Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen
Voeding
dagrantsoen
Inleiding | ||
Een paard in de natuur neemt 16-18 uur zeer kleine hoeveelheden gras op. Het voortdurend op gang houden van het spijsverteringskanaal is voor een paard zeer belangrijk en er moet naar gestreefd worden om dat zoveel mogelijk te benaderen. Je moet een "oog" ontwikkelen om de voedselbehoefte van je paard te kunnen inschatten. Wordt je paard mager - dan voer je meer. Is je paard niet actief genoeg - meer energierijk voer. Is je paard te druk - minder energierijk voer, enz. enz. Let op: Snelle overgangen in het rantsoen kunnen de bacterieflora in de dikke darm verstoren. Dit kan diverse problemen veroorzaken. Mocht je veranderingen in het rantsoen willen doorvoeren, doe dit dan geleidelijk. Voedingstoestand o.a. te zien aan: • te dik of te mager • samenstelstelling uitwerpselen en urine • gedrag • attent, levendig orenspel • glans en kwaliteit van de vacht • heldere ogen • gezond gebit |
terug naar boven
Belangrijke regels | ||
1. Er moet altijd schoon en voldoende water ter beschikking zijn. 2. Voer afhankelijk van het temperament en de conditie van je paard. 3. Voer afhankelijk van het lichaamsgewicht van je paard. 4. Geef je paard voer na gedane arbeid en niet voor werk dat nog gedaan moet worden. (Tenzij je paard op een speciaal moment moet presteren en juist op dat moment energie nodig heeft.) 5. Voer voldoende vezels voor een goed werkend spijsverteringssysteem. Zo veel mogelijk van het dagrantsoen moet uit ruwvoer bestaan, minimaal 50%. 6. Voer naar gewicht van het voer en niet naar volume. 7. Geef een likblok voor de aanvulling van zout en mineralen, vooral als je geen of weinig krachtvoer geeft. 8. Voer elke dag op dezelfde tijd. 9. Voer weinig en vaak. 10. Gebruik voer van goede kwaliteit. Geen beschimmeld, stoffig of overjarig hooi. 11. Veranderingen in het dieet doe je geleidelijk, om te voorkomen dat het spijsverteringssysteem uit balans raakt. 12. Geef je paard geen beweging als het net gegeten heeft. Wacht 2-3 uur na het voeren en wacht na het werk minimaal een uur voordat je je paard voert. |
terug naar boven
Voedselbehoefte en maximale opname van een paard | ||
Behoefte is afhankelijk van: • gewicht • ras • leeftijd • geslacht • karakter • genetische factoren • hoeveelheid beweging • omstandigheden (o.a. drachtig) • temperatuur • seizoen • temperament Verdeling behoefte: • onderhoudsbehoefte In stand houden basisfuncties: temperatuur, herstel en onderhoud lichaamsweefsels, zenuw- en hartfunctie enz. Hengsten hebben 10 - 20% hogere onderhoudsbehoefte. • behoefte aan productie voedingsmiddelen die nodig zijn voor bijkomende fysiologische functies: spierkracht of arbeid, dracht, melkvorming enz. Paarden in training hebben 5 - 15% hogere voedingsbehoefte. Genetische factoren: Sommige paarden kunnen het goed doen met weinig voer en worden snel te dik en andersom. Gemiddelde behoefte: • de onderhoudsbehoefte (paard dat niets doet) is 1 - 1.5% droge stof van zijn lichaamsgewicht. 1 kg droge stof = 1,2 kg hooi = 1,3-1,8 kg. kuilgras • voedselbehoefte paard EWPa (Energie Waarde PArd) en VREp (Verteerbaar Ruw Eiwit): zie: tabel 3: Gemiddelde maximale opname droge stof: 1,5 - 2% lichaamsgewicht aan droge stof of 1,5 - 2 kg per 100 kg lichaamsgewicht aan droge stof Wil je zeker zijn dat je paard het voer kan consumeren gebruik je 1.7% droge stof van het lichaamsgewicht (1,7 kg droge stof per 100 kg lichaamsgewicht). Gemiddelde gewicht paard: Een paard (schofthoogte > 1.48 m) weegt gemiddeld 600 kg. |
terug naar boven
Stappenplan | |||||
Het stappenplan neemt je mee door een methode om het rantsoen voor je paard te berekenen. De gebruikte waarden komen hoofdzakelijk uit tabellen van "www.voervergelijk.nl". Andere tabellen geven vaak andere waarden aan. Wees je ervan bewust dat in tabellen gemiddelden gehanteerd worden. Jouw paard en jouw situatie zal altijd afwijken van het gemiddelde. Je blijft ten alle tijde zelf verantwoordelijk voor hetgeen je je paard voert. De uitkomsten zijn dus een leidraad om je voerbeleid mee te starten. Daarna zul je de hoeveelheden en samenstelling regelmatig moeten bijstellen. De berekeningen zijn gebaseerd op de behoeften van volwassen paarden. |
|||||
Stap 1. Bepaal: • het gewicht van je paard. Voor uitgebreide informatie: Zie hier! • de Body Condition Score. Zie hier! Gebruikte formule in calculator: ((omvang*omvang)*lengte) / 11.900 = gewicht in kg. (Carrol & Huntington) Voorbeeld: borstomvang 170cm, lengte 210cm ((170*170)*210) / 11.900 = 510 kg |
|||||
![]() |
Stap 2. Indien je meerdere paarden hebt, selecteer je (op papier) de paarden in categoriën betreffende drachtige merries, veulens enz. en gewichten. |
||||
gemiddeld dagrantsoen |
Stap 3. Bepaal hoeveel ieder paard kan verwerken. • Een paard kan 1,5-2% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof opnemen in 24 uur. (of 1,5-2kg dr.stof per 100kg lich.gewicht). Dit kan je paard eten maar dat wil niet zeggen dat je hem dat moet laten eten! In de calculator is gebruik gemaakt van 1,7% voor de maximale opname om er bijna zeker van te zijn dat je paard het voedsel kan opnemen. Ter vergelijking wordt berekend wat een paard gemiddeld eet om aan zijn onderhoudsbehoefte te voldoen. Een paard dat meer inspanning verricht, eet meer. Gebruikte formule in calculator 1: Gewicht/100*1.7 = maximale opname droge stof in 24 uur Gewicht/100*1.5 = maximale behoefte droge stof in 24 uur Gewicht/100*1 = minimale behoefte droge stof in 24 uur Voorbeeld maximale opname: gewicht 500 kg 500/100*1.7 = 8.5 kg droge stof (maximale opname) |
||||
Stap 4. Bepaal het inspanningsniveau en de daarbijbehorende verdeling tussen ruwvoer en krachtvoer. Geef nooit minder dan 50% ruwvoer. Er wordt vanuit gegaan dat een paard op "onderhoudsvoer" geen krachtvoer nodig heeft. Indien geen krachtvoer, dan wel een likblok. Ruwvoer bevat een wisselende hoeveelheid sporenelementen waardoor je een likblok aan het dieet moet toevoegen. 1. onderhoud 2. licht werk 3. gemiddeld werk 4. zwaar werk 5. drachtig laatste 3 maanden 6. zogende merrie De maximale opname berekent wat een paard kan eten, dat wil niet zeggen dat je hem dat ook moet laten eten. Ter vergelijking wordt berekend wat een paard gemiddeld eet. Zie: Tabel 1 Tabel 2 Tabel 7 Gebruikte formules in calculator (b.v. zwaar werk): Indien 60% ruwvoer: Maxiamle opname: ruwvoer=(gewicht/100*1.7)*(60/100) krachtvoer=(gewicht/100*1.7)-ruwvoer Maxiamle behoefte: ruwvoer=(gewicht/100*1.5)*(60/100) krachtvoer=(gewicht/100*1.5)-ruwvoer Minimale behoefte ruwvoer=(gewicht/100*1)*(60/100) krachtvoer=(gewicht/100*1)-ruwvoer |
|||||
Stap 5 (bij meerdere paarden) Bepaal de behoefte van ieder paard rekening houdend met het inspanningsniveau. Zie de calculator bij stap 7. 1. onderhoud 2. licht werk 3. gemiddeld werk 4. zwaar werk 5. drachtig laatste 3 maanden 6. zogende merrie |
|||||
Stap 6. Bepaal de voedselwaarden van je voedsel. Je kunt je voedsel laten onderzoeken op voedselwaarden. Je kunt ook de algemene cijfers gebruiken uit Tabel 6. (Denk erom dat dit gemiddelden zijn, de werkelijkheid kan behoorlijk afwijken!) |
|||||
Stap 7. Vergelijk de voedselwaarden met de behoefte van je paard. Vergeet niet er rekening mee te houden dat je paard niet meer dan 1.5 tot 2% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof kan opnemen per 24 uur. De verhouding in het voer tussen de onderstaande mineralen is belangrijk: calciumbehoefte = groter dan 20 en kleiner dan 50 gram (paard 600 kg.) calcium : fosfor = groter dan 1 : 1 en kleiner dan 1 : 3 *) Vergelijk zelf de waarden in de tabel en bepaal wat je gaat voeren. Denk erom: de gewichten van de voeding zijn in droge stof Pas op: de waarden in jouw voer kunnen afwijken van het gemiddelde en ook jouw paard heeft misschien andere behoeften dan het gemiddelde paard! Gebruikte formules in calculator: 1. droge stof hooi * waarde (84% droge stof) 2. droge stof kuil * waarde (61% droge stof) 3. droge stof gras * waarde (16.1% droge stof) 4. 1. + 2. + 3. 5. gewicht paard * behoefte aan waarde per kg. lichaamsgewicht In de calculator gemiddelde waarden o.a. uit Tabel 6 *) Prof. Dr. Ellen Kienzle, Dr. Anja Burger (ReiterRevue 4-2015)
|
|||||
|
|||||
Calculator 1 Calculator 2 |
Stap 8. Reken de droge stof van het ruwvoer naar werkelijk te voeren hoeveelheid. Of Reken uit hoeveel droge stof er in het voer zit dat je gebruikt. Gebruikte formules in calculator: Calculator 1 (x=gewicht): Kg. droge stof naar Kg. product x/84 * 100 (hooi) x/61 * 100 (hooi) x/16.1 * 100 (hooi) Calculator 2 (x=gewicht): Kg. product naar Kg. droge stof x/100 * 84 (hooi) x/100 * 61 (hooi) x/100 * 16.1 (hooi) |
||||
Stap 9. (overzicht) Bereken een dagrantsoen voor ieder paard: 1. Bereken het gewicht per paard 2. Bereken de maximale voedselopname aan droge stof 3. Bepaal de verdeling tussen ruw- en krachtvoer naar energiebehoefte 4. Bereken de voedsel- en energiebehoefte per paard 5. Bereken de voedselwaarden van je voedsel 6. Combineer de berekende hoeveelheden 7. Controleer of je paard het voedsel opeet 8. zorg dat minimaal 50% van het voer uit ruwvoer bestaat |
|||||
Stap 10. Controleer regelmatig opnieuw het gewicht en de Body Condition Score van je paard en herzie eventueel je dagrantsoen. |
terug naar boven
Soorten paardenvoer | ||
water ruwvoer gras hooi voordrooggras kuilgras stro enkelvoudig voer granen zemelen suikerbietenpulp lijnzaad/soja krachtvoer biks/brok muesli supplementen olie sappig voedsel kruiden spijsverteringshulpmiddelen |
terug naar boven
Water | ||
Functie: • transporteur van voedsel (belangrijkste functie) • bouwstof (lichaamsweefsels en melk bevatten veel water) • bevochtigen slijmvliezen • temperatuurregeling (zweten) Waar bevindt zich water? Water is essentieel voor alle levende wezens. Een veulen bestaat voor 80% uit water en een volwassen paard voor 65%. Water bevindt zich hoofdzakelijk in: - spijsverteringskanaal. (Hier bevindt zich het meeste water) - hoofdbestanddeel van bloed. Ook tijdens het werk is het belangrijk dat een paard drinkt om te kunnen presteren. Paarden die slecht drinken kunnen gestimuleerd worden door suikerbietenpulp, honing of melasse aan het water toe te voegen. Tijdens transport of wedstrijd is slobber ook een prima alternatief. |
||
Hoeveel water drinkt een paard? Dat is afhankelijk van: • grootte van het paard • type paard • soort voedsel • temperatuur en luchtvochtigheid • afscheiding zweet en waterdamp • hoeveelheid en intensiteit van arbeid Er zit ook water in de verschillende soorten voedsel. Als een paard jong voorjaarsgras eet, zal hij weinig of niets drinken. Een paard dat kuilvoer krijgt zal minder drinken dan een paard op hooi, omdat er meer dan 60% water in kuilgras zit ten opzichte van 15% in hooi. De gemiddelde vochtopname is 25/35 liter per dag voor een groot paard. |
||
Hoe het paard te voorzien van water? • uit een emmer Nadeel: - paarden gooien de emmer vaak om - je moet het water brengen - in de zomer kan het water te warm worden - emmer regelmatig schoonmaken voordeel: - je weet precies wat je paard drinkt - in de winter kun je warm water geven • automatische drinkklep Nadeel: - je weet niet hoeveel je paard drinkt - je moet de bak onder de klep veelvuldig schoonmaken - mechanisme klep bevriest in de winter - vergeet nooit te controleren of de klep werkt - duur om aan te leggen Voordeel: - altijd vers water - altijd voldoende water - je hoeft geen water te sjouwen • Watertank Nadeel: - tank moet goed schoon gehouden worden - water kan te warm worden - werking drinkbak altijd controleren - schoonhouden klep - water of mechanisme klep kan bevriezen Voordeel: - geen gesjouw met water - altijd water ter bechikking • Bron, Nortonput Dit is een buis die je in de grond laat "spuiten" totdat je gezond grondwater bereikt hebt. De diepte is per regio verschillend. Nadeel: - water moet onderzocht worden of het geschikt is als drinkwater - werking drinkbak altijd controleren - schoonhouden klep - water of mechanisme klep kan bevriezen Voordeel: - altijd koel water ter beschikking Lees meer......... • een (gegraven) poel of sloot Nadeel: - het water kan vervuild zijn - in de winter is het bevroren Voordeel: - altijd voldoende water - de paarden staan snel met de hoeven in het water of de blubber, wat zomers goed is voor de hoeven maar bij natte omstandigheden kan het een nadeel zijn. |
terug naar boven
Ruwvoer | ||||||||||||||||||||
Soorten ruwvoer: gras hooi voordrooggras/bijna hooi kuilgras stro Voordrooggras/bijna hooi wordt vaak kuilgras genoemd. De scheiding tussen de beide voersoorten is niet duidelijk. Kuilgras met een vochtgehalte van 60-80% is minder geschikt voor paarden zodat deze vaak niet in de voerschema's voorkomt.
Hoeveel hooi/vooerdrooggras/kuilvoer voeren? • zie: stappenplan • Indien je paard niet te dik wordt, geef je onbeperkt ruwvoer. • Een paard eet 1 kg ruwvoer (niet gras) in 39 minuten. Wanneer voeren? • Het paard mag niet langer dan 6-8 uur zonder eten staan. • Verdeel de voertijden zo goed en zo vaak mogelijk, minimaal 3x per dag. • De laatste voerbeurt geef je een flinke portie, zo laat mogelijk zodat je paard de nacht kan overbruggen. |
terug naar boven
Gras | ||||||||||||||||||
Voedselwaarde • Gras is voornamelijk water en bevat maar 10�20% droge stof. De voedselwaarde van gras is afhankelijk van: - seizoen - weilandbeheer - lengte van het gras - soorten gras - locatie • Pas op met gras in het voorjaar. Het is erg eiwit- en suikerrijk en bevat nog weinig structuur (ruwe celstof). Dit geeft kans op: - hoefbevangenheid - spierbevangenheid - koliek - overgewicht • In voor- en najaar bevat het gras vaak veel fructaan wat hoefbevangenheid en exceem kan veroorzaken. Vooral relatief kort gras met veel zonuren bij koude temperaturen bevat veel fructaan. Hoeveel voeren? • In 24 uur eet een paard van 500 kg maximaal 66 kg gras. 2% van 500 kg = 10 kg. droge stof = 100/15%(d.s.) x 10 d.s. = 66 kg gras. LET OP: Dit kan een paard per dag eten maar de voedingswaarden in ons gras zijn meestal dusdanig hoog dat je paard veel te dik wordt als je hem dat laat eten! • Een paard eet ongeveer 4,5 kg gras per uur. • Een warmbloedpaard van 600 kg moet maximaal ongeveer 8 uur grazen om in zijn EWPa-behoefte te voorzien. Je paard komt dan echter droge stof te kort (zie tabel hieronder) zodat je hem hooi of stro moet bijvoeren. Geef het hooi of stro voor de nacht. Als je het 's morgens geeft, weet je paard dat hij straks naar de wei gaat en zal vaak zijn hooi of stro niet opeten. (In 4.5 kilo gras zit 0,6 EWPa. Een warmbloedpaard van 600 kilo heeft een behoefte van bijna 5 EWPa: 4.5/0,6 x 5 = 37,5 kg. gras = max. 8 uur grazen. (37,5/4,5)) • Omdat gras nogal veel eiwit en energie bevat, moet je de grasopname meestal beperken en aanvullen met minder energierijk ruwvoer. Beperken grasopname kan door middel van: - strookbegrazing - tijdsduur van het grazen beperken - graasmasker Voor strookbegrazing zet je met schrikdraadprikkers en schrikdraad aan één kant je weiland af en schuift deze 3 keer per dag een stukje op. • Het paard mag niet langer dan 6-8 uur zonder eten staan.
| ||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
Weilandbeheer (korte info) • Verwijder de mest binnen 24 uur uit het weiland of verspreid het regelmatig, om ruwe stukken gras te voorkomen. Dit eten de paarden namelijk niet. • Zaai in april graszaad bij om kale plekken te voorkomen en het onkruid niet de kans te geven daar te gaan groeien. Zaai een grasmengsel voor paarden. (doorzaaien) • Bemest je weiland in het voorjaar als het gras gaat groeien (boven de 10 graden). Bemest je weiland opnieuw wanneer je de paarden op een ander weiland zet. • Laat het gras niet te kort opeten. Meer lezen ......... |
||||||||||||||||||
![]()
|
![]() ruwe plekken |
![]()
|
terug naar boven
Hooi | ||||||
![]()
|
![]()
|
2e is weidehooi |
||||
Soorten hooi • weidehooi • graszaadhooi Voedselwaarde • Weidehooi is op het land gedroogd gras en bevat maar 80-90% droge stof. De voedselwaarde van hooi is afhankelijk van: - soorten gras - lengte van het hooi - lengte van droogtijd - % droge stof - locatie • Graszaadhooi is hooi van grassen die speciaal zijn geteeld voor de zaadproductie. Italiaans of Engels raaigras, Timothij Veldbeemd, Roodzwenk en mixxen van deze grassoorten. Graszaadhooi heeft een vrij grove structuur en relatief lage voedingswaarde. |
||||||
Nat maken Een paard kan overgevoelig zijn voor stof en schimmelsporen in het hooi en dat kan een hoestprikkel veroorzaken. Als je het hooi nat maakt, spoelen het stof en de schimmelsporen weg of verkleven aan het hooi. Het hooi moet minimaal 30 minuten en maximaal 12 uur onder water staan en voer het nat. Praktisch leg je het hooi 's morgens in het water en voer je het 's avonds. Denk erom als het hooi langer in het water ligt een deel van de voedingsstoffen verloren gaat en dat sommige suikers en eiwitten oplossen in het water. Video Het is handiger als je eerst hooi in de mand doet en deze in de waterkist, zonder water, hangt. Daarna het geheel met water vullen. |
||||||
|
||||||
Verpakking Het gewicht van de balen en pakjes is afhankelijk van: • de maten • hoeveelheid vocht • persdichtheid Er zijn verschillende maten te verkrijgen. Opslag - droog en goed geventileerd - niet op de grond maar op pallets - snijkant hooi naar beneden Enkele voorbeelden van maten:
|
terug naar boven
Voordrooggras | ||||||||
• Voordrooggras wordt minder lang gedroogd dan hooi en wordt vochtig in folie gewikkeld. • Vochtgehalte voordrooggras 30-40% • De in folie gewikkelde balen kunnen buiten opgeslagen worden. Hoeveel voeren? Je voert ongeveer 1,5 keer zoveel als hooi omdat het voer meer water bevat. Als de baal geopend is, moet hij binnen ongeveer 4 dagen opgevoerd worden i.v.m. schimmelvorming. |
||||||||
|
||||||||
Verpakking • Voordrooggras wordt in folie gewikkeld tot ronde of vierkante (rechthoekige) balen die buiten opgeslagen kunnen worden. Het gewicht van de balen en pakjes is afhankelijk van: • de maten • hoeveelheid vocht • persdichtheid Er zijn verschillende maten te verkrijgen. Vooral de vierkante(rechthoekige) balen hebben veel verschillende afmetingen. De ronde balen hebben een verschillende diameter en breedte. De namen midi, kleine midi en mini voor de verschillende maten van de ronde balen worden wisselend gebruikt. Bij een fouragehandel ben je het meest zeker van een goede verhouding tussen kwaliteit, maat, gewicht en prijs. Opslag - kan buiten of binnen - doe er een zeiltje of net overheen om te voorkomen dat vogels de balen lek prikken en er schimmlvorming ontstaat Enkele voorbeelden van maten:
|
||||||||
![]() 1 pakje |
![]() mini/kleine midi |
![]() midi |
||||||
![]() grote ronde baal |
![]() grote vierkante baal |
|
terug naar boven
Kuilgras | ||||||
• Kuilgras wordt zeer kort gedroogd, tot balen geperst en in folie gewikkeld. • Vochtgehalte kuilgras: 60-80% • Is minder geschikt voor paarden omdat het vaak te zuur is. Het fermentatieproces (natuurlijke suikers worden omgezet in melkzuur door bacteriën) vindt voor een gedeelte al plaats in de balen. Een slechte fermentatie kan botulisme veroorzaken. Botulisme Botulisme is een ziekte die veroorzaakt wordt door een vergiftiging met het botulismetoxine. De giftige stof (toxine) wordt gevormd door de bacterie Clostridium botulinum. C. botulinum is een "gram positieve", sporenvormende bacterie die o.a. groeit in een zuurstofarm, eiwitrijk milieu. Ze produceren toxine die verlamming veroorzaakt. |
||||||
|
||||||
Verpakking Kuilgras wordt vaak in grote ronde balen verpakt (300 - 500 kg.) welke met de hand niet hanteerbaar zijn of in vierkante (rechthoekige) grote balen. Het gewicht van de balen is afhankelijk van: • de maten • hoeveelheid vocht • persdichtheid Opslag - kan buiten of binnen - doe er een zeiltje of net overheen om te voorkomen dat vogels de balen lek prikken en er schimmlvorming ontstaat |
terug naar boven
Stro | ||||||
Sommige paarden eten het srobed op, wat geen kwaad kan. Stro is niet slecht, maar bevat weing voedingswaarde. Te grote opname van stro kan verstopping veroorzaken. • vochtgehalte 10-12% • kans op allergische reacties veroorzaakt door stof en schimmels (hoesten) • voor paarden en pony's die niet zoveel energie nodig hebben of snel last hebben van hoef- of spierbevangenheid kan stro een gedeelte van het rantsoen vervangen. Soorten stro - tarwestro - gerstestro - haverstro |
||||||
|
||||||
Verpakking • kleine of grote vierkante (rechthoekige) balen • grote ronde balen. Deze kunnen buiten opgeslagen worden. • het kan soms gewikkeld zijn in folie zodat het buiten opgeslagen kan worden. Het gewicht van de balen en pakjes is afhankelijk van: • soort stro • de maten • hoeveelheid vocht • persdichtheid Enkele voorbeelden van maten:
|
||||||
![]() |
![]() |
![]() |
terug naar boven
Krachtvoer | ||||||
|
![]()
|
![]()
|
||||
Krachtvoer wordt vaak toegevoegd aan het dieet van een paard als hij meer energie en/of voedingsstoffen nodig heeft dan hij uit het ruwvoer kan opnemen. Er zijn vele soorten krachtvoer te koop voor vele soorten paarden en\of hun werk. Zoals sportbrok, voer speciaal voor oude paarden, extra energie enz. Krachtvoer is een uitgebalanceerde mix van ingrdiënten die samen een complete maaltijd vormen die makkelijk te voeren is. Krachtvoer is echter een aanvulling, ruwvoer blijft noodzakelijk. Hoe vaak voeren? - Paard eet 1 kg brok/muesli in 10 minuten. Verdeel de porties krachtvoer over zoveel mogelijk voerbeurten. Geef nooit meer dan ongeveer 0,2/0,4% van het lichaamsgewicht van je paard per portie (afhankelijk van de samenstelling van het voer). |
||||||
|
||||||
Verpakking Krachtvoer is te koop in agrarische winkels en in sommige speciaalzaken voor paarden in zakken van meestal 20 kg. Opslag - droge en koele plaats - in afgesloten kisten, bakken of tonnen (muizen) - onbereikbaar voor de paarden (als ze per ongeluk losbreken) |
terug naar boven
Basisvoedingsstoffen | ||
• water • koolhydraten • oliën en vetten • eiwitten • mineralen • antioxidanten • vitaminen |
terug naar boven
Koolhydraten | ||
Koolhydraten kunnen worden gebruikt om energie te leveren: - zetmeel - suikers - vezels Afhankelijk van complexiteit van structuur: a. structuurgevende koolhydraten b. niet-structurgevende koolhydraten Structuurgevende koolhydraten De vezels in het voer. Vezels zijn een mengsel van verschillen complexe koolhydraten, waaronder cellulose en hemicellulose, die met elkaar verbonden worden door andere materialen zoals lignine. De vertering geschiedt door middel van microbiële fermentatie in de dikke darm. Hierdoor komen vluchtige vetzuren vrij die door de dikke darm in het bloed opgenomen kunnen worden. Dit proces kost tijd zodat er geen plotselinge enegiepiek vrijkomt. Men gaat er van uit dat vezels paarden niet "heet" maken. Niet-structurgevende koolhydraten Zetmeel en de eenvoudige suikers. Worden door enzymen afgebroken in de dunne darm en opgenomen door de dunne darm. Deze energie is sneller beschikbaar en wordt gezien als temperamentverhogend. Ieder overschot wordt doorgevoerd naar de dikke darm waar het door microbacteriën wordt afgebroken en niet door enzymen. Het eindproduct zijn dan geen vetzuren, maar melkzuur waardoor het milieu in de dikke darm zuurder wordt wat kan leiden tot een "narrig" paard, koliek of hoefbevangenheid. |
terug naar boven
Oliën en vetten | ||
Dit zijn geconcentreerde energiebronnen. Zij zijn opgebouwd uit triglyceriden die weer uit een ketting van vetzuren bestaan die via glycerol aan elkaar verbonden zijn. Paarden kunnen het eindproduct van de vetvertering, de vetzuren, goed verteren omdat vluchtige vetzuren ook het eindproduct zijn van de vezelvertering. Functie: - een langzaam vrijkomende energiebron (duursport) - glanzende vacht - hechten stofdeeltjes in de voeding - betrokkenheid bij het metabolisme - spelen een rol in het immuunsysteem - tegengaan van ontstekingen. Vetzuren worden onderverdeeld in: - essentiële vetzuren (kan lichaam niet zelf maken) - niet essentiële vetzuren Sojaolie, lijnzaadolie (en gras) Bevatten linoleenzuur. Deze speelt een rol als: - ontstekingsremmer - productie natuurlijke huidvetten (glanzende vacht) Visolie - Is rijk aan omega-3 en omega-6 - ontstekingsremmer |
terug naar boven
Eiwitten | ||
Het lichaam bestaat voor het grootste gedeelte uit eiwitten. Eiwitten zijn dus noodzakelijk in het dieet, omdat ze zijn opgebouwd uit aminozuren waarmee het lichaam zijn eigen eiwitten aan kan maken. Essentiële aminozuren kunnen niet door het lichaam worden aangemaakt en moeten in het voer aanwezig zijn. Functie: - bouwmateriaal voor spieren en voor weefsel voor steun en bescherming - dragen bij aan diverse stofwisselingsprocessen - samentrekken van spieren - functioneren van lever en nieren - aanmaak van haemoglobine - afweer - bloedstolling De belangrijkste eiwitten zijn: • enzymen. Dit zijn eiwitmoleculen die als katalysator dienen en voor chemische processen in het lichaam. (o.a. lactaste voor de afbraak van melksuikers) • hormonen. Dit zijn chemische boodschappers die lichaamsprocessen reguleren. (o.a. insuline dat betrokken is bij vertering van suiker) • structuurgevende eiwitten. Komen voor in spieren en bindweefsel, haar en hoeven. (zoals keratine) • transporteiwitten. Komen hoofdzakelijk voor in het bloed om nutriënten te vervoeren. (zoals hemoglobine) |
terug naar boven
Mineralen | ||
Calcium en fosfaat Beiden moeten in de goede verhouding gevoerd worden. Calcium : fosfaat = > 1 : 1 en < 1 : 3 *) . Mede om deze verhouding te optimaliseren wordt er vaak een likblok aanbevolen. waar bevindt het zich: - calcium: 99% in botten en tanden. fosfaat: 85% in botten - rest in zachte weefsel Functie: - bot- en spierontwikkeling - zenuwfunctie - celstructuur - bloed - energietransport Gebrek kan leiden tot: - kreupelheid - vervormingen in het skelet - osteoporose - botbreuken - minder goed funcioneren zenuwstelsel Magnesium waar bevindt het zich: - 55% in botten - rest in spieren, andere weefsels en extracellulaire vloeistoffen Functie: - gezonde botten - goede werking spieren - is als elektrolyt betrokken bij:  - energievorming  - energieoverdracht  - productie DNA en eiwitten Gebrek kan leiden tot: - slechte eetlust - nervositeit - zweten - spierkrampen Natrium waar bevindt het zich: - in bloedplasma - in vloeistoffen rond de cellen Functie: - waterhuishouding - is een elektrolyt - vergemakkelijkt de spier- en zenuwwerking - wordt uitgescheiden als zweet Gebrek kan leiden tot: - minder zweten - slecht presteren - overdreven likgedrag - verstopping - minder eten - spierverkramping Koper waar bevindt het zich: - is een bestanddeel van rode bloedcellen Functie: - aanmaak bot- en kraakbeen - ijzertransport (belangrijk voor zuurstofoverdracht) - pigmentering van haar - productie hormonen - belangrijk tijdens dracht Gebrek kan leiden tot: - kwetsbare botten - OCD - storing in botvorming bij veulens Ijzer waar bevindt het zich: - essentieel onderdeel van haemoglobine, het eiwit dat zuurstof in het bloed transporteert Functie: - stimuleren productie heamoglobine en rode bloedcellen - is betrokken bij veel enzymsystemen - is betrokken bij functioneren van immuunsysteem Gebrek kan leiden tot: - bloedarmoede (komt zelden voor bij paarden) Zink waar bevindt het zich: - bestanddeel van enzymen Functie: - bouw, in stand houden en goed functioneren van huid en haargroei - werkt mee in meer dan 200 enzymsystemen - vooral van belang bij verbranding van eiwitten en koolhydraten - ontwikkeling van bindweefsel - belangrijk voor het immuunsysteem Gebrek kan leiden tot: - vermindering eetlust - teveel hoefvorming - vermindering groeisnelheid - aantasting huid en vachtkwaliteit - verstoorde botontwikkeling Mangaan waar bevindt het zich: - lever - huid - beenderen - spieren Functie: - essentieel bij verbranding van koolhydraten en vetten - goed functioneren van eierstokken - is betrokken bij kraakbeenvorming - is antioxidant doordat het vrije radicalen wegvangt Gebrek kan leiden tot: - vergroot kogelgewricht - misvorming benen - kreupelheid - vergroot risico op verstoten ongeboren veulen - onregelmatige cyclus Selenium Functie: - antioxidant in samenwerking met vit. E. - speelt een rol in de jodiumstofwisseling - speelt een rol bij reparatie van DNA - speelt een rol in immuunsysteem - speelt een rol bij groeihormonen Gebrek kan leiden tot: - verminderde weerstand - verminderde groei - stijfheid of lusteloosheid Overschot is giftig *) Prof. Dr. Ellen Kienzle, Dr. Anja Burger (ReiterRevue 4-2015) |
terug naar boven
Antioxidanten | ||
Veel sporenelementen en vitaminen kunnen als antioxidant fungeren. Anitoxidanten "vangen" vrije radicalen die schade aan cellen kunnen veroorzaken. Er ontstaat een probleem wanneer het aantal geproduceerde vrije radicalen door b.v. oververmoeidheid, ziekte, straling of slecht voedsel groter is dan het lichaam kan opvangen. Deze vrije radicalen kunnen schade aanrichten aan vooral lichaamsvetten en eiwiiten. Verstoring hiervan kan de complete celfunctie aantasten en dit vermindert vervolgens de weerstand tegen stress en ziekten. Nutrienten die optreden als antioxidant: - vitaminen A, C en E en bètacaroteen - in samenwerking met selenium mangaan en zink Paarden die gevoerd worden met enkel hooi of voordrooggras en granen kan de antioxidantenaanvoer te beperkt zijn. |
terug naar boven
Vitaminen | ||
Zijn niet-minerale stoffen die in minieme hoeveelheden nodig zijn in het dieet om gezond te blijven. Alle wateroplosbaren vitaminen kunnen veilig in een hoge dosering gegeven worden omdat het teveel wordt uitgescheiden door de urine. De belangrijkste zijn: - A,D,E en K - wateroplosbare vitamines C, B-complex Vitamine A (of retinol) In vetoplosbare vitamine. Paarden moeten bètacaroteen uit groene planten omzetten in vit. A. Gras en klaver bevatten veel bètacaroteen. Ander ruwvoer is minder rijk aan deze stof. Overschot aan vit. A kan gebrek aan eetlust veroorzaken. Vitamine D Is belangrijk voor behoud van juiste hoeveelheid calcium en fosfaat. Het wordt geproduceerd in de huid in de zon en opslag vindt plaats in de lever. Gebrek is zeldzaam en leidt tot rachitis. Vitamine E Werkt als antioxidant voor het opvangen van vrije radicalen en ondersteunt het immuunsysteem. Gebrek leidt tot afbraak van de spieren. Bronnen zijn vers groenvoer en de vliezen van granen. Vitamine K Wordt geproduceerd in de dikke darm door de micro-organismen. Speelt een rol in het stollingsproces van bloed. Gebrek treedt op na langdurige verstoring van de dikke darm. Vitamine C Dit kan het paard zelf aanmaken uit glucose en is wateroplosbaar. Het werkt als antioxidant. Vitamine B-complex Wordt in de dikke darm geproduceerd tijdens fermentatieproces en is wateroplosbaar. Ze zijn betrokken bij de energieoverdracht in het lichaam. |
terug naar boven
Supplementen | ||
Supplementen zijn stoffen die in kleine hoeveelheden aanwezig zijn in het normale dieet van het paard, maar die, zoals hun naam al aangeeft, ook nog eens apart als extra nutriënt worden toegevoegd aan het normale voedselrantsoen van het paard. Van de meeste supplementen is de werking niet bewezen. • Zoek eerst naar een betere balans, indien mogelijk, in de basisvoeding voordat je een supplement gebruikt. Is een paard te opgewonden kan hij baat hebben bij b.v. biks in plaats van een granenmengsel of in ieder geval een dieet met een laag zetmeelgehalte. • Sluit gebits- of wormproblemen uit. • Er zijn grenzen aan wat per dag met een max. gift van 100 gr. bereikt kan worden. • Begin 6 weken voor de start van het wedstrijdseizoen met de toevoeging van b.v. olie. |
||
Sappig voedsel Fruit en groente bevatten veel water en suiker (of zetmeel bij aardappelen). Doel - traktatie - afwisseling - goed voor het gebit - speelgoed (een koolraap aan een touwtje in de stal) Hoe te voeren? Snijd vruchten en planten in de lengte door, maar snijd ze niet in kleine stukken in verband met verslikken. |
||
Voedingssupplementen Mengsels van één of meer ingrediënten uit het voer aangevuld met extra stoffen als vitamine en mineralen en eventueel ook met synthetische supplementen. • breed spectrum-supplementen: bevatten veel verschillende mineralen, sporenelementen en vitaminen. • specifieke supplementen bevatten ingrediënten voor een bepaald doel Doel Aanvulling bij paarden die weing krachtvoer krijgen. Specifieke suplementen bevatten ingrediënten voor een bepaald doel bijvoorbeeld: - verbeteren hoefgroei - ondersteuning gewrichten (b.v. glucosamine) - enz. |
||
Kruiden Een breed spectrum aan planten met eigenschappen die variëren van therapeutisch tot voedzaam. |
||
Spijsverteringshulpmiddelen Drie hoofdgroepen • gisten Doel: - stimuleren micorbiële fermentatie in dikke darm en verbeteren zo de vezelvertering. - bron vit. B • probiotica Doel: - stimuleren goede werking van de inwendige microflora in de dunne darm. • prebiotica Alle niet-micorbiële voedingssupplementen die de bacteriegroei in het spijsverteringskanaal stimuleren. |
terug naar boven
Elektrolyten | |||
Elektrolyten zijn positief en negatief geladen deeltjes die in waterige oplossing ook wel ionen genoemd worden. Deze deeltjes komen voor in het bloed en binnen en buiten cellen van het (paarden)lichaam. Deze deeltjes worden in het rantsoen van het paard vaak in de vorm van zouten aangeboden. Het lichaam kan geen "elektrolytenvoorraad" aanleggen. Het paard is daarom afhankelijk van de opname deze nutri�nten in zijn rantsoen. De belangrijkste geladen deeltjes vanuit voedingsoogpunt zijn: Natrium Kalium Chloor Bicarbonaat Calcium Magnesium Fosfaat Functie: - regulatie van de vochthuishouding - handhaven van het evenwicht tussen positief en negatief geladen deeltjes - genereren van elektrische impulsen in zenuwen en spieren Behoefte: Als je paard veel zweet gedurende een wedstrijd kan suppletie van elektrolyten nodig zijn. De elektrolytenbehoefte neemt vooral toe wanneer intensieve (langdurige) prestaties (b.v. endurance) moeten worden geleverd. De behoefte wordt be�nvloed door de buitentemperatuur en tot op zekere hoogte door de luchtvochtigheid. • Zorg dat het paard altijd schoon drinkwater ter beschikking heeft • Compenseer het elektrolytenverlies wanneer zware inspanning geleverd is (Let extra op bij hoge omgevingstemperaturen) • Wanneer elektrolyten voor een (langdurige) competitie worden verstrekt, geef dit dan 4 uur voor de inspanning zodat het paard na zoutopname voldoende tijd heeft om te drinken. • Voer voldoende ruwvoer ook wanneer een intensieve inspanning gepleegd moet worden (Minimaal 1% van het gewicht van het paard). Dit zorgt voor een groter reservoir van vloeistoffen en elektrolyten in de dikke darm. • Gebruik bij voorkeur natriumchloride zouten voorafgaand aan intensieve inspanningen en na de inspanning een combinatie van Natrium en Kalium zouten. • Sommige paarden die regelmatig of erg zweten maken nauwelijks of geen gebruik van hun liksteen. Voor deze paarden kan het geven van elektrolyten door het voer een oplossing bieden.
|
terug naar boven
Tabel 1: inspanningsniveau | |||||||||
|
terug naar boven
Tabel 2: voedselverdeling ruw- en krachtvoer | |||||||||||||||||||||||||||||
|
terug naar boven
Tabel3 Voedselbehoefte per kg lichaamsgewicht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voedselbehoefte voor een vowassen paard per kg. lichaamsgewicht van onderhoudsvoer (niv. 1) t/m een zogende merrie (niv. 6). Niveau's: zie Tabel 2
|
terug naar boven
Tabel 4: voedselbehoefte EWPa en VREp (niet drachtig) | |||||||||||||||||||
|
terug naar boven
Tabel 5: richtlijnen gemiddelde hoeveelheden | |||||||||||||||
|
terug naar boven
Tabel 6: Voedingswaarden ruwvoer per kg. product en droge stof. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
terug naar boven
Tabel 7: behoefte paard 500 kg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
terug naar boven
Dressuuroefeningen in zakformaat | |
![]() |
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje? Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid. Lees meer ............ |
Springoefeningen in zakformaat | |
![]() |
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje? Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid. Lees meer ............ |
terug naar boven