Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Problemen met springen

Je paard rent weg na de sprong.







Inleiding

• Voordat je aan een probleem gaat werken sluit je een fysieke oorzaak uit.
• Deze pagina is niet bedoeld voor het aanrijden van jonge paarden en hun specefieke problemen.

Wanneer je gaat werken aan de oplossing van jouw probleem moet je zelf geloven in wat je gaat doen. Het heeft geen zin om "iets te gaan proberen". Je gaat het niet proberen, je gaat het doen! Wees vooral zeer consequent in wat je vraagt!

Een paard is van nature geen springer dus het moet hem geleerd worden. Jonge paarden leren springen moet met veel rust en vertrouwen gebeuren. Een slechte ervaring in deze fase vormt een blijvende vervelende herinnering voor het paard.
In de ideale wereld springt een paard gewillig alle hindernissen, maar de realiteit is heel anders. De meeste paarden ontwikkelen allerlei trucks om het springen te vermijden. Er zijn paarden met een natuurtalent voor het springen en zij die zo'n paard bezitten zijn gezegend.

De hier geboden oplossingen zijn zeer algemeen en op de meeste paarden van toepassing. Iedere trainer heeft waarschijnlijk zijn eigen techniek om dit probleem op te lossen, en ieder paard is een individu en zal soms anders of niet reageren op een speciale techniek.

Maak niet de fout om in de eindeloze spiraal van spanning te raken. Blijf altijd rustig en blijf de problemen benaderen met een positieve instelling en oplossend denken.


terug naar boven

Mogelijk oorzaken

Onderzoek eerst mogelijke oorzaken van fysieke aard, zoals pijn of rugproblemen. Deze worden op deze pagina niet behandeld.

• angst voor de sprong
• teveel gewicht op de voorbenen tijdens de landing
• angst voor aan de teugels trekken van de ruiter voor- tijdens of na de sprong
• de ruiter komt mogelijk te hard of te vroeg terug op de rug van het paard
• verkeerde rugtechniek van het paard waardoor hij pijn heeft tijdens de sprong
• probeer je paard de laatste drie galopsprongen voor de hindernis niet meer terug te rijden of zijn galoppassen te vergroten. Hij moet zich voorbereiden op de sprong en dan breng je hem uit balans. Dat maakt hem onzeker waardoor hij na de hindernis wegloopt voor zijn angst.
• een slecht aangeleerde gewoonte


terug naar boven

Mogelijk oplossingen

• Ga pas springen als je paard relaxed is.
• Zorg dat je paard niet meer bang is voor de sprongen door hem rustig en geduldig alles te leren en hem niet te overvragen. Spring vaak maar niet veel. Laat het springen gewoon worden.
• Rijd een volte of andere oefening na de sprong. Weet van te voren wat je gaat doen.
• Ga niet aan de teugels trekken na de sprong of trek hem niet ruw op de volte. • Na de sprong rijd je eerst altijd een stukje rechtuit voordat je een volte of i.d. inzet. Anders breng je je paard uit balans, wat hem onzeker maakt, wat weer een reden is om te gaan rennen.
• Galoppeer ongeveer een halve bak vantevoren aan om in een uitgebalanceerd ritme je hindernis aan te rijden.
• Geef niet teveel druk met de kuit voor de hindernis en trek niet aan de teugels voor de hindernis.
• Bereid de oefening eventueel eerst voor in stap met balken op de grond.
• Ga halthouden, ga terug in draf of stap, rijd een schijnovergang na de sprong of rijd een correcte volte. Blijf net zo lang een volte rijden totdat je paard rustig is en rijd dan de overgang terug.
• Blijf altijd zelf rustig!


Toelichting
De grootste oorzaak van het wegrennen na de hindernis is angst. Angst voor de hindernis of angst voor het aan de teugels trekken van de ruiter. Het is dus jouw taak om deze angsten met veel geduld weg te nemen en het vertrouwen van je paard terug te krijgen.
Vertrouwen terugkrijgen betekent dat je voor je paard bekende en eenvoudige oefeningen bedenkt en zelf vooral leiding neemt. Leiding neem je door veel afwisselende lijnen en oefeningen te rijden voor, tussen en na de hindernis. Jij rijdt, en je gaat niet afwachten wat je paard gaat doen.
De hindernis moet een onderdeel zijn van een te rijden lijn en niet slechts een te overwinnen obstakel. Je rijdt dus lijntjes, voltes, overgangen en af en toe spring je een vertrouwd hindernisje waarna je weer direkt overgaat tot het rijden van lijntjes, voltes overgangen enz.

Alleen een relaxed paard is in staat om goed aan de hulpen te zijn. Je gaat pas springen als je paard relaxed is en zorg ervoor dat de gebouwde obstakels eenvoudig en rustgevend zijn, al zijn het slechts balkjes op de grond.
In eerste instantie ga je na de hindernis altijd iets doen om je paard te leren op jouw aanwijzingen te wachten. Ook wanneer je een klein parcoursje gaat springen doe je steeds tussen de hindernissen en na de sprong een oefening zoals een volte, halthouden of je rijdt en schijnovergang. Zorg dat je voorafgaand aan deze oefeningen een halve ophouding geeft.
Uiteindelijk zal je paard gaan reageren op een halve ophouding omdat hij een oefening verwacht. Jij kunt dan je paard netjes inhouden na de sprong.
De laatste drie galopsprongen voor de hindernis mag je niet meer ingrijpen. Je paard heeft zijn hoofd nodig om de hindernis te taxeren en de afsprong in te zetten.
Je moet vooral niet aan de teugels gaan trekken want dat bevordert alleen maar dat je paard harder gaat rennen omdat hij vluchtgedrag vertoont vanwege de pijn die dit veroorzaakt.

Waarom een volte?
Als je paard wegrent, valt hij uit elkaar zoals dat heet in paardentermen. Dat betekent dat hij niet meer verzameld is en zijn achterbenen niet meer onder de massa heeft. Het gewicht komt steeds meer op de voorbenen en je paard kan niet anders dan harder gaan galopperen.
In een volte breng je je paard op de achterbenen. Je moet dan wel de volte rijden in de juiste stelling en de juiste techniek. (Kijk het voor het rijden van een correcte volte)
Herhaal het rijden van een volte net zo lang totdat je paard rustig is en aan de hulpen is. Dan ga je pas een overgang terug rijden als beloning voor de gehoorzaamheid. Doe dit altijd wanneer je paard te hard gaat en niet reageert op jouw hulpen! Hij zal uiteindelijk flauw worden van al die voltes en steeds beter gaan reageren op een ophouding.


terug naar boven

Oefening 1

Opbouw
• Leg een eenvoudige drafrij van drie balkjes (1.20-1.50 m.)
• Zet aansluitend een niet te hoog kruisje op 2 - 2.75 m.
• Plaats de hindernisrij vooraan op de AC-lijn

Uitvoering
• Zorg eerst voor een taktmatige rustige draf voordat je gaat springen.
• Weet welke voltes je gaat rijden en geef duidelijke aanwijzingen aan je paard.
• Maak een zorgvuldige wending aan het begin.
• Zorg dat je recht voor de drafbalkjes komt
• Loop de drafbalkjes goed over het midden.
• Rijdt in een verlichte zit.
• Spring rustig het kruisje en richt je blik op het rode kruisje.
• Indien het paard in de goede galop landt, rijdt je door naar de volte.
• Indien het paard niet goed landt, neem je hem terug en spring je opnieuw aan op het aangegeven punt.
• Wissel de voltes links en rechts af.

Stop pas met de oefening als het paard rustig zijn oefeningen doet en je aanwijzingen begrepen heeft..

Als je paard netjes in de gewenste galop aanspringt kun je proberen in de goede galop te landen en bij de tweede volte een galopwissel te rijden.

Uit: Springreiten mit system
101 gymnastikreihen -
vom einsteiger zum profi
Linda Allen

Let op:
• Maak ik een goede wending met stelling en buiging?
Zet eventueel een pylon neer waar je omheen rijdt.
• Ga ik goed over het midden van de balkjes zonder te slingeren?
• Trek ik mijn paard niet in de mond boven de hindernis?
• Rijd ik de voltes netjes rond?
• Springt mijn paard aan in de juiste galop?
• Maak ik de oefening netjes af?


terug naar boven

Oefening2


Voorbereiding
• Rijdt dressuur en rijd tussen de balkjes afwisselend een overgang terug, een volte en af en toe gewoon rechtdoor.
• Vergeet niet ook een schijnovergang te maken. Heel belangrijk!
• Concentreer je op het rijden van een juiste volte. (Kijk het voor het rijden van een correcte volte)


Doel
• je paard erop voorbereiden dat er tussen twee balkjes "iets" gaat gebeuren.



Opbouw
• Bouw een hindernis. Afhankelijk van je niveau een kruisje, een steilsprong of misschien een balkje op de grond.
• Leg twee balkjes in het verlengde van de sprong met een afstand van 1.20 - 1.50 m. (D/E-pony - paard). Leg de balkjes ruim achter de hindernis.
• Leg drafbalkjes op een afstand zoals voorgaand.

Doel
Je paard leren om terug te komen in gang of snelheid tussen de balkjes.
Uiteindelijk moet hij tussen de balkjes terug te rijden zijn met een halve overgang.


Uitvoering
• Rijd net zo lang totdat je paard relaxed is en neem dan af en toe het sprongetje afwisselend in stap, draf of galop.
• Neem je paard terug tussen de balkjes en/of rijd een volte.(Kijk het voor het rijden van een correcte volte)
• Concentreer je op het rijden van een juiste volte. (Kijk het voor het rijden van een correcte volte)

• Als je hem terug kunt nemen in gang of tempo, rijd je rechtdoor en ga je afwisselend links- of rechtsaf.
• Wissel de sprongetjes af met dressuur en draven over de drafbalkjes.

Doel
• Je paard leren wachten op een aanwijzing van jouw tussen de balkjes, zodat je uiteindelijk een halve ophouding kunt geven.

Let op:
• Rijd ik over het midden van de balkjes en de sprong?
• Rijd ik zorgvuldig alle lijnen en bochten?
• Rijd ik een correcte volte?
• Trek ik niet aan de teugels voor- of na de hindernis maar rijd ik met de juiste aanleuning met evenveel druk op beide teugels?
• Rijd ik de overgang terug op de juiste manier zonder aan de teugels te trekken?




terug naar boven

Oefening3


Let op!
De hindernisnummers zijn geen springvolgorde maar een aanduiding.

Opbouw
• Bouw alles op als aangegeven. Houd voor ieder sprongetje een ruimte om minstens 7 meter recht aan te kunnen rijden.
• Maak van iedere hindernis desnoods een balkje op de grond.
• De drafbalkjes liggen 1.20 - 1.50 m. (D/E-pony - paard) van elkaar.
• De galopbalkjes liggen 2.10 - 2.75 m. (D/E-pony - paard) van elkaar. Over de galopbalkjes kan ook gedraafd worden.
• Zorg dat de hindernissen van beide kanten gesprongen kunnen worden door aan beide kanten een grondbalk voor de hindernis te leggen en aan te leunen.

Doel
• Rustig en bewust sturen.
• Het paard laten wachten op wat jij gaat doen.
• Een dergelijk parcoursje gaan zien als een ontspannen spelletje.


Uitvoering
• Iedere sprong kun je aanrijden of de ernaast gelegen balkjes. Wissel dat fantasievol af.
• Rijd na ieder sprongetje een volte om je paard pas terug te nemen in gang als hij rustig is.
• Rijd dressuur in combinatie met de obstakels. Rijd misschien alles eerst in stap.
• Zorg voor veel afwisseling.
• Ga eens halthouden tussen de balkjes of voor/na een hindernis of rijd een schijnovergang schijnovergang .
• Rijd pas een nieuw obstakel aan als je paard weer helemaal aan de hulpen is.

Let op:
• Rijd ik ieder obstakel geconcentreerd en netjes over het midden?
• Heb ik evenveel druk op beide teugels? Ook en vooral in de wendingen? • Rijd ik vloeiende wendingen, trek ik het paard niet plotseling om aan de teugel?
• Breng ik voldoende afwisseling in mijn lijntjes zodat mijn paard niet weeet wat ik ga doen?
• Stuur ik mijn paard bewust en rustig naar het volgende obstakel?
• Kijk ik bij het ene obstakel al naar het volgende obstakel?


terug naar boven

Oefening 4

Opbouw
• Leg een eenvoudige drafrij van drie balkjes (1.20-1.50).
• Zet eerst een eenvoudig kruisje na de balkjes en verander die later in een steilsprong en dan in een oxer.
• Zet pylonnen zoals op de tekening.

Uitvoering
• Rijd de slalom afwisselend eerst linksom of rechtsom of sla eens een pylon over.
Maak ook eens een cirkel om een pylon.
• Rijd afwisselend links en rechtsom aan en wend ook afwisselend links- en rechtsom na de oefening.
• Als je paard alles rustig uitvoert kun je de drafbalkjes weghalen en de sprong in galop nemen.
• Neem je paard na de sprong in draf terug en doe een oefening met de pylonnen.


Let op:
• Kijk ik goed naar het blikpunt als ik spring?
• Kom ik goed mee boven de hindernis en trek ik mijn paard niet in de mond?
• Breng ik voldoende afwisseling in de oefening?
• Heb ik goede buiging en stelling om de pylonnen?
• Trek ik niet aan de teugels als ik om een pylon rijd maar stuur ik door middel van een samenwerking met benen en teugel?
• Heb ik de oefening netjes afgemaakt?


terug naar boven

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven