Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Gezondheid van het paard






PAT-waarden




POLS


ADEM


TEMPERATUUR






paard
veulen

paard
veulen

paard
veulen


IN RUST


28-40
50-80

8-16
24-30

37,5ºC - 38ºC
37,5ºC - 38,5ºC


BIJ INSPANNING


tot 220 hartslagen per minuut


tot 100 ademhalingen per minuut

max. 41ºC



Pols voelen

terug naar boven

Kenmerken van gezondheid

• goed eetgedrag
• attent
• nieuwsgierig
• levendig orenspel
• glans en kwaliteit van de vacht
• heldere ogen
• gezond gebit
• goede temperatuur van benen en hoeven
• PAT-waarden


terug naar boven

Regelmatig controleren

Controleer regelmatig:
• de regelmaat van de gangen
• de mest en urine op samenstelling, kleur en hoeveelheid
• temperatuur van benen en hoeven
• de huid op wondjes en gevoelige plekken, vooral onder het zadel en de singel en controleer de huid op drukplekken onder het hoofdstel. Kijk ook onder de manen i.v.m. schimmels en exceem en doe de "huidplooitest".
• kwaliteit van de hoeven, zoals scheurtjes en scherpe randen
• de staart op roos, exceem en evt. aangekoekte mest
• de oren op evt. aanwezige infecties
• de mondhoeken op scheurtjes en wondjes
• de ogen op infecties
• kootholte op aanwezigheid van mok


Het gedrag
Bekijk je paard wanneer het losloopt, een gezond paard is nieuwsgierig, reageert snel en is goed gezind. Het heeft een heldere blik en beweeglijke oren. Hij toont belangstelling voor zijn omgeving.

De huidplooitest
Deze test toont of het paard geen vocht te kort heeft. Het gaat als volgt: neem bij de schouder een stukje huid vast en trek dit omhoog. Kijk hoe lang het duurt voordat het weer vlak is. Wanneer een paard voldoende vocht opgenomen heeft is de huid voldoende elastisch en is de huid onmiddellijk weer strak tegen het lichaam. Wanneer dit echter twee tot drie seconden duurt, komt het paard vocht tekort. Hoe langer de plooi blijft hoe ernstiger de uitdroging. Wanneer het paard niet voldoende drinkt, kan dit aan de kwaliteit van het water liggen. Normaal moet een paard tot 50 liter water per dag drinken.

Algemene indruk
Het paard moet een glanzende vacht hebben en heldere ogen. Hij mag niet te dik zijn maar ook niet te mager. Wanneer een paard geen belangstelling heeft voor zijn eten moet dit ook alarmerend zijn.

Belangrijke zones
• de plek waar het zadel zit moet je onderzoeken op wondjes, zwellingen of vereeltingen.
• het bit kan wondjes veroorzaken, controleer dus ook de mond en de mondomtrek.
• na iedere rit moet je er een gewoonte van maken om met de hand langs de pezen van het paard te gaan. Zo kan je abnormale temperatuur, zwellingen of verhardingen tijdig vaststellen.
• het is vanzelfsprekend dat je de hoeven iedere dag minstens 1 keer uitkrabt en voor en na iedere rit. Ook moet je controleren of de hoeven dezelfde temperatuur hebben. Een warmere temperatuur kan wijzen op een infectie.

Uitscheiding
• de uitwerpselen moeten een stevige vorm en een gezonde geur hebben.
• wanneer een paard niet mest moet je op je hoede zijn!
• hetzelfde geldt voor de urine, kleurverandering in de urine of problemen bij het urineren zijn een reden om de dierenarts erbij te halen.

De temperatuur bij paarden
De temperatuur van een volwassen paard ligt tussen de 37.5 en de 38ºC. Bij een veulen ligt dit iets hoger:38.5ºC. Koorts begint dus bij 39ºC.

De pols
Het ritme van de hartslag ken men op verschillende plaatsen vaststellen, gemakkelijk is onder de onderkaak. Bij een volwassen paard in rust ligt dit tussen de 28 en 40 slagen per minuut. (Bij een veulen is dit iets sneller, tussen de 50 en de 80 slagen per minuut.) Na een inspanning kan de hartslag oplopen tot 160 tot 250 slagen per minuut.

Het ademhalingsritme
Dit kun je het best meten door je hand voor de neusgaten van je paard te houden en te kijken naar het op-en neergaan van de borstkas. In rust ademt een paard 8 tot 16 keer per minuut in en uit. Na een inspanning kan dit oplopen tot 100 keer.

De kleur van het tandvlees bij paarden
Wanneer het tandvlees abnormaal bleek is of gelig kan dit wijzen op bloedarmoede, ook een erg rode kleur is alarmerend. Gezond tandvlees is glad, en licht roze. Wanneer je op het tandvlees drukt moet dit onmiddellijk zijn roze kleur terug krijgen, wanneer dit langer dan 2 seconden duurt, is er iets aan de hand.


terug naar boven

Stalapotheek

Je moet altijd een medicijnkistje bij de hand hebben, zowel als je thuis bent bij je paard of als je op een andere plaats gaat rijden. Wat moet er allemaal in?

• thermometer (aan een touwtje)
• schaartje
• vaseline
• mokzalf
• betadine wondspray, zalf en shampoo
• acederm wondzalf
• pincet
• praam
• hoefsmidtoebehoren: u moet in staat zijn een hoefijzer te verwijderen wanneer een paard zich verwond heeft.
• steriele kompressen: om tussen een wond en een verband te leggen.
• velpeau banden en zelfklevend elastisch verband: om een wond te beschermen.
• stalbandages
• jodium en desinfecterende zeep: voor de verzorger of voor het verzorgend materiaal te reinigen
• zaklamp
• lijst met belangrijke telefoonnummers

Dit is een standaard medicijnkistje, bij deze producten kunnen nog meer individuele producten worden toegevoegd. Maar let op! Ga zelf niet voor doktertje spelen! Let ook op de vervaldatum van de producten en bewaar het kistje op een koele en donkere plaatst, en hou het materiaal schoon, zoniet steriel!


terug naar boven

Inentingen

Welke vaccinaties zijn er bij het paard mogelijk?

Influenza (griep)
Het influenzavirus veroorzaakt een infectie van de voorste luchtwegen, met eventueel hoge koorts, niet eten, algemeen ziek zijn en hoesten. De koorts kan verschijnen in een twee tal koortspieken. Als gevolg van de slijmvliesbeschadigingen door het virus, kunnen bacteriën, die normaal op de slijmvliezen voorkomen, zorgen voor een secundaire infectie. Veulens, die van de merrie onvoldoende antistoffen via de biest hebben binnen gekregen kunnen aan een influenza infectie sterven. Volwassen paarden sterven zelden aan een influenza infectie. Er bestaan van dit virus meerdere stammen.

In verband met een goede weerstand bij het geënte dier is het zinvol om het paard minimaal twee keer per jaar te vaccineren tegen influenza. Zeker voor paarden die veel reizen, meedoen aan (internationale wedstrijden) en vaak met andere paarden in aanraking komen. Voor wedstrijden geldt tot nu toe een jaarlijkse hervaccinatie (binnen 365 dagen herhaald) na een correcte basisenting. De basisenting bestaat uit een dubbele enting met een tussen tijd van vier tot zes weken. Voor het veulen geldt dat de eerste enting op een leeftijd van vier tot zes maanden toegediend moet worden. Dit is mede afhankelijk van het tijdstip waarop de merrie gevaccineerd is.

Tetanus (klem)
Tetanus wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetanie. Een infectie kan ontstaan na een diepe steekwond (nageltred!) of na een wondinfectie met veel weefselversterf. Paarden zijn erg gevoelig voor deze bacterie en kunnen er aan sterven. De bacterie is een bodembewoner, die altijd en overal om ons heen voorkomt. In een diepe wond gaat de bacterie zich vermeerderen, en een gifstof (toxine) produceren waardoor in de spieren over het gehele lichaam kramp ontstaat. De tijd tussen het moment van besmetting en eerste verschijnselen van de ziekte bedraagt meestal 7-10 dagen. De ziekte begint vaak met een stijfheid van de kauwspieren (een andere naam voor tetanus is klem of kaakklem). Deze stijfheid breidt zich uit over de spieren van hoofd, hals en benen. Hierna ontstaat het stadium van de kramptoestand, waarbij dieren eventueel kunnen gaan omvallen. Als de kramp zich uitstrekt over de tussenribspieren, zal het paard als gevolg van verstikking sterven. Een preventieve enting is hier dus van levensbelang. Vaak wordt de enting tegen influenza gecombineerd met tetanusvaccinatie, waardoor bij een frequent geënt paard een goede bescherming gewaarborgd is.

Rhinopneumonie
Rhinopneumonie bij het paard wordt veroorzaakt door een Herpes virus en kent een drietal verschijningsvormen. In hoeverre het mogelijk is paarden preventief te beschermen tegen rhinopneumonie hangt af van de vorm. Een vaccinatie tegen de verkoudheidsvorm is redelijk betrouwbaar, maar moet tenminste tweemaal per jaar worden gegeven. Een vaccinatie tegen de abortusvorm is veel minder betrouwbaar en dient tenminste vier maal per jaar te worden gegeven. Ondanks vaccineren kunnen er op een bedrijf toch merries aborteren. De vaccinatie biedt dus geen volledige bescherming tegen abortus. Tegen de neurologische vorm van rhinopneumonie is vaccineren waarschijnlijk niet effectief. Wel kan vaccineren van een gehele stal het rondgaan van het virus verminderen. In het geval dat er al een besmetting aanwezig is, is vaccineren sterk af te raden.

Bron:
http://www.dierenklinieklemmer.nl

terug naar boven

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven