Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Omgang met paarden







Algemeen

Wees je er voor alles van bewust dat je paard een levend wezen is en een uniek individu met goede en slechte dagen.

Als je met paarden omgaat, moet je altijd rekening mee houden met het volgende:
Het paard is:
• een vluchtdier
• een kuddedier
• een prooidier
• een gewoontedier

Dat houdt in dat je er altijd op bedacht moet zijn dat je paard bij een schrikreactie wil wegvluchten.
Vooral het gedrag van de kudde is van grote invloed op het gedrag van een afzonderlijk paard. Als er ��n paard gaat vluchten, gaat de rest zonder nadenken mee.
Ken de rangorde (wie is de baas) van de groep en weet welke plaats jouw paard inneemt in de groep.
Tevens zul je in je omgang zelf altijd de leiding moeten nemen over het paard waar je mee omgaat, alsof je zelf de baas bent van de kudde. Voedselnijd betekent dat het leidende paard het eerste recht heeft op het voedsel. Als ondergeschikte paarden voedsel eten, zal het leidende paard proberen hen weg te sturen.
Omdat het paard een prooidier is zal hij bij een voor hem bedreigende situatie altijd bijten of achteruitslaan.
Een paard leert door gewoontevorming: door veel herhaling. Iedere afwijking van een gewoonte, kan je paard uit balans brengen.

Gouden regels:
• gedraag je rustig
• wees consequent in je omgang
• leer snel te reageren
• laat altijd horen of voelen waar je bent of wat je gaat doen
• loop niet achter een paard langs. Indien toch noodzakelijk, laat dan voelen waar je bent door je hand op zijn achterhand te leggen voordat je achter hem langs gaat.
• houd het leid- of halstertouw altijd op de juiste manier in de hand (zie hieronder)
• zorg voor voldoende ruimte voor jezelf en weet hoe je, in geval van paniek, weg kunt bij je paard
• draag geen sieraden
• draag stevige schoenen
• draag geen loshangende kleding
• zorg voor een rustige omgeving
• laat je paard niet zonder toezicht alleen aan een touw staan
• ga liever niet alleen werken met je paard of laat in ieder geval iemand weten waar je bent. Heb altijd een mobiele telefoon in je zak.
• zorg ervoor dat je je paard altijd op een positieve manier verlaat


Je paard moet alles leren
Besef dat een paard alles moet leren: het halster omdoen, het leiden, rustig stilstaan, poetsen en ga zo maar door.
Wanneer je een paard koopt dat al bereden is, heeft hij de basis meestal al geleerd. Echter ben jij een ander persoon dan de vorige eigenaar en daar moet je paard aan wennen. Hij moet leren begrijpen wat jouw bedoelingen zijn en dat kan hem erg onzeker maken. Het lijkt dan alsof je paard niet is opgevoed, maar dat is geenszins het geval. Ook een paard moet acclimatiseren.


Wijken voor druk
Je paard moet in de omgang vooral leren om van je af te bewegen als jij druk geeft op de zijkant van zijn lichaam. Een paard dat dat nog niet geleerd heeft (of als de persoon niet voldoende leiding heeft) zal altijd tegen de druk ingaan en naar je toe bewegen. Vooral in de stal/box of bij het vaststaan is het heel belangrijk dat je je paard van je af kunt laten bewegen.




Bron:
quiltwithus.
connectingthreads.com


Touwen en paarden
Een paard kan schrikken en onverwacht aan het leidtouw trekken. Wees je er altijd van bewust waar en hoe je je paard vasthoudt. Zowel het afklemmen van vingers als het ontstaan van brandblaren vanwege het door je handen glijden van het touw kan heftige verwondingen veroorzaken.
Doe in onzekere situaties altijd handschoenen aan.

Wind een touw nooit om je hand heen, maar neem het met verschillende lussen in je hand zodanig dat je het touw direkt los kunt laten in een panieksituatie.



voertaal: Duits
Een voorlichtingsvideo die hoofdzakelijk gemaakt is voor de omgang met een paard in een kliniek. Het geeft vele nuttige aanwijzingen voor de omgang, vooral het de eerste gedeelte.


terug naar boven

Jouw gedrag

Benaderen van je paard
Wees altijd alert als je een paard benadert, ook al ziet het paard er nog zo mak uit. Let op de kenmerken van het gedrag zoals het plat gooien van de oren, het knijpen met de staart, onrustig met de staart, angstige ogen, draaien van de achterhand.
Houd rekening met:
• schrikken
• bijten
• trappen

Tips voor benadering:
• benader een paard altijd rustig
• benader een paard nooit van achter
• benader je paard vanaf links naar de schouder
• laat met je stem horen dat je eraan komt
• let op het gedrag van het paard (oren, ogen, achterhand)
• let op de andere paarden in de kudde
• let op je omgeving b.v. het naderen van een auto of een persoon met een paraplu
• benader je paard nooit met opgeheven hand, dat is bedreigend voor hem


Rondom je paard
Bij alles wat je doet, observeer je het gedrag van je paard. Laat je paard weten waar je bent en wat je doet. Ga dus niet onverwachts de stal in of met een borstel op zijn huid. Leg b.v. eerst even de andere hand op zijn lichaam en begin dan met borstelen.
Loop rustig en beweeg je in een logische volgorde. Ga dus niet ineens van het hoofd naar de staart. Als je dat wel wenst te doen, laat je je hand over het paardenlichaam meeglijden van voor naar achter.
Wanneer je achter je paard langs moet, leg dan je hand op zijn achterhand en laat je hand meeglijden over de staartwortel naar de andere zijde, terwijl je achter je paard langs loopt. Loop liever dicht achter je paard langs, dan een meter erachter. Een eventuele trap komt minder hard aan als je dicht bij je paard staat.

Een paard dat bijt
Meestal een probleem van ruinen, vooral als ze betrekkelijk lang hengst zijn geweest.
Wees altijd alert, ook al is het bijten van het paard nog slechts een beetje happen. Wijs je paard altijd terecht, al zal dat nooit helemaal afdoende zijn. Je kunt hem terecht wijzen door een afwerende beweging te maken met je arm of een tikje met de zweep tegen schouder/borst. Een tik op de neus heeft weinig effect.
Tijdens de omgang met een bijtend paard houd je een hand of elleboog in zijn hals. Je kunt een eventuele dreiging dan direkt afweren. Je kunt ook een zweep in de hand houden. De dreiging van de zweep doet het paard al afstand houden.
Als je je paard vastzet, zet hem dan kort vast zodat hij je niet kan bereiken. In de stal of box is het handig om je paard naar buiten te laten kijken. Voordat hij zijn hoofd door de deur terug kan trekken om te bijten, heb jij het komende gevaar al voelen aankomen.
Als je paard een gevaarlijke bijter is, doe hem dan een graasmasker om als je met hem bezig bent.
Geef dit paard zo min mogelijk wat lekkers als beloning. Dat zal het bijten doen toenemen.

Een paard dat trapt
Voorzichtigheid is geboden. Veiligheid gaat voor. Voorkom onverwachte situaties en leg, tijdens het poetsen, je hand op het boven achterbeen. Zodoende kun je aan de bovenbeenspier voelen of je paard zijn been optilt om te gaan trappen en je kunt je van het paard afduwen.
Je kunt beter dicht bij het paard staan dan op een meter afstand. Een trap van dichtbij komt minder hard aan omdat je paard niet zoveel slag kan maken.


terug naar boven

Belonen en straffen

Belonen en straffen doe je binnen 2 minuten na het gewenste of ongewenste gedrag. Daarna is het zinloos omdat het paard daarna niet meer het verband ziet tussen de beloning of straf en het gedrag. Belonen doe je met emotie, straffen doe je zonder emotie!
Ben je er heel bewust van wanneer je beloont of straft. Heel bekend is de situatie van een paard dat niet in de trailer wil. Het paard loopt achteruit en de ruiter geeft hem iets lekkers om hem gerust te stellen, maar het paard ziet dat als beloning voor het achteruit stappen.
Een paard is gevoeliger voor beloning dan voor straf. Een straf wordt veelal geassociëerd met de persoon die de straf uitdeelt en niet met het ongewenste gedrag. Het creëert angst voor de ruiter of voor de situatie. En angst is geen goede motivatie voor succes.

Klassiek conditioneren:
Een betekenisvolle prikkel wordt geralateerd aan een bepaald gedrag, wat uiteindelijk het gedrag uit zichzelf oproept.
Als je altijd vooraf aan het voeren met een emmer rammelt, zal het paard het rammelen van de emmer gaan associeren met het krijgen van voer.

Operant conditioneren:
Leren door het maken van fouten of door successen.
Dit wordt gebaseerd op gedragspatronen die ontstaan door voldoening, behoefte of een beloning.
     a. Leren door bekrachtiging
          iets prettigs aanbieden (belonen)
          iets onprettigs wegnemen (b.v. stoppen met trainen)
     b. Leren door correctie
          iets prettigs wegnemen(b.v. onthouden van beloning)
          iets onprettigs aanbieden (straffen)


Taal: Duits
Verschillende manieren om te belonen.



Belonen
• tevredenheid van de begeleider
• met je stem
• met een klopje, kriebelen in de manen enz.
• met iets lekkers
• stoppen met je training
• verlaat je paard altijd positief

Beloon je paard alleen als hij het verdiend heeft.

Een paard wordt tevreden en blij als de ruiter tevreden en blij is. Andersom natuurlijk ook: als de ruiter/begeleider uit zijn humeur is, zal het paard ook niet ontspannen zijn. Het paard voelt de gemoedstoestand van zijn begeleider feilloos aan. Slechts een ontspannen paard is ontvankelijk voor wat de ruiter/begeleider van hem vraagt.

De klank van een rustige en vriendelijke stem doet het paard ontspannen. De klank en intonatie is daarbij belangrijker dan de gebruikte woorden. Gebruik altijd dezelfde woorden voor dezelfde aanwijzing.

Een paard wordt tevreden en blij als de ruiter tevreden en blij is. Het geven van het klopje is een uiting van tevredenheid van de ruiter waardoor je paard ook ontspannen en tevreden wordt. Deze situatie zal het paard als prettig ervaren waardoor hij gemotiveerd wordt om het gedrag te tonen dat tot deze situatie leidt.

Wees zuinig met het belonen met iets lekkers. Je paard kan heel bijterig worden van teveel beloning en zelfs je kleding kapot scheuren in zijn zoektocht naar het lekkers.

Je paard leert snel, b.v. achteruit stappen, als hij direkt daarna de trainingsruimte mag verlaten. De eerste keer snapt hij het natuurlijk nog niet maar met een paar trainingssessies associëert hij het achteruitstappen met het stoppen van de training wat hem beweegt tot volledige medewerking.

Wanneer je je paard verlaat in een positieve sfeer, zal je paard je weer graag zien komen. Beloon hem dus met iets dat je paard prettig vindt, b.v. een lauwe douche, een worteltje of laat hem even gras eten in de berm voordat je bij hem weggaat. Het laatste contact moet altijd een goede herinnering zijn. Dat is alvast een goede start voor de volgende keer.


Bron:
horsefeedblog.com/

Een paard voeren doe je met de vlakke hand. Een paard bijt je anders snel in je vingers.

Straffen
• je paard laten bewegen, zoals achteruit zetten of kleine voltes draaien.
• het onthouden van beloning (niet geven)
• een tik met de zweep

Wanneer je paard ongewenst gedrag vertoont, moet je hem terecht wijzen. Je kunt hem een paar maal achteruit laten stappen of kleine voltes laten draaien totdat hij het gewenste gedrag toont. Je paard verlangt naar rust als jij hem zo laat bewegen waardoor hij zich makkelijker overgeeft aan jouw leiding en bereid is te doen wat je vraagt.

Wanneer je paard altijd een kleine beloning krijgt als hij b.v. een sprong maakt tijdens het vrij-springen, ziet hij het als straf als hij de beloning niet krijgt. Dit kun je toepassen als hij b.v. uitbreekt tijdens het vrij-springen. (langs de hindernis gaat)

Een tikje met de zweep op het juiste moment is meer een aanmoediging dan een straf. Bij een ferme tik met de zweep bij herhaald ongewenst gedrag zal het paard uiteindelijk het ongewenste gedrag gaan associëren met de pijn en daardoor zijn gedrag veranderen. De tik moet dus zeer consequent gegeven worden bij hetzelfde ongewenste gedrag en binnen 2 minuten. Na 2 minuten weet het paard niet meer waarvoor hij de tik kreeg. Een tik geven uit kwaadheid is zinloos.
Het herhaald slaan met de zweep is mishandeling.


terug naar boven

Materiaal om je paard te leiden

Bron:
www.agradi.nl

Halster
Een halster is er om het paard te leiden. Je klikt het halstertouw aan de onderste ring van het halster en leidt je paard met het halstertouw.
Het halster kun je bij de hals losgespen zodat je het makkelijk aan en uit kunt doen, zeker als je paard een beetje kopschuw is.


Bron:
www.nhforum.nl

Touwhalster
Deze kun je zelf knopen.
Werkt scherper in dan een gewoon halster. Een onwillig paard kan daardoor soms beter gemotiveerd worden om je te volgen.

Bind het paard niet vast en zet hem niet in de wei met een touwhalster. In een panieksituatie kan een touwhalster niet breken, een gewoon halster wel.


Bron:
www.nhforum.nl

Hoofdstel
Er zijn verschillende soorten hoofdstellen.
Een hoofdstel is in de eerste instantie bedoeld om het bit in de mond te houden om te kunnen rijden. Als je echter je paard rijklaar hebt gemaakt, moet je je paard begeleiden aan de teugels van het hoofdstel.
Neem daarvoor de teugels over het hoofd.


Touwen om te leiden
• wikkel het halstertouw nooit om de hand. In noodgevallen moet je het touw los kunnen laten.
• laat een touw nooit door je handen glijden als je paard b.v. plotseling achteruit trekt

Halstertouw
• is ongeveer 2 m. lang
• let op het materiaal van het halstertouw. Een touw van volledig nylon bezorgt je brandblaren in je hand wanneer het paard het touw plotseling door de hand trekt.

Leidtouw
• is vaak 3.5 tot 4 m. lang
• soms is een lang leidtouw beter geschikt dan een halstertouw, vooral voor een wat onstuimig of jong paard. Je kunt het touw tot zijn volle lengte laten vieren als je paard plotseling schrikt. Vervolgens kun je aan het langere touw het paard om je heen laten lopen (als longeren) om hem daarna weer onder controle te krijgen. (alleen voor ervaren paardenbezitters)
• is niet geschikt als je nog niet in staat bent om een touw op de juiste wijze te gebruiken. Je kunt erin verstrikt raken
• je kunt meer afstand creëren tussen jouw en je paard
• je kan verschillende posities innemen, van de leidende positie, tot de partner positie, tot de drijvende positie
• je kunt je paard een sprongetje laten nemen aan het leidtouw
• is noodzakelijk voor bepaalde methodes van trailerladen


Bron:
www.horsus.nl

Een veiligheidssluiting geeft je de mogelijkheid om je paard in noodgevallen los te trekken. Dit kan handig zijn in de trailer of wanneer je het paard vastzet. Tijdens het begeleiden van je paard kan het soms tegen je werken wanneer je je paard vlak bij het halster naar je toe wilt trekken. In een ongunstig geval trek je dan de veiligheidssluiting los.


terug naar boven

Het halster omdoen




Voorbereiding 1
• maak de clip van de keelriem van het halster los
• bevestig je halstertouw aan het halster

Halster omdoen 1
• ga links van je paard staan, op schouderhoogte
• breng het uiteinde van het halstertouw over de hals
• pak het halster aan beide zijden (rechterhand onder de hals door) aan het kopstuk (bovenkant)
Breng de neus van het paard in de neusriem
• trek het halster over de oren, de rechterzijde eerst
• sluit het halster


Voorbereiding 2
• maak de gesp van de nekriem los
• bevestig je halstertouw aan het halster

Halster omdoen 2
• ga links van je paard staan, op schouderhoogte
• pak het halster aan beide zijden net boven de neusriem
• schuif de neusriem over de neus
• laat de handen langs de bakstukken naar boven glijden
• de rechterhand gaat onder de hals door achter het hoofd
• gooi met de rechterhand de riem van het kopstuk over de nek en vang het op met de linkerhand
• sluit de gesp van de nekriem


Problemen

Mijn paard gooit zijn hoofd omhoog
1.
Draai het hoofd naar je toe, over je schouder, en doe dan het halster om.
2.
Je legt je rechterarm over de manenkam en kriebelt met je rechterhand tussen de oren door op de maantop. Je linkerhand geeft zacht druk aan het halster. Je stopt de druk aan het halster als je paard meegeeft.
3.
Je neemt altijd iets lekkers mee en neemt dit in je linkerhand. Je paard moet het lekkers pakken met zijn neus door het halster. Wanneer het een gewoonte is geworden, kun je het lekkers achterwege laten.

Mijn paard loopt achteruit
Doe je paard eerst een touw om de hals en zet hem steeds terug in de basisstand.

Mijn paard brengt zijn hoofd naar rechts
Breng je rechterhand onder de hals door op zijn neus en controleer de beweging. Geeft met je linkerhand het halster aan de rechter. Houd het halster vast met beide bakstukken in je rechterhand. Je linkerhad breng de neusriem over de neus en je rechter trekt het halster naar boven.

Veel gemaakte fouten:
• voor je paard gaan staan om hem te halsteren
• je rechterhand over de neus van het paard bewegen om het halster over de oren te trekken. Neem je rechterhand onder de hals door
• het paard op het verkeerde moment belonen. Je paard doet zijn hoofd omhoog en jij geeft hem iets lekkers om het hoofd naar beneden te krijgen. Je paard wordt dan beloont voor het omhoog gooien van zijn hoofd.



taal: Engels
Een kopschuw paard halsteren

terug naar boven

Een paard leiden

Leid je paard door te gaan lopen en je paard een kort moment een lichte druk te laten voelen. Luistert je paard niet, geef je een klein rukje, waarna je het touw weer direkt ontspant. Je paard moet je vanzelfsprekend volgen omdat jij de leiding neemt.
Ga nooit aan je paard trekken. Je paard gaat dan terug trekken en kan veel harder trekken dan jij. Kijk niet achterom (bij een mak paard) of je paard wel meekomt. Die aarzeling ondermijnt je leiding. In een onzekere situatie hou je natuurlijk je paard goed in de gaten.
Als je paard plotseling gaat trekken, laat je de rechterhand los en vang je het paard op met je linkerhand aan het touw/teugels met de volle lengte. Laat het touw niet door je handen glijden.


Je kunt je paard leiden met:
• halster en halster- of leidtouw
• hoofdstel en halster- of leidtouw
• hoofdstel en teugels



Methode 1
• aan de linkerzijde van het paard op schouderhoogte lopen
• met de rechterhand vlak onder de kaak, het paard leiden
• de linkerhand houdt de resterende lengte van het touw/teugels vast
• nooit het halstertouw/teugels om de hand wikkelen
• blijf voor je uit kijken maar hou je paard vanuit je ooghoeken altijd in de gaten
De positie naast de schouder is bij paarden de positie van de mindere in rang. Bij dominate paarden kan dit tot problemen leiden. Methode 2 is dan meer geschikt.


Methode 2
• neem een lang leidtouw
• bevestig dit aan het halster
• laat het paard schuin achter je meelopen of op voldoende afstand naast je schouder
• het touw hangt in een bocht, slap naar beneden
• je paard moet je volgen wanneer jij gaat lopen
• je paard moet stoppen wanneer jij stopt
• kijk voor je uit maar hou je paard vanuit je ooghoeken altijd in de gaten
• houd je paard op een veilige afstand (jouw persoonlijke ruimte)
• geef af en toe een rukje als je voelt dat je paard niet op jou let
Mocht je paard te dicht bij je komen, maak je een dreigende beweging met het touw of je draait je om en zet je je paard achteruit. Deze methode is minder geschikt voor ruiters die niet duidelijk de leiding hebben over hun paard.




Leiden met een halstertouw aan halster
Bevestig het halster- of leidtouw aan de onderste ring van het halster. Wanneer je het aan de linker ring bevestigt, krijgt het paard delen van het halster in zijn rechteroog als hij gaat trekken.

Je paard gaat lopen door de druk die hij in de nek voelt. Hij loopt langzamer als je zachte rukjes achterwaarts geeft zodat hij druk krijgt op het neusgedeelte. Geef niet te harde rukken want het neusbeentje van het paard is zeer kwetsbaar en snel gebroken.





Leiden met een halstertouw aan hoofdstel
• breng het halstertouw door de linker bitring en bevestig hem aan de rechter bitring
• of bevestig het halstertouw aan een longeerbitstukje
• of leg een knoop in het halstertouw, steek de musquetonhaak door beide bitringen en clip het achter de knoop vast. Zodoende kan het touw niet gaan rijgen.

Je paard gaat lopen door de druk die hij in de nek voelt. Hij loopt langzamer als je zachte druk achterwaarts geeft omdat het bit op de lagen in de mond drukt.

Maak het halstertouw nooit vast alleen aan alleen de linker bitring. Als het paard gaat trekken, trek je het bit uit de mond.





Leiden met teugels en hoofdstel
• breng beide teugels over het hoofd
• de rechterhand houdt beide teugels samen vast
     1. beide teugels door de hand (1)
     2. of beide teugels door de hand met een vinger ertussen (2)
     3. of de teugels gekruist door de hand (3).
• de linkerhand houdt de resterende lengte van beide teugels vast

Je paard gaat lopen door de druk die hij in de nek voelt. Hij loopt langzamer als je zachte druk achterwaarts geeft omdat het bit druk geeft op de lagen in de mond. Met de vinger tussen de teugels kun je licht sturen. Met de teugels gekruist door je hand kun je goed sturen en sterke druk achterwaarts geven.



Problemen
Leer bij problemen om je stem te gebruiken. Deze is van grote invloed op het gedrag van je paard. Een rustige stem bijvoorbeeld, geeft je paard rust en een kordaat "Ho" helpt om je paard te leren halthouden.

Mijn paard loopt niet mee
Neem een lange zweep mee. Neem deze in de linkerhand en geef je paard een tikje op de achterhand, achter je eigen lichaam langs.

Een gespannen paard leiden
Wanneer je paard erg gespannen is, is het onverstandig om dicht naast de schouder van je paard te lopen. Een gespannen paard schrikt snel en kan zelfs gaan steigeren. Wanneer je dan naast de schouder van je paard loopt en hem zo kort onder het hoofd vasthoudt, staat het paard snel op je tenen of je komt zelfs onder je paard te liggen als hij steigert. Methode 2 (zie boven) is in dit geval beter geschikt. Houd het paard op een veilige afstand.
In tegenstelling tot het leiden van een ontspannen paard, houdt je een gespannen paard altijd in het oog.
Accepteer niet dat hij je voorbij loopt, jij loopt ten alle tijde voorop. Indien je paard toch de neiging heeft, wijs je hem terecht door:
1. met het uiteinde van je touw een slaande beweging naar zijn schouder/borst maken.
2. blijft je paard hardnekkig proberen om langs je heen te lopen, draai je je om en laat hem achteruit lopen, wederom door met het uiteinde van het touw naar de schouder/borst een slaande beweging te maken.
3. Als het nodig is mag je je paard best even een tik op de schouder/borst geven. (pas op voor steigeren)
4. draai je om en loop de andere kant op. Jij loopt dan weer voorop

Toelichting
Een leidend paard in de kudde wijst een ander paard terecht door een bijtende beweging naar achter te maken naar de schouder van het ongehoorzame paard en als het nodig is zal hij bijten. De beweging die jij maakt door naar de borst/schouder te slaan met het touw zal goed begrepen worden door het paard omdat het lijkt op het bijten van het leidende paard.


taal: Engels
Een jong paard wordt uit de box gehaald en moet voor het eerst aan de hand meelopen.



taal: Engels
Een zeer aggressief paard moet meelopen met de leider. Zie hoe de leider het touw ontspannen laat afhangen en hoe hij het paard corrigeert.


Een steigerend paard leiden
Neem een langer halstertouw dan gebruikelijk. Een paard dat snel de neiging heeft om te steigeren moet je vooral veel vrijheid geven voor het hoofd. Houd hem losjes vast met de rechterhand, vooral niet net onder de kaak. Je linkerhand houdt de rest van het touw losjes vast.
Wanneer je paard steigert, laat je rechterhand het touw los zodat je paard de volle lengte van het touw kan benutten om te steigeren. Trek vooral niet aan het touw want dan kun je je paard uit evenwicht brengen waardoor hij kan vallen, evt. boven op jou.
Neem tijdens het steigeren voldoende afstand aan de zijkant van je paard, nooit ervoor.



taal: Er wordt niet gesproken in deze video.
Deze mijnheer laat een speciale techniek zien om een steigerend paard te leiden. Doordat hij zijn arm tegen en bij het lichaam van zijn paard houdt, voelt hij wanneer het paard gaat steigeren en kan hij zich makkelijk van het paard wegduwen. Alleen zeer ervaren paardenmensen kunnen dit nadoen.
Let op de rust en het vertrouwen van de man en op zijn ontspannen wijze van het hanteren van teugels en leidtouw.



taal: Engels
Video wordt interessant bij 7.00 min.
De trainer vertelt dat het veiliger is om een jong of heftig paard te leiden met een langer leidtouw en niet met de rechterhand dicht onder het hoofd.
Blijf een moeilijk paard altijd in het oog houden.


terug naar boven

Vastzetten

Doe je paard een halster om.

• leg alles klaar wat je nodig hebt voordat je je paard ophaalt en vastzet
• weet of je paard vastzetten gewend is
• zet je paard niet te dicht naast andere paarden en/of zorg dat je touw niet al te lang is zodat ze elkaar kunnen bijten of trappen

Bind je paard nooit vast aan een deur of hek.


Een paard moet ontspannen aan een touw leren staan. Als hij gaat trekken of "hangen" in het touw kan hij schade oplopen aan de nekwervels. Als het touw of halster kapot knapt, kan het plotseling wegvallen van de druk het paard achterover doen slaan, waarbij hij schade aan de rug kan oplopen.


Bron:
de.wikipedia.org

Vastzetten 1:
Je bevestigt een touw, voorzien van een paniekhaak, aan het halster. Je zet je paard vast met een paardenknoop. Dit is een knoop die je gemakkelijk los kunt maken als het paard angstig mocht wegspringen of aan het halster gaat "hangen".



Bron:
www.discoverhorses.com

Vastzetten 2:
Met twee touwen zijdelings aan het paardenhoofd. De zijdelingse en voorwaartse beweging is beter beperkt dan bij de eerder genoemde wijze van vastzetten.


Vastzetten 3:
Als een paard paniekerig is als hij vastgezet wordt, bevestig dan een "strotouwtje" aan de vastzetring en bind daaraan het halstertouw van je paard. Als je paard in paniek raakt, breekt het strotouwtje zodat hij niet kan gaan "hangen" in het touw totdat het halster of de sluiting van het halstertouw het begeeft. Op zo'n moment kan je paard achterover op zijn rug vallen met alle eventuele gevolgen vandien.
Deze methode voorkomt de paniek, omdat het paard uiteindelijk weet dat hij makkelijk los kan komen. Hij zal steeds minder vaak aan het touw gaan "hangen".

Paard leren vast te staan

Je hebt je paard al geleerd:
• mee te lopen aan halster- of leidtouw
• je hebt grondwerk met hem gedaan zoals halthouden, omstappen, meelopen enz. Zodat je paard weet wat je van hem vraagt.
• je paard kent het wijken voor druk

Tips:
• oefen het vastzetten na een training zodat je paard zijn frisheid kwijt is
• doe het op een voor het paard bekende plaats, zodat hij zich veilig voelt

Zet je paard de eerste keer niet vast maar laat het touw door een ring glijden en houdt het uiteinde in je hand. Wanneer je paard gaat trekken, kun je iets toegeven zodat er geen paniek ontstaat.
Leer je paard direkt om rustig te staan door hem steeds terug te plaatsen in de basisstand. Laat het dus niet toe dat hij je bijna platdrukt tegen de muur of het hek. Doe dit zeer consequent en vooral rustig. Je gaat van alles doen rondom je paard zodat hij leert rustig te blijven staan in allerlei situaties.
Vervolgens hou je hem net als het voorgaande aan een slippend touw vast en voeg je een strotouwtje toe om het paard te leren de druk te aanvaarden. Mocht hij gaan trekken, dan is het touwtje zo kapot zonder schade aan materiaal of paard. Je paard voelt echter dat het trekken hem niets oplevert omdat je hem alsnog vast hebt.
Daarna leer je hem om vast te staan aan een halstertouw en een iets strakker strotouwtje. Als hij gaat trekken, trekt hij het strotouwtje kapot en beseft dat hij alsnog vast staat.


taal: Engels
Een erg moeilijke hengst wordt geleerd vast te staan.


taal: Engels
Een jaarling wordt voor het eerst vastgezet op een speciale manier waarbij het paard zich met een slippend touw terug kan trekken, maar wel druk voelt.


terug naar boven

Hoeven opnemen

Een paard dat de handeling kent:
• begin bij de hoef linksvoor, dan linksachter, rechtsvoor, rechtsachter
• je paard moet zijn gewicht over vier benen verdeeld hebben. Duw je paard eventueel om om dat te bereiken
• ga met de rug naar het hoofd van je paard staan
• ga met de linkerhand (linkerkant paard) glijdend over het been richting de hoef
• geef je paard de kans om zijn gewicht op de andere 3 benen te verplaatsen
• voorbenen: knijp licht aan de achterzijde, net boven de kogel
• achterbenen: breng je hand aan de binnenzijde richting de hoef en kriebel met je vingers aan de binnenzijde
• bij het opnemen van de achterbenen moet hij het gewicht verplaatsen op het been welke je niet opneemt
• ondersteun het been bij de hoef
• til het been niet te hoog op



taal: Engels
Deze man praat veel, maar zijn verhaal is het luisteren waard.
Hij laat zien hoe je, normaal gesproken, de hoeven van je paard opneemt.


Hoe te leren
Laat een helper je paard vasthouden.
Een paard moet leren om op drie benen te staan en hij moet jou leren vertrouwen dat je zijn been terug geeft als hij zijn evenwicht verliest.

Methode 1
• verplaats je paard totdat hij zijn gewicht goed verdeeld heeft over al zijn benen
voorbenen:
• ga naast het voorbeen van je paard staan
• pak de knie vast en verplaats je voor het paard
• neem het voorbeen bij de knie op til het naar voren, zodat hij kan leren zijn balans te zoeken op 3 benen. Doe het eerst heel kort en een paar centimeter van de grond en breid dat langzaam uit. Je paard moet leren vertrouwen dat hij zijn voet weer terug krijgt.
• vervolgens til je het been naar voren, glijdt met je andere hand langs de voorkant van het been naar de hoef
• beweeg het voorbeen naar achter
achterbenen:
• kijk richting de voorkant van je paard
• ga naast het achterbeen staan
• glijd met je rechterhand (linkerkant) richting de kogel
• nodig je paard uit zijn hoef, naar voren, op te tillen
• leer je paard zijn balans te hervinden op drie benen
• herhaal dit over een aantal dagen
• ondersteun dan de hoef en geleid het been naar achter


Methode 2
• verplaats je paard totdat hij zijn gewicht goed verdeeld heeft over al zijn benen
voorbeen:
• ga met je rug richting hoofd staan
• neem een dik en zacht touw
• leg het dubbelgevouwen touw voorzichtig om de bovenkant van het voorbeen, laat je paard wennen aan het touw. Rijg de twee uiteinden door de lus (zie video)
• laat het touw voorzichtig zakken tot onder de kogel
• trek het touw aan
• verplaats je naar de achterzijde van je paard
• trek aan het touw totdat je paard zijn been oplicht
• wees eerst tevreden met een paar centimeter en geef het been direkt terug als het paard angstig wordt of zijn balans drijgt te verliezen
• herhaal dit net zo lang, over meerdere dagen, totdat je het touw heel dichtbij de hoef kunt vasthouden en oplichten
• Neem de hoef even over met je hand
achterbeen:
• ga met je rug richting hoofd staan
• leg het touw, enkel, om het boven- achterbeen van je paard en houd de twee uiteinden vast (zie video). Doe dit eerst heel voorzichtig, laat je paard wennen aan het touw
• laat het touw voorzichtig naar beneden glijden
• trek licht aan het touw richting hoofd, totdat het paard zijn voet optilt
• wees eerst tevreden met een paar centimeter
• herhaal dit net zolang, over meerdere dagen, totdat je de hoef met je hand kunt pakken
• neem de hoef mee naar achter


Let op
• bij evenwichtsverlies kan je paard zijn voet weer snel terugzetten waardoor hij op je teen kan belanden
• je paard kan met zijn voorbenen naar voren slaan
• je paard kan met zijn achterbenen zijwaarts en achterwaarts trappen
• bij het loslaten van het achterbeen heeft een paard de neiging om achteruit te slaan om de spanning kwijt te raken

voertaal: Engels
Deze hoefsmid laat methode 2 zien.


Problemen

Mijn paard trapt opzij als ik de achterbenen wil opnemen
Leer je paard opnieuw met veel geduld en rust om zijn benen op te tillen. Gebruik hiervoor eventueel methode 2. Je kunt dan afstand houden als je paard trapt. Zoek de grens op wanneer hij trapt. Probeer over vele dagen heen die grens te verleggen.

Mijn paard luistert niet
Controleer of het paard zijn evenwicht goed verdeeld heeft. Knijp maar eens goed in de pezen net onder de kogel. Duw hem daarbij opzij met je lichaam zodat hij zijn evenwicht een beetje verliest en de druk op het op te tillen been minder wordt. Beloon iedere reactie.
Til iedere dag, misschien zelfs een paar keer, even de benen op zodat het een gewoonte wordt. Gebruik steeds dezelfde volgorde.
Bij een andere methode wordt er aan de zwilwrat gerommeld zodat het paard ge�rriteerd het been optilt. Misshien lukt dat beter bij jouw paard.


terug naar boven

De stal

In de stal
• je paard moet voor jouw opzij gaan en jij gaat niet opzij voor je paard
• geef je paard niet de kans om zijn achterhand naar je toe te draaien
• je paard heeft zijn hoofd naar jou gericht als je de stal ingaat. Bereik dit eventueel met een lekkernij.
• let op je paard vooral oren, staart en achterhand
• je paard moet wijken voor druk
• zet je paard vast als je gaat poetsen of iets dergelijks


Problemen

Mijn paard drukt me tegen de stalwand
Leer je paard om te stappen als je tegen zijn buik drukt. Je vraagt hem eerst met lichte druk van je vingers om te stappen. Als hij niet luistert, stuur je hem bij je vandaan met een vrij heftige stomp in zijn zij of een beweging met het leidtouw. Herhaal dit, over meerdere dagen, totdat hij voor je opzij gaat als je hem met je vinger omdrukt.
Indien het toch niet lukt, neem je met de ene hand het halster vast en met de andere hand druk te tegen de buik. Trek tegelijkertijd je paard rond aan het halster. Het is niet precies wat je wilt, maar je paard leert in ieder geval te bewegen op druk.
Je paard moet leren om jou als leider te accepteren in zijn stal: jij bepaalt waar hij mag staan.

Mijn paard dreigt met bijtbewegingen als ik de stal in ga
Je paard ziet zijn stal als zijn eigen territorium waar jij binnendringt.
Probeer het gedrag te negeren, vele paarden stoppen met het gedrag als jij de leiding neemt. Als hij echt wil bijten, geef je hem een heftige reactie door met de vlakke had tegen hals of buik te slaan. Gebruik je stem met b.v.: "Laat dat!" Sla nooit op het hoofd.
Laat je paard bij de deur naar je toekomen met iets lekkers, doe direkt zijn halster om en het halstertouw. Houd het halster vast en zet hem vast in de stal.

Mijn paard dreigt met achterhand als ik de stal in ga
Betreed de stal niet voordat het paard de voorhand bij jou heeft. Blijft hij dreigen als je je in de stal beweegt, ga dan niet de stal in maar haal hem uit de stal.

Mijn paard trapt of komt dreigend op mij af als ik de stal betreed
Ga nooit bij hem in de stal!

taal: Engels
Ga niet bij een dergelijk paard de stal in. Hij dreigt met de achterhand.


terug naar boven

Uit de stal, in de wei

Uit de stal halen
• je paard moet weg gaan van de deur als je de staldeur opent
• je paard heeft zijn hoofd naar jou gericht als je de stal ingaat. Bereik dit eventueel met een lekkernij.
• let op je paard, vooral oren, staart en achterhand
• geef je paard niet de kans om zijn achterhand naar je toe te draaien
• doe het halster om en maak het halstertouw vast
• neem je paard mee naar de staldeur
• open de staldeur
• jij gaat voor je paard de stal uit, je paard loopt achter je

Meerdere paarden uit de stal halen
• ken de rangorde van de paarden
• breng bij voorkeur de leidende merrie niet als laatste naar buiten
• breng variatie in de volgorde van het naar buiten brengen

Toelichting
Indien de leidende merrie als laatste naar de wei gebracht wordt, kan deze moeilijk worden om te begeleiden. De leidende merrie heeft als taak haar kudde te beschermen, zij wenst dus de controle te houden. Indien zij het gevoel krijgt de controle te verliezen, heeft ze meer aandacht voor de kudde dan voor jou. Voernijd speelt echter ook een grote rol; zij wil als eerste bij het voer zijn.
Een paard is een gewoontedier. Wanneer je altijd in dezelfde volgorde je paarden naar de wei brengt, is er onrust en stress wanneer de volgorde om een bepaalde reden ineens anders is. Leer je paarden om op hun beurt te wachten.


In de wei brengen
• laat je paard wachten voor het hek en open het hek
• leid je paard in de wei en draai hem met het hoofd naar het hek
• maak hem los en let op je eigen positie als het paard dreigt te gaan bokken
• indien je meerdere paarden tegelijk in de wei brengt, laat je ze tegelijk los
• sluit het hek

Toelichting
Een paard is vaak erg vrolijk als hij de wei in mag. Het gevaar bestaat dat hij bokkend bij je weg wil rennen. Voorkom dat je paard jouw kan raken als hij bokkend wegrent door hem om te draaien naar het hek toe. Accepteer nooit dat je paarden de wei in vliegen. Als hij gaat trekken geef je je touw de volle lengte en trekt hem (met rukjes) om je heen waarna je hem weer langzaam naar je toe haalt. Je paard moet leren wachten totdat hij toestemming krijgt om te gaan.

taal: Nederlands
In de wei zetten. Houd je paard niet aan het halster vast maar aan het touw.

taal: Engels
Een hengst leren gehoorzaam naar de wei te gaan


Problemen

Je paard springt de stal uit
Vooral niet je paard strak gaan vasthouden, hij is toch sterker dan jij. Je begeleidt hem met een slap hangend, voldoende lang, leidtouw. Je kunt je paard dan buiten de stal opvangen door het touw in je rechterhand los te laten zodat je de volle lengte van het touw benut om je paard weer onder controle te brengen. Geef rukjes (of rukken) aan het touw om je paard bij je te houden. Niet blijven trekken.
Vervolgens ga je direkt weer de stal in en je begint opnieuw. Dit herhaal je net zo lang tot je paard rustig meeloopt.
Je zult deze procedure een aantal dagen moeten herhalen.


Je paard is niet te controleren onderweg naar de wei
1.
• houd je paard achter je door met het uiteinde van de touw tegen de borst van je paard te slaan
• houd je paard achter je door met een zweep tikjes (soms een tik) tegen de borst te geven
• draai je om en zet hem achteruit
2.
• laat je paard een rondje draaien zodat jij weer voorop loopt
3.
Als een paard zijn hoofd van je af draait waardoor hij ruimte krijgt in het leidtouw, of wanneer hij buitenwaarts wegdraait, heb je weinig contole meer. Als een paard dat eenmaal weet, wordt het erg lastig omdat hij je meetrekt waardoor je zelf uit balans raakt, je moet loslaten of je paard komt op je tenen.
• Je neemt je paard vrij kort onder zijn hoofd en drukt je elleboog in zijn hals, zodat je een stelling naar binnen toe afdwingt.
• Wanneer het voorgaande nog niet voldoende controle geeft, neem je het leidtouw in de linkerhand en je zet je rechterhand tegen de hals, vlak bij de schouder. Je dwingt je paard dan om in een zijwaartse gang met je mee te lopen. Dit werkt meestal afdoende. Soms moet je het paard even een volte om je heen laten draaien om hem weer in de gewenste positie te dwingen.

Je paard trekt zich los in de wei
Geef het touw de volle lengte en geef dan met twee handen aan het touw een ruk wanneer het op spanning komt. Trek hem vervolgens naar je toe.
Geeft voortaan je paard altijd iets lekkers als je hem losgemaakt hebt. Uit gewoonte blijft hij daarop wachten.


terug naar boven

Uit de wei, in de stal

Uit de wei/paddock
• weet de plaats van je paard in de rangorde
• houd het gedrag van alle paarden altijd in de gaten
• neem halstertouw mee
• neem een lekkernij mee
• doe het hek dicht als je de wei/paddock ingaat
• benader je paard schuin van voren en loop naar de schouder
• ga niet met een geopende, opgestoken hand richting je paard. Houd ze bij voorkeur langs je lichaam of in je zak.
• indien je paard geen halster om heeft, leg je het halstertouw, onder de hals door, om de hals zodat je hem onder controle hebt. Vervolgens doe je het halster om.
• bevestig het halstertouw in de onderste ring van het halster
• breng je paard door het hek
• breng het hoofd naar het hek toe
• sluit het hek
• laat je paard geen gras eten

Toelichting
Wanneer je je paard ophaalt, kunnen andere paarden jaloers worden en jouw paard trappen of willen wegjagen.
Laat je paard buiten het hek geen gras eten. Als hij dit altijd mag doen, trekt hij jou op een gegeven moment volledig bij het hek vandaan zodat je moeilijkheden krijgt om het hek te sluiten.


Meerdere paarden ophalen
• ken de rangorde van de kudde
• let op dat andere paarden je niet trappen, vooral als je een mindere in rang meeneemt
• neem het paard mee naar een veilige plaats, op een veilig afstand van de andere paarden voordat je het halster omdoet
• een dominante, leidende merrie breng je bij voorkeur niet als laatste naar de stal
• een wisselende volgorde van de weg te brengen paarden is gewenst

Toelichting
Indien de leidende merrie als laatste naar de stal gebracht wordt, kan deze moeilijk worden om te begeleiden. De leidende merrie heeft als taak haar kudde te beschermen, zij wenst dus de controle te houden over de andere dieren. Voernijd speelt echter ook een grote rol.
Een paard is een gewoontedier. Wanneer je altijd in dezelfde volgorde je paarden naar de stal brengt, is er onrust en stress wanneer de volgorde om een bepaalde reden ineens anders is. Leer je paarden om op hun beurt te wachten.

taal: Nederlands
Een paard uit de wei halen. Dit paard staat alleen in de wei, dat is altijd makkelijker.

taal: Engels
Een paard uit de kudde halen.


In de stal brengen
Je kunt alvast voer in de bakken leggen voordat je je paard op stal brengt. Je paard loopt dan vanzelf de stal in.
Het nadeel kan zijn dat je paard te graag de stal in wil en jouw meetrekt. Leg je echter geen voer neer dan is het mogelijk dat je paard zich direct omdraait en de stal weer probeert te verlaten.

methode 1.
• je laat je paard stoppen voor de stal
• jij loopt eerst de stal in en je paard volgt
• draai je paard om met zijn hoofd naar de deur
• sluit de deur voor de helft
• je maakt je paard los
• doe het halster af

methode 2.
• je neemt je paard vast aan het halster, vlak voor de stal
• je maakt je halstertouw los
• je laat je paard de stal inlopen

methode 3.
Wanneer de accomodatie het toelaat, kun je je paarden zelfstandig de stal in laten lopen. Je moet ze dan wel individueel geleerd hebben om de goede stal in te gaan.
Let op:
• zorg dat er niet twee paarden in één stal komen. Ze kunnen elkaar dan heftig trappen.
• paarden die de stal in rennen, kunnen hun heup beschadigen in haakse bochten langs muren, hekpalen of de deurpost van de stal.


In de stal brengen
methode 1


In de stal brengen
methode 3
Deze paarden lopen zelfstandig naar hun eigen stal.


terug naar boven

Uit de wei halen om te gaan rijden

Wanneer je paard weet dat hij opgehaald wordt om te rijden, kan hij wel eens voor je weglopen omdat hij liever bij de kudde blijft of lekker wil blijven grazen.
Voorkom die situatie. Sommige paarden zijn slim en associëren het tijdstip, de rijkleding (vooral de cap) en het halstertouw met het feit dat ze gehaald worden om te rijden. Ook jouw houding speelt hierin een grote rol.

• neem altijd iets lekkers mee
• draag geen cap en soms ook geen rijlaarzen
• verstop halstertouw in je kleding. Hang b.v. het touw achter in je broek, zodat je het makkelijk kunt pakken. Achter je rug houden, trappen sommige paarden niet in!
• loop niet rechtstreeks naar je paard en kijk hem niet aan. Inspecteer b.v. de omheining of geef een ander paard aandacht.
• benader je paard bij de schouder en geef hem rustig zijn beloning voordat je hem vastpakt
• kom vaker in de wei met iets lekkers zonder dat je hem ophaalt. Vergeet echter niet dat je houding alsnog kan verraden wanneer je hem ophaalt om te rijden.


Problemen

Mijn paard loopt weg
Probeer hem niet te vangen. Dat is een leuk spelletje dat je paard altijd wint.
Neem de rust en de tijd en maak je vooral niet kwaad!
Wees slimmer dan je paard en verleid hem om naar jou te komen. Neem beloning mee en als dat niet werkt, neem je voor alle paarden een bakje voer mee. Zet deze bakjes ruim verdeeld op de grond. Op het moment dat je paard geniet van het voer kun je hem zo pakken.
Het feit dat paarden voedselnijd hebben, kun je soms ook gebruiken. Geef een ander paard wat voer en jouw paard zal al snel zijn deel op komen halen. Een slim paard weet echter gauw wat de bedoeling is en zodra jij je hand richting zijn halster beweegt, is hij al weer weg. De eerste methode werkt dan beter.

Mijn paard loopt niet mee
Neem een lange zweep mee. Neem deze in de linkerhand en geef je paard een tikje op de achterhand, achter je eigen lichaam langs.


terug naar boven

Bronnen

www.agroarbo.nl
www.rosmagazine.nl/ros-online/gedrag/omgang.html
www.pferdeumgang.de/

terug naar boven

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven