Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Problemen met springen

Je paard slingert tussen de sprongen.




      Oefening 1
      Oefening 2
      Oefening 3





Inleiding

• Voordat je aan een probleem gaat werken sluit je een fysieke oorzaak uit.
• Dit blaadje is niet bedoeld voor het aanrijden van jonge paarden en hun specefieke problemen.

Wanneer je gaat werken aan de oplossing van jouw probleem moet je zelf geloven in wat je gaat doen. Het heeft geen zin om "iets te gaan proberen". Je gaat het niet proberen, je gaat het doen!

Een paard is van nature geen springer dus het moet hem geleerd worden. Jonge paarden leren springen moet met veel rust en vertrouwen gebeuren. Een slechte ervaring in deze fase vormt een blijvende vervelende herinnering voor het paard.
In de ideale wereld springt een paard gewillig alle hindernissen, maar de realiteit is heel anders. De meeste paarden ontwikkelen allerlei trucks om het springen te vermijden. Er zijn paarden met een natuurtalent voor het springen en zij die zo,n paard bezitten zijn gezegend.


De hier geboden oplossingen zijn zeer algemeen en meestal op alle paarden van toepassing. Iedere trainer heeft waarschijnlijk zijn eigen techniek om dit probleem op te lossen, en ieder paard is een individu en zal soms anders of niet reageren op een speciale techniek.

Maak niet de fout om in de eindeloze spiraal van spanning te raken. Blijf altijd rustig en blijf de problemen benaderen met een positieve instelling en oplossend denken.


terug naar boven

Mogelijke oorzaken

• je paard mist nog de juiste balans omdat hij nog niet voldoende is doorgereden
• je paard mist kracht
• je paard is nog niet rechtgericht
• je paard is stijf aan één kant
• je paard is niet gehoorzaam aan één kuit.


terug naar boven

Oplossingen

• doe veel cavaletti-werk om kracht en balans te bevorderen
• doe rechtrichtende oefeningen met je paard, zoals schouder-voor, voltes, renvers, travers
• wanneer je paard stijf is aan de linkerkant, doe dan oefeningen die buiging vragen naar rechts
• zorg dat je paard gehoorzaam is aan één kuit zodat je hem kunt corrigeren wanneer hij gaat slingeren. Volte vergroten/verkleinen, wijken, schouder-voor, zijgangen
• rijd je paard in een vlot, maar niet overhaast tempo. Een fiets gaat ook slingeren als je te langzaam rijdt.


Toelichting
Ieder paard is van nature scheef en kan aan de ene kant buigzamer dan aan de andere kant. Het behoort tot de basisafrichting van je paard om hem recht te richten.

Het ontwikkelen van de spieren vraagt training. Een jong paard zal zijn spieren niet snel ontwikkelen en bedenk dat een paard pas volwassen is tussen de 6 en de 8 jaar.


terug naar boven

Oefening 1

Deze oefening is alleen geschikt voor een paard met springervaring.

Opbouw
• plaats lage steilsprongen (6 á 7) als in-uitjes
• plaats een enkele hindernis elders in de oefenruimte met een eenvoudig aan te rijden lijn.
• een drafbalk voor het rijtje
• afsluiten met een balkje op de grond op een afstand van 2.90 - 3.20 (DE-pony - paard)
• leg parallel aan de te springen lijn, aan beide zijden een balk op de grond. Indien je balken hebt met een lengte van 3.00 m. past dat mooi. Heb je balken van 4.00 m. leg ze dan zoals in de voorbeeldvideo getoond wordt.
• indien je de oefening van de andere kant wilt benaderen, worden de galopbalk en drafbalk voor en na de hindernis aangapast en indien je grondbalkjes gebruikt hebt ,worden ze naar de andere kant verlegd.

Doel
• bevorderen souplesse
• opbouwen van spierkracht
• bevorderen balans en ritme
• voorkomen van slingereren tussen de sprongen




Een wat lange inleiding!

Uitvoering
• Rijd afwisselend op de linker- of rechterhand aan.
• Als je paard niet gewend is aan zoveel hindernissen bouw je het lijntje per hindernis op. Je begint met de achterste hindernis.
• Rijd het lijntje aan in draf.
• Galoppeer in een rustig galopje over de hindernissen in een verlichte zit.
• Geef druk met beide benen in het ritme van de sprongen.
• Ga na de sprongen afwisselend naar links of rechts.
• Spring af en toe de enkele sprong in de oefenruimte voor de ontspanning.
• Doe deze oefening niet te vaak achter elkaar.

Let op:
• Begin ik de oefening recht en op het midden van de hindernis?
• Kan ik uigebalanceerd zitten in de verlichte zit?
• Kijk ik over de hindernissen heen tijdens het aanrijden en het springen?
• Rijd ik na de sprongetjes rechtuit naar de hoefslag en maak ik de oefening netjes af?


terug naar boven

Oefening2


Opbouw
• Plaats oxers op de AC-lijn als aangegeven.
• Plaats een smalle stijlsprong haaks op de oxer, vooral niet te hoog!
• Zie voor de juiste afstanden: Afstandstabel. Aarzel niet om de afstanden aan te passen indien de omstandigheden daarom vragen.

Doel
• voorkomen van slingereren tussen de sprongen


Uitvoering
• Rijd afwisselend op de linker- of rechterhand aan
• Rijd de oefening eventueel eerst in stap met de hindernissen op de grond om je paard uit te leggen wat de bedoeling is.
• Oefen verder in draf en vervolgens in galop. In draf zijn de afstanden tussen de hindernissen kleiner.
• Corrigeer rustig met je benen als je paard afwijkt van de lijn. Geef vooral niet teveel been zodat je wederom moet corrigeren.
• Ga na de sprong afwisselend naar links of rechts.

Let op:
• Corrigeer ik het slingeren met mijn benen?
• Kijk ik over de hindernis heen tijdens het aanrijden?


terug naar boven

Oefening3


Opbouw
• Plaats drie hindernissen. De hoogte en samenstelling is afhankelijk van je niveau.
• Leg aan beide zijden een grondbalk zodat je van twee kanten de hindernissen kunt springen.
• Plaats een kruisje, stijlsprong of oxer op een eenvoudig aan te rijden plaats in de oefenruimte. • Leg aan beide zijden een grondbalk zodat je van twee kanten de hindernissen kunt springen.

• Zie voor de juiste afstanden: Afstandstabel Aarzel niet om de afstanden aan te passen indien de omstandigheden daarom vragen.
• Als je paard erg slingert, leg je de balken die parallel aan de te springen lijn liggen, verder uit elkaar.

Doel
• voorkomen van slingereren tussen de sprongen


Uitvoering
• Bouw en spring eerst alleen de eerste en daarna de eerste twee srpongen en als je paard relaxed is bouw je de derde sprong ook op.
• Leg de balken die parallel aan de springlijn liggen niet te dicht bij elkaar zodat je paard er niet opspringt.
• Als het springen relaxed gaat, leg de de balken dichter naar elkaar zodat je paard steeds minder gaat slingeren.
• Als je uit draf de combinatie wilt springen, staan de hindernissen dichter bij elkaar dan wanneer je uit galop springt.
• Rijd je paard zeker, met voldoende impuls door het lijntje. Bedenk dat je op een fiets ook gaat slingeren als je te langzaam rijdt.
• Zit rustig en houd je handen stil.
• Corrigeer rustig met je benen als je paard afwijkt van de lijn. Geef vooral niet teveel been zodat je wederom moet corrigeren.
• Rijd tussendoor dressuur wanneer je paard te gespannen wordt en spring voor de ontspanning af en toe de vierde sprong voor of na het lijntje.

Let op:
• Is mijn bocht voor het te springen lijntje correct gereden zodat ik recht en in het midden voor de eerste hindernis kom?
• Stuur ik bewust naar het midden van de hindernis?
• Kijk ik goed voor mij uit over de hindernissen?
• Corrigeer ik het slingeren met mijn benen?
• Verlies ik geen impuls tussen de sprongen?


terug naar boven

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven