Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Voorwaarts-neerwaarts

halsstrekken, vrije stap, losse teugel






Inleiding

Voorwaarts-neerwaarts rijden is een oefening die we gebruiken in de training.
Halsstrekken en vrije stap zijn allebei voorwaarts-neerwaarts oefeningen. Deze worden echter exacter omschreven omdat deze oefeningen in de dressuurproeven getoond moeten worden. (vrije stap tegenwoordig niet meer).
Het rijden met losse teugel behoort niet tot het voorwaats-neerwaarts rijden omdat er geen contact is met de paardenmond.



voorwaarts-neerwaarts


halsstrekken
voorwaarts-neerwaarts


vrije stap
voorwaarts-neerwaarts


losse teugel


terug naar boven

Omschrijving

Voorwaarts-neerwaarts
Dit is een oefening die niet voorkomt in de dressuurproeven, maar een oefening die de ruiter veelvuldig in de training zal moeten toepassen.
De ruiter staat het paard toe zijn hoofd en hals in een geleidelijke beweging naar voren en beneden te brengen, met de neus voor de loodlijn. Het africhtingsniveau van het paard is medebepalend tot hoe diep het paard zijn hoofd kan laten zakken, maar minimaal boeghoogte is het streven. De hals is daarbij relatief lang, maar niet geheel gestrekt. De ruiter bewaart het contact met de mond en onderhoudt een lichte aanleuning. De regelmaat (takt) van de beweging, de ontspanning en souplesse, de aanleuning, de impuls, en het rechtgericht zijn dienen behouden te blijven.
Een oefening voor hoofdzakelijk stap en draf (lichtrijden), maar in galop is ook mogelijk.



• neus op of voor de loodlijn
• tot minimaal boeghoogte
• ontspannen onderhals
• licht contact met de mond
• achterbenen treden onder de massa
• de aangespannen buik drukt de rug naar boven. De rug van het paard komt voor het zadel een paar centimeter omhoog. De schoft blijft het hoogste punt.
• takt, ontspanning en souplesse, aanleuning, impuls, rechtgericht zijn, blijven behouden
• paard mag niet versnellen
• bij het verlengen van de teugel, het op lengte zijn van de teugel en het op maat maken van de teugel, mag het paard niet van de hulpen af komen (zowel hand-, zit- als beenhulpen)


Halsstrekken
Deze oefening komt voor in de dressuurproeven en wordt als volgt omschreven:
De ruiter staat het paard toe zijn hoofd en hals in een geleidelijke beweging naar voren te brengen, met de neus voor de loodlijn tot ongeveer kniehoogte. De ruiter bewaart het contact met de mond en onderhoudt een lichte aanleuning. De kwaliteit van het halsstrekken wordt veel meer beoordeeld naar de totaalindruk zoals genoemd in het "scala van de africhting". Dat wil zeggen dat de regelmaat (takt) van de beweging, de ontspanning en souplesse, de aanleuning, de impuls, en het rechtgericht zijn de kwaliteit van de oefening mede bepalen.
Het weer in de hand stellen gebeurd op een vloeiende manier. Het paard blijft daarbij ontspannen en in het juiste tempo en komt als vanzelf nageeflijk aan het bit weer in de juiste houding. Het weer even naar boven, en weer opnieuw de hals strekken, eventueel op verzoek van de ruiter, mag niet beschouwd worden als grote fout. Het naar beneden vallen van het hoofd van het paard, waarbij de teugel uit de hand van de ruiter wordt getrokken, moet wel als een grote fout gezien worden.
De oefening wordt hoofdzakelijk in draf gevraagd.



• neus voor de loodlijn
• tot ongeveer kniehoogte
• ontspannen onderhals
• licht contact met de mond
• achterbenen treden onder de massa
• de aangespannen buik drukt de rug naar boven. De rug van het paard komt voor het zadel een paar centimeter omhoog. De schoft blijft het hoogste punt.
• takt, ontspanning en souplesse, aanleuning, impuls, rechtgericht zijn blijven behouden
• paard mag niet versnellen
• bij het verlengen van de teugel, het op lengte zijn van de teugel en het op maat maken van de teugel, mag het paard niet van de hulpen af komen (zowel hand-, zit- als beenhulpen)


Vrije stap
Is een ontspannen gang in rust. De ruiter staat het paard toe zijn hoofd en hals naar voren en naar beneden te brengen tot minimaal horizontale lijn (boeghoogte), met een lichte aanleuning. De stap moet zoveel mogelijk met de natuurlijke stap van het onbelaste paard overeenkomen.
Het is een zeer goede oefening voor het jonge paard.



• neus voor de loodlijn
• tot ongeveer een horizontale lijn (ongeveer boeghoogte)
• ontspannen onderhals
• licht contact met de mond
• takt, ontspanning en souplesse, aanleuning, impuls, rechtgericht zijn blijven behouden
• paard mag niet versnellen
• de aangespannen buik drukt de rug naar boven. De schoft blijft het hoogste punt
• de stap moet zoveel mogelijk met de natuurlijke stap van het onbelaste paard overeenkomen


Losse teugel
Er is geen contact met de mond van het paard.
Het paard moet zijn hoofd naar voren en enigszins, of geheel naar beneden brengen. In ieder geval mag hij zijn hoofd niet hoog dragen.
De regelmaat (takt) van de beweging, de ontspanning en souplesse, de impuls, en het rechtgericht zijn dienen behouden te blijven.



• neus voor de loodlijn
• de diepte van de neus is onbepaald
• geen contact met de mond
• ontspannen onderhals
• achterbenen treden onder de massa
• takt, ontspanning en souplesse, impuls, rechtgericht zijn blijven behouden
• paard mag niet versnellen


terug naar boven

Doel van voorwaarts-neerwaarts

• vertrouwen
• psychische en fysieke ontspanning
• ontspannen en stretchen van de rugspieren
• versterken buikspieren
• balans verbeteren
• controle van de juiste aanleuning
• voorkomen rugproblemen
• beloning
• door de lichamelijke ontspanning wordt de concentratie beter en kunnen de hulpen beter doorkomen
• losrijden voor de training

Bron:
The secret of happy horses
Sabine Kells

Toelichting
Het paard moet leren om op een juiste manier de ruiter te dragen om rugproblemen te voorkomen. De buikspieren moeten daarvoor de rugspieren ondersteunen. Daarom is het van belang om de buikspieren te versterken.
Door het paard te vragen zijn hoofd naar voren en naar beneden te brengen, moet hij zijn buikspieren aanspannen en zijn rugspieren ontspannen. Door het aanspannen van de buikspieren wordt de rug omhoog gedrukt en worden de buikspieren ontwikkeld.(zie foto)

Er is een langere bovenlijn waar te nemen bij deze oefeningen. Een lange, gewelfde bovenlijn is noodzakelijk voor het verzamelen en het rijden met "Schwung".

Indien het paard op de juiste manier aan de teugel gereden wordt, zal hij met het toegeven van de teugel de hand willen volgen; het paard zoekt de ruiterhand.

Door het paard in de training regelmatig zijn hals te laten strekken leert hij op eigen benen te lopen, zijn balans te vinden. Zeker voor paarden die de neiging hebben op de hand te gaan hangen is het een zeer goede oefening.

Na een inspannende oefening is het goed om je paard even te laten ontspannen, wat je paard tevens als beloning ervaart.

   

terug naar boven

Hulpen voor de oefeningen

• in draf lichtrijden
• zorg voor een juiste lichte aanleuning
• bij jonge paarden een iets ontlastende zit aannemen, vooral niet overdrijven
• de ruiter ontspant zijn handen, brengt ze licht naar voren en laat de teugels door de hand glijden
• het paard neemt de teugels mee naar de juiste positie
• de ruiter staat toe, het paard zoekt het contact
• bij het rijden met de losse teugel is er geen contact met de paardenmond



Legenda

Een boekje met alle hulpen op een rijtje?
Lees hier....

terug naar boven

Hoe te leren

Wanner beginnen?
• paard kan goed op eigen benen lopen, ook van de hoefslag
• is constant in zijn aanleuning
• moet enige rechtrichtende arbeid gedaan hebben
• moet ontspannen kunnen lopen


• ga van hand veranderen over de diagonaal
• zorg in de hoek voor de juiste aanleuning en lengtebuiging
• laat de buitenteugel door de hand glijden in de bocht naar de diagonaal
• indien het paard zijn hoofd naar beneden brengt, laat je de binnenteugel ook meenemen
• doe de oefening ook op de ander hand
• als het paard de hand niet volgt, neem dan meer gevoel en geef gedoseerd been. Blijf wel vriendelijk. Je zult soms even afwisselend links en rechts moeten doorvragen op deze manier tot het paard nageeft en dan kun je proberen of hij achter je hand aan wil zakken
• als het paard de bedoeling begrijpt, doe je de oefening op de grote volte
• eerst de buitenteugel en als het paard volgt de binnenteugel
• aarzel niet om de teugels weer op te nemen, je paard opnieuw naar de juiste aanleuning te rijden en daarna wederom de oefening te vragen
• vervolgens vraag je de oefening op de rechte lijn

Jonge of onervaren paarden kunnen met een ruiter op de rug, de rugspier nog niet voldoende ontspannen, of de buikspieren zijn niet sterk genoeg, om het hoofd ver naar beneden te kunnen brengen. Deze oefeningen vragen nog veel inspanning en moet je daarom bij jonge of onervaren paarden niet te lang vragen.

  

terug naar boven

Veel gemaakte fouten

• hoofd paard is achter de loodlijn
correctie: meer been

• hoofd niet diep genoeg
Het kan zijn de rugspieren van het paard (nog niet) ontspannen genoeg zijn.
correctie: het paard stimuleren door been te geven en hem het bit licht te laten voelen en te ontspannen zodra het paard zijn hoofd dieper laat zakken. Eventueel de teugels weer opnemen, aanleuning bevestigen en opnieuw beginnen.

• paard gooit hoofd omhoog
correctie: je hebt geen goede aanleuning of je paard is te gespannen of scheef. De hoofdhouding is het resultaat van te veel trekken aan de teugel en te weinig been. Werk aan verbetering van de aanleuning, de ontspanning en het rechtrichten.

• paard gaat te diep (halsstrekken en vrije stap)
correctie: geef been zodat hij zijn hoofd weer optilt

• paard loopt op de voorhand
Het paard is nog in een vroege africhtingsfase of je rijdt met te weinig been.
correctie: rijd je paard op een correcte wijze aan de teugel door hem met het been tegen de hand aan te rijden zodat de achterhand onder de massa komt.

• het paard krult zich op
Er is geen verbinding met de mond, en dus geen juiste aanleuning. corectie: voorwaarts rijden en veel overgangen en tempowisselingen

• ritme, takt en impuls gaan verloren

• paard trekt de teugel uit de handen van de ruiter
correctie: werk aan een betere aanleuning

• paard gaat slingeren
Vooral een jong of onervaren paard zal eerst zijn balans verliezen en gaan slingeren.
correctie: houd je paard actiever voorwaarts en doe rechtrichtende oefeningen

• paard wordt rennerig
correctie: met de zit terugrijden en/of op de volte rijden of een ophouding geven

• ruiter gaat voorover zitten

• ruiter gooit de teugels los i.p.v. geleidelijk door de hand te laten glijden

• ruiter laat de teugels hangen i.p.v. contact te onderhouden met de paardenmond (behalve het rijden met de losse teugel)

Fouten halsstrekken

op de voorhand

neus achter loodlijn
Vrije stap

op de voorhand

geen contact met mond
losse teugel

hoofd hoog
holle rug


terug naar boven

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Hulpen dressuur in zakformaat
hulpenboekje
Tekeningen in kleur met schematische weergave van de hulpen met korte beschrijvingen.
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer .....

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven