen om na de wisselhulp naar voren te springen • voor de wissel het paard attent maken met een halve ophouding van de buitenteugel
• de hulp voor het omspringen moet vlak voor het zweefmoment gegeven worden
• bovenlichaam rustig stilhouden
• het nieuwe binnenbeen komt op de singel
• nieuwe binnenteugel moet iets nageven, zodat het binnenachterbeen voldoende naar voren kan springen
• de nieuwe buitenteugel onderhoudt de verbinding en begrenst de buitenschouder
• de nieuwe binnenteugel en het nieuwe buitenbeen zorgen samen met het nieuwe binnenbeen en binnenzitbeenknobbel van de ruiter voor de instandhouding van de nieuwe buiging
• het nieuwe buitenbeen komt iets achter de singel en vraagt het nieuwe buitenachterbeen onder te treden (travers)
• als de wissel lukt, direct belonen en stoppen, zodat het paard deze ervaring op kan slaan

In de praktijk worden de hulpen natuurlijk niet afzonderlijk gegeven maar is het een samengaan van de hulpen.



Legenda

Een boekje met alle hulpen op een rijtje?
Lees hier....

Hoe te leren
Het is handig om de wissel eerst te oefenen op een vaste plek in de rijbaan op een rechte lijn.
Zodra het paard de wissel hier goed uitvoert, kan je ze ook elders in de rijbaan gaan oefenen.
Mogelijkheden om de wissel te gaan oefenen:
• wissel op de hoefslag van de contragalop (renversgalop) naar galop
• wissel op de diagonaal in de hoek
• appuyeer vanaf de middenlijn naar de hoefslag en wissel op de hoefslag
• rijd een halve grote volte van A naar X , wissel op X en rijd een halve grote volte van X naar C
• wissel bij het rijden van een slangevolte iedere keer wanneer je de AC-lijn passeert
• wissel op een grote volte van renversgalop naar galop
Als de wissel lukt direct belonen en stoppen, zodat het paard deze ervaring op kan slaan.

Leer niet changeren over een op de grond liggend balkje. De meeste paarden springen daar over met een hoog kruis en het paard gaat dan snel naspringen: eerst voor om springen en daarna pas achter.


Fouten
• niet voldoende op de hulpen reageren en de wissel in tweeën springen (naspringen) correctie: Niet straffen maar even een stapje terugdoen en tempo-wisselingen rijden en eenvoudige wissels door de stap.
Als het een ruiterfout is, moet je beter stilzitten om het paard niet uit evenwicht te brengen of je blokkeert met de binnenhand zodat het paard niet voldoende naar voren kan springen. Probeer eventueel een wissel te rijden zonder beugels.
• het paard springt met de voorhand later om dan met de achterhand
correctie: Laat je paard energiek bergopwaarts galopperen, met exacte hulpen goed voorbereiden en vooral opletten of je de nieuwe binnenhand op het moment van de wissel goed nageeft.
Je kunt ook op een andere plaats de wissel springen zoals aan het einde van een diagonaal in de hoek.
• scheef springen van de wissels
correctie: Meestal geef je dan te krachtig zijwaarts drijvende hulpen tijdens het omleggen van de kuiten. Het paard kan ook te veel ingebogen zijn met te veel stelling.
Als het paard de voorwaatsdrijvende hulpen te weinig aanneemt moet je weer even een stapje terugdoen naar het rijden van tempowisselingen en overgangen.


terug naar boven

Tips

Maak je eerste wissels van de moeilijke kant van je paard naar de makkelijke kant.
Maak de wissels eerst steeds op dezelfde plaats totdat je paard de bedoeling begrepen heeft.
Die vaste plaats is bij voorkeur op een rechte lijn.
Maak geen wissel als de voorwaarden niet in orde zijn, zoals de aanleuning.
Wees voorlopig tevreden na één of twee wissels en rijd ze niet elke dag.
Houd rekening met de reactiesnelheid van je paard in verband met het tijdstip van het geven van je hulpen.
Bereid het paard goed voor met tempowisselingen in de galop en overgangen galop-stap-galop en/of rijdt schouderbinnenwaarts op de volte en/of volte traversachtig verkleinen en weer vergroten en dan wat naar voren rijden. Ieder paard heeft een eigen voorbereiding nodig om goed aan de hulpen te staan en energiek te galopperen zodat een goed gesprongen wissel mogelijk is.


terug naar boven

Een serie leren

Wanneer beginnen een serie aan te leren
Paard moet de volgende zaken goed beheersen:
• goed in zuivere drietakt galopperen.
• galop moet goed gesprongen zijn, energiek maar niet onbeheerst.
• galop moet al enigszins verzameld zijn.
• contragalop op beide handen.
• eenvoudige wissels door de stap.
• tempowisselingen in galop op beide handen.
• eenvoudige galopwissels op de diagonaal of een andere rechte lijn.
Een paard is dan meestal al tussen de 5 en 7 jaar oud.

  

Een serie leren
Rijdt twee keer een wissel op de lange zijde. Maak de tweede wissel pas als het paard weer recht is en goed aan de hulpen.
Probeer er daarna drie te rijden op de lang zijde. Begin in contragalop.
Ga daarna om een exact aantal galopsprongen een wissel springen.Tel mee met b.v. een serie om de vier galopsprongen: ëën-twee-drie en twee-twee-drie en drie-twee-drie enz.
Leer de wissels niet aan op de diagonaal vanwege het ontstaan van problemen zoals het niet recht blijven of wegstormen.

Eners
Wanneer de wissels om de twee of meer passen goed bevestigd zijn leer je eerste slechts één keer direkt achter elkaar te wisselen: Wissel-wissel. Dan rijd je wissel-wissel, drie galopsprongen en dan weer wissel-wissel, drie galopsprongen en dan weer wissel-wissel.
Probeer dan eens twee serietjes achter elkaar te rijden en ga dat uitbreiden.
Heb veel geduld en doe af en toe een stapje terug.
In het begin moet je de wissels om de pas in een verzameld tempo rijden maar zodra het mogelijk is moet je naast de verzameling meer ruimgrijpende, krachtig bergop gesprongen wissels rijden.


terug naar boven

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Hulpen dressuur in zakformaat
dhulpenboekje
Tekeningen in kleur met schematische weergave van de hulpen met korte beschrijvingen.
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer .....

Hulpen dressuur in zakformaat
hulpenboekje
Tekeningen in kleur met schematische weergave van de hulpen met korte beschrijvingen.
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer .....

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven