Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Hindernissen



      springoefeningen in zakformaat



Hindernissen


Kruisje:
Een paard leert om over het midden van de hindernis te springen.



Steilsprong:
Deze bestaat slechts uit twee staanders met daartussen meerdere balken/planken opgehangen. Een steilsprong kan onderbouwd worden, wat betekent dat er iets kleurrijks onder de hindernis geplaatst kan worden zoals b.v. een hekje.

• een steilsprong moet je rustig aanrijden omdat het paard deze snel "te vlak" springt
• de afzet ligt verder voor de hindernis dan een oxer Zie hier!
• de hoogte varieert van 0.80 m. tot 1.60 m.





Oxers:
Een oxer heeft vier staanders waarin minimaal twee balken parallel aan elkaar worden opgehangen. In de achterste staanders wordt één balk opgehangen. Ook deze hindernis kan onderbouwd worden.
• de achterste balk kan hoger liggen dan de voorste (oplopende oxer) of op gelijke hoogte. (parallel- of vierkante oxer)
• kan in verschillende breedtes worden opgebouwd tot een maximale breedte van 2.00 m.
• de maximale hoogte bedraagt 1.60 m.


• het paard moet hoger springen dan bij een steilsprong op dezelfde hoogte omdat hij ook de breedte moet overwinnen
• een oxer moet met meer impuls worden aangereden dan een steilsprong

• de afzet ligt dichter voor de sprong dan de steilsprong
Zie hier!
• een breedtesprong is moeilijk schuin te springen



Triplebar of triple
Deze bestaat uit 6 staanders met minstens drie, oplopend kwa hoogte, achter elkaar parallel opgehangen balken.
• de achterste balk het hoogst en de voorste het laagst
• kan in verschillende breedtes worden opgebouwd tot een maximale breedte van 2.00 m.
• maximale hoogte bedraagt 1.60 m.

• de wijze van aanrijden met ietsje meer "Schwung" dan bij een oxer
• de afzet ligt dichter voor de hindernis dan bij de oxer. Zie hier!



Waaier
Deze bestaat uit 4 staanders. 3 aan de ene kant en 1 aan de andere. Er worden minstens drie balken opgehangen die aan de ene kant opgehangen worden op 3 staanders en aan de andere kant worden de 3 balken aan 1 staander gehangen. De balken zijn oplopend in hoogte.
• de achterste balk het hoogst en de voorste het laagst
• kan in verschillende breedtes worden opgebouwd tot een maximale breedte van 2.00 m.
• maximale hoogte bedraagt 1.60 m.

• de wijze van aanrijden is hetzelfde als bij een triple.
• let erop dat je over het midden van de sprong springt.



Sloot onder hindernis:
Onder de steilsprong of een oxer (soms erna of ervoor ) kan een sloot (van echt water of suggestief) liggen. Hij kan midden onder de hindernis liggen maar ook ervoor of erachter wat de sprong erg moeilijk maakt omdat de sprongboog dan verandert.
• aanrijden in een rustig ritme, gelijk een gewone oxer, wat het paard vertrouwen geeft

• je paard moet een sloot onder de hindernis in alle rust leren springen zodat hij het vertrouwen krijgt. Vooral veel oefenen.
• leg eventueel de sloot ergens in de trainingsruimte en rijd er een aantal malen omheen tijdens je training
• doe er eerst geen water in en vouw hem kleiner op als je hem onder de hindernis legt
• spring naar de uitgang toe als je de eerste keer oefent



Muur
Deze bestaat meestal uit hout waarop stenen zijn geschilderd. Hij wordt opgebouwd uit meerdere kleinere onderdelen zodat het bovenste element tijdens een foute sprong eraf kan glijden en de hoogte variabel is.
• de hoogte is 0.80 m. tot 1.60 m.
• een muur kan geheel gesloten zijn of (zoals dit plaatje) kan aan de onderkant open zijn.
• hetzelfde aanrijden als een steilsprong met iets meer druk omdat de muur vaak respect afdwingt bij het paard en hij daarop terughoudend kan worden.

Je paard moet een muur in alle rust leren springen zodat hij het vertrouwen krijgt dat zich achter de ondoorzichtige muur niets bijzonders bevindt. Vooral veel oefenen.
• leg eerst het bovenste gedeelte van de muur op de grond en hang er een balk boven.
• spring naar de uitgang toe als je de eerste keer oefent


Sloot
Een sloot is vaak 2 tot 4 meter breed en 10 tot 15 cm. diep.
Hij bestaat meestal uit kunststof en is al dan niet gevuld met water.

Om de afzet te markeren wordt er een hek of haag van tenminste 40 cm en maximaal 50 cm voor de sloot geplaatst. De voorkant van de sloot moet minstens 30% breder zijn dan de te springen breedte.
Een sloot is met 4 vlaggen, 2 witte aan de linkerkant en 2 rode aan de rechterkant afgevlagd. Eén witte en één rode vlag worden langs het afzetelement geplaatst en de beide andere vlaggen staan aan het uiteinde van de achterste balk van de sloot.

De afzet voor de sprong ligt direkt voor de hindernis omdat het paard geen hoogte hoeft te overwinnen.
Deze hindernis moet vlot en met hogere snelheid worden aangereden. De breedte is niet echt een probleem omdat een galopsprong gemiddeld 3.50 m. is. Een paard is vaak erg kijkerig op een sloot, je moet het dus thuis oefenen.


terug naar boven

Combinaties


In-uitje
Dit is een combinatie van hindernissen op een afstand van nog geen galopsprong. Je paard landt en springt direkt de volgende sprong.
Een in-uitje wordt alleen gebruikt in de training. In een parcours komt een in-uitje niet voor, tenzij in combinatie met een driesprong.
Je rijdt een in-uitje meestal aan in draf. Je kunt een lijntje opbouwen tot wel 7 in-uitjes achter elkaar.

De afstanden voor een in-uitje bedragen:
2.90 x 3.30 m (D/E pony x paard) als je vanuit draf springt
3.00 x 3.50 m. als je vanuit galop springt


Een in-uitje bevordert:
• ritme
• soepelheid
• handigheid
• coördinatie
• snelle reactie
• snel invouwen van de voorbenen
• juist ruggebruik (basculeren)
• actieve afzet


Dubbelsprong
Een dubbelsprong bestaat twee hindernissen waartussen ten hoogste twee galopsprongen.


• in een parcours is altijd minstens één dubbelsprong te vinden
• combinaties kunnen uit steilsprongen, oxers, planken of muren bestaan. Zelden een triple.

De combinaties worden in de lagere klasses op, voor de meeste paarden, een passende afstand geplaatst. In de hogere klasses wordt de afstand soms korter of langer geplaatst zodat de ruiter de galopsprongen van zijn paard moet verkorten of verlengen, waardoor het parcours technisch moeilijker wordt. Verkorten van de galopsprongen heeft de voorkeur.
Lees meer over afstanden!


Driesprong
Een combinatie van drie sprongen waartussen ten hoogste twee galopsprongen.


• combinaties kunnen uit steilsprongen, oxers, planken of muren bestaan. Zelden een triple.
• de driesprong komt voor in de hogere klasses

De combinaties worden in de lagere klasses op, voor de meeste paarden, passende afstanden geplaatst. In de hogere klasses worden de afstanden soms korter of langer geplaatst zodat de ruiter de galopsprongen van zijn paard moet verkorten of verlengen, waardoor het parcours technisch moeilijker wordt. Verkorten van de galopsprongen heeft de voorkeur.
Lees meer over afstanden!


terug naar boven

Kleuren en vormen

Een paard ziet niet zoveel kleuren als wij.
Hij ziet blauw, geel, wit en grauw. Groen en rood kan hij erg slecht van elkaar onderscheiden, hij ziet deze kleuren in een soort grijs en geel.
Een paard ziet minder scherp en kan zijn ogen slecht scherpstellen op afstand. Hij ziet in een min of meer horizontale lijn scherp maar verder naar achteren wordt het beeld wazig. Ondanks dat het paard weinig details ziet kan hij kleine beweging wel van heel ver zien.

Praktisch heeft een paard meer moeilijkheden met:
een balk uit één kleur dan een balk met meerdere kleuren
een geheel witte, gele of helderblauwe balk dan een groene of rode balk
een "natuurlijke gekleurde" balk dan een gekleurde balk
een plank als bovenste onderdeel dan een balk
pasteltinten
glimmende balken in de zon
een hindernis zonder grondbalk
een smalle hindernis zonder aanleuning (deze lijkt hoger!)
een muur of sloot zonder balk erboven


terug naar boven

Hindernismateriaal



Balken:
Afmetingen: Lengte: 3 of 4 meter
Ze zijn in alle mogelijke kleuren te verkrijgen in hout en kunststof.

Gebruik:
• Uiteraard om hindernissen mee te bouwen.
• Op de grond om te leren sturen of om erover te stappen, draven of galopperen.
• Op een rijtje om te gymnastiseren.
stap ongeveer 0.80 - 0.90 m. (D/E-pony - paard)
drafbalkjes ongeveer 1.20 - 1.50 m. (D/E-pony - paard)
galopbalkjes ongeveer 3.00 - 3.50 m. (D/E-pony - paard)

Bron:
www.nedlandic.com

Planken:
De planken vormen een alternatief voor de balken. Ze worden zowel in steilsprongen, oxers als triples gebruikt.
• planken vallen makkelijker dan balken omdat planken gaan schommelen als ze aangeraakt worden

Veel paarden aarzelen voor de planken omdat ze optisch opvallender zijn. Tevens zijn planken onaangenamer voor het paard wanneer hij ze raakt.



Staanders
Hout/ijzer, kunststof of aluminium.
Gebruik:
Je kunt de hindernisbalken, -planken e.d. tussen de palen ophangen. Er zijn palen die je aan twee kanten kunt gebruiken in een hoek van 90 graden.

Lepel
Steun voor de springbalk.
Kunststof, aluminium of ijzer in allerlei systemen.
Er zijn veiligheidslepels verkrijgbaar die naar beneden wegklappen als er druk van boven op de balk komt.


Vleugel
Staan aan beide zijden naast de hindernis.
De paarden breken niet zo makkelijk uit als er vleugels naast de hindernis staan. De hindernis lijkt meestal lager.



Bron:
www.nedlandic.com

Onderbouwen
Een hindernis kan onderbouwd worden met een gesloten, zowel als een open (hekje) constructie.


Bron:
W en W
hindernismaterialen


Vlaggen
Hout, kunststof of aluminium.
Gebruik:
Vlaggetjes in rood en wit worden gebruikt om de doorgang van de hindernis te markeren. Wit staat aan de linkerkant, rood aan de rechterkant.

Wanneer een in het parcours staande hindernis niet gesprongen moet worden, worden de vlaggen in een kruis voor de hindernis geplaatst. (zie foto)

Een sloot is met 4 vlaggen, 2 witte aan de linkerkant en 2 rode aan de rechterkant afgevlagd. Eén witte en één rode vlag worden langs het afzetelement geplaatst en de beide andere vlaggen staan aan het uiteinde van de achterste balk.


Nummers
Hout, kunststof of aluminium.
Gebruik:
Elke hindernis krijgt een nummer welke aan de rechterzijkant geplaatst wordt. Aan een dubbelsprong worden een A en aan het tweede element een B toegevoegd en een driesprong krijgt een A,B en het derde element een C.


Bron:
W en W
hindernismaterialen


terug naar boven

Grondbalk
Bron:
http://www.jumpdesign.net/

Grondbalk
Een grondbalk wordt voor de hindernis op de grond gelegd zodat:
• het paard beter de hoogte van de hindernis kan inschatten
• het paard beter de afstand voor de afzet kan bepalen
De afstand voor een grondbalk ligt tussen de 15 - 50 cm. Uitzonderingen op deze regel worden in bijzondere gevallen toegepast.
Als je een grondbalk aan beide zijden van de hindernis legt om hem van twee kanten te kunnen srpingen, leg je de grondbalk op 15 cm.
Als een paard te dicht onder de hindernis kruipt, leg je de grondbalk iets verder voor de hindernis.
Wil je een paard leren zijn voorbenen sneller in te vouwen, leg je de grondbalk dichter voor de hindernis.


terug naar boven

Drafbalk en Galopbalk

Drafbalk
Een balk die ongeveer 2.00 - 2.75 m. (D/E-pony - paard) voor de hindernis op de grond ligt om het paard te helpen de goede afstand voor de afzet te vinden en te leren met een goede rugtechniek te springen.
De hindernis wordt dan in draf aangereden.

Galopbalk
Een balk die ongeveer 2.60 -3 m. (D/E-pony - paard) voor de hindernis op de grond ligt om het paard te helpen de goede afstand voor de afzet te vinden en te leren met een goede rugtechniek te springen.
De hindernis wordt in galop aangereden.


terug naar boven

Drafbalkjes/Cavaletti

Drafbalkjes:
Balkjes die je in een rijtje op de grond legt met een onderlinge afstand van 1.20-1.50 m. om je paard te gymnastiseren.

Cavaletti:
Oefenmateriaal voor het gymnastiseren van het paard. Een cavaletti is een balk met een, meestal vaste, constructie aan de zijkanten waardoor je de cavaletti op verschillende hoogtes kunt plaatsen, tot maximaal ongeveer 25 cm van de grond.

Er zijn vele mogelijkheden om ze te gebruiken b.v.:
• Een aantal op een rijtje leggen om in een goed ritme eroverheen te stappen, te draven of galopperen.
• Je kunt de afstanden in het rijtje verkleinen of vergroten met het resultaat dat het paard moet verzamelen of uitstrekken.
• Je kunt de cavaletti op verschillende hoogten zetten.
• Je kunt de cavaltti stapelen tot een kleine hindernis.

Afstanden voor balkjes of cavaletti
• stap 0.80 - 0.90 m. (D/E-pony - paard)
• draf 1.20 - 1.50 m. (D/E-pony - paard)
• galop 3.00 - 3.50 m.. (D/E-pony - paard)
Afstanden zijn afhankelijk van je paard.

Meer weten ..........


Aanleuning
Je legt aan één of aan beide zijden een balk van de hindernis naar de grond.
Je paard zal dan minder snel geneigd zijn om langs de hindernis te gaan.


terug naar boven

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven