Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Zithouding






Algemene informatie

De perfekte zit bestaat niet. iedere combinatie van ruiter en paard is uniek, je moet slechts streven naar de zit waarmee je voor jezelf en je paard de beste resultaten behaalt.


De zit is de basis van iedere vorm van inwerking van de ruiter op het paard! Je hebt controle over je eigen lichaam nodig om een paard goed te kunnen rijden. Je moet leren in balans op het paard te zitten. Paardrijden is een constante wisselwerking van informatie tussen paard en ruiter. De ruiter moet leren voelen hoe het paard zich beweegt en daarop anticiperen, andersom moet het paard leren voelen wat de ruiter wil. Als je als ruiter eens gevoeld hebt hoe gemakkelijk je kunt zitten op een paard die zichzelf goed gebruikt, door los en met een goed ruggebruik te bewegen, voel je je gedragen. Omgekeerd is het voor het paard makkelijker een ruiter te dragen die goed in balans zit en mee kan gaan in de beweging van het paard. Zowel ruiter als paard moeten leren balans en evenwicht te vinden om de oefeningen goed uit te kunnen voeren. De oefeningen zijn wederom een middel om balans evenwicht en co�rdinatie te verbeteren. Een ruiter die niet in evenwicht zit en niet met de beweging van het paard mee kan gaan, stoort de gang en de houding van het paard. Een ruiter die daarentegen goed in balans zit en soepel met de beweging mee kan gaan, stimuleert zijn paard om zijn rug goed te gebruiken wat resulteert in vloeiende, taktmatige bewegingen in alle gangen en oefeningen.



Men onderscheidt:
Links: dressuurzit

Rechts:
verlichte zit



Bron:
http://www.pferdesportwestfalen.de

terug naar boven

De basis van de zithouding


De goede zithouding:
Je zit rechtop in een natuurlijk, ontspannen houding op je zitbeenknobbels diep in het midden van het zadel. Je kunt eigenlijk twee lijnen trekken:
1. Je kunt een vertikale lijn trekken vanaf je oorlel, schouder tot je heup en je hiel.
2. Vanaf het bit via teugels en onderarm naar de elleboog.
Beweeglijk en soepel blijven je benen en heupen alsook de armen en nek. Je bovenlichaam blijft stil zitten (niet stijf), rustig en rechtop en slechts de wervelkolom vangt de beweging van het paard op vanuit de onderrug en heupen.


• de voeten worden van buiten naar binnen in de beugels gestoken
• de teugels, niet gedraaid en even lang tussen de pink en de ringvinger houden. De handen vormen een vuist en zijn rechtop met de duimen als "dakjes" . De rest van de teugel hangt onder de teugel aan de rechterkant van het paard langs de schouder naar beneden. Lees meer
• beugellengte is ongeveer even lang als je gestrekte arm met een gestrekte hand. Lees meer
• het zadel is van de juiste maat en de achterkant ligt meestal iets hoger dan de voorkant

Taal: Duits
video inhoud:
de correcte zithouding

Taal: Engels
video inhoud:
correcte positie
stoelpositie en correctie
onderbeen te ver naar achteren en correctie
verkeerde hoofdhouding en correctie
ronde schouders en correctie
scheve heup en correctie
handhoudingprobemen en correctie
zithouding oefenen




• Je zit diep in het midden van het zadel op de zitbeenknobbels.
• Het gehele lichaam rust op de zitbeenknobbels en de heupen draaien licht naar voren.


• De wervelkolom heeft een S-vorm zodat je de bewegingen van je paard kan volgen met een vertikale beweging van de wervelkolom. De rug moet buigzaam zijn, doch indien nodig ook hard; buigzaam om de kracht van de schokken te breken, hard, opdat het paard zich daartegen kan, resp. moet afzetten.
• Je hoofd rechtop en je kijkt rechtuit tussen de oren van het paard door. (ook in de volte!). De kin is minimaal 1 cm naar beneden om het de wervelkolom mogelijk te maken mee te veren in de beweging. Vooral niet verkrampt je hoofd rechtop houden maar ontspannen.
• De schouders worden licht naar achteren gehouden en moeten vooral los in het gewricht naar beneden hangen.
• De bovenarmen liggen ontspannen aan het lichaam met de elleboog losjes in de zij en de onderarmen liggen in het verlengde van de teugels.
• De borst voelt alsof je met de borst vooruit moet zitten. Ook hier weer niet overdrijven want dat werkt verkramping in de hand.




• De handen worden ongedwongen tot een vuist gesloten en hebben een voortdurend contact met de paardenmond. De handen worden loodrecht gehouden met de duim naar boven, het liefst als een "dakje" om het nageven mogelijk te maken.


Bron:
http://www.p-wie-pferd.de/


• De knie moet zo laag mogelijk aan het zadel liggen. In de stand van de knie mag nooit verandering komen.
• Het hele been wordt lang gehouden en heel licht vanuit de heupen naar achteren genomen. Het is goed om vaak je benen aktief te strekken zonder beugels met je zolen richting de bodem om vooral de spieren aan de binnenkant van het bovenbeen iets op te rekken.


• Het bovenbeen ligt ontspannen langs het zadel naar beneden, licht naar binnen gedraaid om de knieen de gelegenheid te geven aan het zadel te liggen. De ontspanning is belangrijk om kuithulpen te kunnen geven.
• Het onderbeen hangt vanaf de knie (afhankelijk van je beenlengte) meer of minder schuin naar achteren tegen het paard aan naar beneden.
• De vlakke binnenkant van de kuit ligt stil aan het paard, houdt gevoel met het paard, en is verantwoordelijk voor de drijvende hulpen.
• De voet is licht met de tenen naar binnen en ligt met een volkomen los voetgewricht met de bal in de beugel, zodat de zool over de volle breedte het beugelvlak raakt. Door de zoolrand aan de binnenzijde iets meer te belasten wordt het vlakke aanliggen van de knie aan het zadel bevorderd. De tweede teen vormt een rechte lijn naar de knie. De voet wordt van buiten naar binnen in de beugel gestoken.
• De hak is het laagste punt. Probeer niet de hakken naar beneden te drukken want dan merk je dat het been naar voren wil schuiven. Het laagste punt van de hakken wordt alleen bereikt door het lang maken van je benen.


terug naar boven

Fouten dressuurzit


geopende handen


geopende handen


platte handen


platte handen


h. over de manenkam


h. over de manenkam


handen te hoog


h. strak naar onder


te lange teugels


ene hand hoger


ellebogen naar buiten


ondersteboven


opgetrokken benen


stoelzit


spreidzit


verkrampt


scheef


voorover vallen


knieën te wijd


bovenbeen naar voren
Bron: Het boek van de ruiter
A.W. Sijthof
http://www.pferd-aktuell.de

enkel positie

Taal: Engels
Inhoud video: Verschillende posities van de enkel en voet en de gevolgen voor een stabiele zithouding.


handhouding

Taal: Engels
Inhoud video: Verschillende posities van de pols en hand en de gevolgen voor een stabiele zithouding.


terug naar boven

Zithouding stap

In de stap zit je mee met de beweging van je paard. Je laat je benen rustig aanliggen en ontspannen naar beneden hangen. Je paard moet leren om te blijven stappen met een ontspannen aanliggende kuit.
De basishouding is de dressuurzit.


Hoe te leren
• stap niet te veel waardoor je paard meer aangedreven dient te worden waardoor jezelf fout gaat zitten
• ga met een flegmatiek paard vooral in het begin van je training de stap oefenen omdat hij dan nog actief is
• ga met een druk paard aan het eind van de training oefenen omdat hij dan rustiger is
• rijd figuren en wissel van tempo


Fouten
• te veel actief bewegen waardoor je het paard belemmert in zijn beweging en zijn rug belast
• scheef zitten
correctie: doe je beugels uit en maak draaiende bewegingen met je benen en strek ze beiden naar beneden en trek ze weer omhoog met je knieën boven het zadel.
Of maak een draaiende beweging vanuit je heupen door links en rechts om te kijken naar de staart van je paard.



Taal: Duits
Inhoud video:De gevolgen van te veel drijven met been en zit in de stap.


terug naar boven

Doorzitten

Tijdens het doorzitten blijf je diep in het zadel zitten en je beweegt mee met de beweging van het paard. Je rug vangt de beweging hoodzakelijk op door vanuit je onderrug je heupen de kans te geven naar voren te kantelen en weer terug. Je bovenlichaam zit stil en je benen liggen ontspannen en rustig aan het zadel.
Doorzitten is de basishouding van de dressuurzit.


Doel
Doodat je iedere beweging van je paard voelt, ben je beter in staat om fijnere hulpen op het juiste moment over te brengen.
Het doorzitten is een grotere belasting voor de rug van je paard dan het lichtrijden. Het is dan ook aan te raden om tijdens je dressuurtraining licht te rijden als je in- of uitrijdt .


Hoe te leren
• ga eerst een afwisselend aantal keren doorzitten en dan weer lichrijden
• zitoefeningen, het liefst aan de lounge. Houd het zadel eventueel vast zodat je goed kunt voelen hoe je aan het zadel moet blijven kleven en je rug mee moet laten veren met de rug van het paard en je je paard niet te veel in de mond te stoort.
• rijden zonder beugels waarbij je erop moet letten dat je benen ongedwongen aan het paardenlichaam afhangen en niet je benen om het paard klemmen om je evenwicht te bewaren. Doe het niet te lang om te voorkomen dat je jezelf gaat vastklemmen. Ga bijvoorbeeld uitstappen met de beugels uit.
• gymnastiek op het paard. Het liefst zonder beugels, je armen en benen onafhankelijk van elkaar bewegen en je hoofd en schouders soepel draaien.
• rijd figuren en wissel van tempo
• veel rijden met een constant kritische houding t.o.v. je eigen zithouding
• fitness. Zwemmen en hardlopen zijn de goede vormen om je conditie voor het paardrijden te verbeteren.
• laat iemand je filmen en bekijk je eigen houding eens uitgebreid, als het kan vertraagd


Fouten
• Voorover of achterover zitten, waarbij achterover minder problemen veroorzaakt dan voorover
Dit wordt meestal veroorzaakt doordat je te weinig vertrouwen hebt in jezelf of het paard of omdat je klemt met je knieën. Een andere oorzaak is dat je je benen optrekt om te drijven waardoor je uit balans raakt.
correctie: Zijn je beugels niet te lang of te kort?
Doe vaker even de beugels uit en maak je benen lang. Doe net of je mee wilt lopen met je voeten op de grond.
• het "rammelen" van de benen waardoor je niet in staat bent om fijne kuithulpen te geven aan het paard waardoor het paard "afstompt"
Je zithouding is te verkrampt of je rug is krom en je benen worden aan het paard geklemd.
correctie: Vang de beweging van het paard op met een soepele rug en blijft aan het zadel kleven door je heupen te draaien. Houdt je zadel vast aan de voorboom en doe eventueel de beugels uit. Maak bewegingen met je benen om ze ontspannen langs het zadel te kunnen laten hangen. Als je te veel met je knieën klemt, draai ze dan eens iets naar buiten.
• Je hoofd en schouders zijn niet ontspannen waardoor de handen meebewegen met de beweging van het paard
correctie: Leg de teugels in een knoop en rijd eens zonder teugels.
Rijd eens met één hand en laat je andere arm ontspannen langs je lichaam hangen of doe gymnastiekoefeningen met je armen en doe oefeningen met je nek door je hoofd naar boven en naar beneden te buigen en naar je schouders te bewegen.
Of pak een pluk manen in je handen waardoor je handen gedwongen worden op één plaats te blijven.
• te actief meebewegen waardoor je je paard stoort in zijn beweging en de rug zwaar belast
correctie: je moet hoofdzakelijk drijven met je kuiten en slechts meebewegen met je zit, tenzij je een overgang wenst te maken binnen dezelfde gang of naar een andere gang.



Taal: Duits
Inhoud video:
Bewegingsoefeningen in het zadel.



Taal: Engels
Inhoud video:
Bewegingsoefeningen in het zadel aan de longe.


terug naar boven

Lichtrijden of Engels draven

Bij het lichtrijden laat je je iedere tweede pas wegvallen door licht op de beugels te steunen en gelijktijdig sluiten van de benen weer uit het zadel te laten verheffen.
Je zit alleen in het zadel op het moment dat het paard een diagonaal paar benen opbeurt. Al naar gelang je uit het zadel komt op het moment dat een bepaald voorbeen wordt opgetild spreekt men van het rijden op het rechter- linkerbeen.
In de rijbaan moet je uit het zadel komen op het ogenblik dat het buiten-voorbeen naar voren wordt gezet. Bij het veranderen van hand moet je dus ook een extra pas doorzitten(op, neer, neer, op) , zodat je opnieuw op het correcte been lichtrijdt. Je kan aan de schouder van het paard zien welk been hij naar voren beweegt. Wanneer de buitenschouder voorwaarts beweegt, moet je iets uit het zadel komen, wanneer die achterwaarts beweegt, moet je zitten. Je kunt dan
draven op de linkerhand: rechterschouder (been) is voor als je uit het zadel komt
draven op de rechterhand: linkerschouder (been) is voor als je uit het zadel komt


goede been lichtrijden

rechterhand

Goed of fout

lichtrijden op paard

van been veranderen

oefenen
en van been veranderen

Doel
Als je goed in balans met je paard lichtrijdt, is het voor jezelf en voor je paard comfortabeler. Het lichtrijden ontziet vooral de rug van je paard en het is dan ook aan te bevelen altijd licht te rijden met een jong paard. Tijdens de training kun je het beste lichtrijden als je in- en uitrijdt.
Het lichtrijden heeft echter niet alleen voordelen: door de beweging van de ruiter is de verbinding met de paardenmond niet constant, wat in de dressuur wel gewenst is en tevens zijn bij deze beweging de gewicht- en zithulpen niet mogelijk. Zodoende laat een paard zich met lichtrijden slecht verzamelen.


Hoe te leren
• de basishouding is dezelfde als bij de dressuurzit
• hou je eerst vast aan het zadel, niet aan de teugels zodat je het paard niet hindert
• ga in stilstand eens voorzichtig staan en zitten, hoewel je tijdens het lichtrijden niet echt gaat gaat staan in de beugels is dit in het begin toch een goede oefening. Als je staat neemt je been het grootste deel van je gewicht en met elastische heupen wordt het via de aanliggende knie en de verende enkel overgebracht op de bal van je voet met een naar beneden gedrukte hak.
• draaf kleine stukjes aan de lange zijde van de baan. Voel en tel mee met het ritme van je paard. Ga dan afwisselend iets uit het zadel en ga weer zitten. Tel mee in het ritme: "op, neer, op, neer" , enz.
• de actie bestaat uit een voorwaartse en achterwaartse beweging vanuit de heupen en niet door te gaan staan en zitten. Je onderbeen blijft in dezelfde positie en slechts je bovenbenen duwen je heupen iets naar boven en in een voorwaartse beweging.
• oefen, indien mogelijk, aan de longe
• op het goede been leren rijden doe je door jezelf steeds te controleren. Kijk naar de schouder van het paard. Als de buitenschouder van het paard naar voren gaat moet je uit het zadel komen.
• kijk door de oren van je paard naar voren
• rijd figuren en wissel van tempo



Fouten
• te hoog opveren
correctie: de beweging meer vanuit de heupen rijden. Dat kost veel oefening. Je mag niet onder het zitvlak door kunnen kijken als je achter het paard staat wanneer je zitvlak uit het zadel komt.
• verkeerde ritme.
Je zit dan achter de beweging van je paard waarmee je de beweging van je paard afremt. Laat de beweging van je paard bepalen wanneer je uit het zadel komt. Het paard "geeft je op". Doe eens even je ogen dicht om te voelen.
• op het verkeerde been lichtrijden
correctie: ga een keer extra doorzitten (op, neer, neer, op) om de fout te herstellen en controleer jezelf regelmatig door naar de schouder van je paard te kijken.
• de handen zijn niet stil.
correctie: zit ontspannen met hangende schouders en je ellebogen losjes langs je lichaam. Maak de beweging meer vanuit je heupen en hou je bovenlichaam stil.
• ronde schouders en ellebogen en stijve polsen beperken de soepelheid
• de schouders te ver naar voren en het zitvlak naar achteren
• voorover gaan zitten met de benen te ver naar achteren, de hakken opgetrokken.
Dit probleem wordt vaak veroorzaakt als je jezelf of je paard niet vertrouwt.
Meestal hou je je dan vast met je knieën. Zijn je beugels niet te lang of te kort?
correctie: Laat het gewicht door je been heen op het enkelgewricht veren. Ga in stilstand even staan en laat al je gewicht op de beugel dragen en laat je hakken naar beneden zakken. Ga dan weer zitten om te rijden. Herhaal dat af en toe.
Maak de beweging door je heupen te draaien en niet door je zitvlak uit het zadel lichten.
Ook kun je in gedachte proberen met je voeten plat op de mee te lopen (onmogelijk natuurlijk!) om zodoende je benen lang te maken.
Drijf met je kuiten en niet door je hakken naar achteren te gooien.
• naar beneden kijken

Voor correct lichtrijden stel je dezelfde eisen aan je lichaamshouding als bij het doorzitten (de dressuurzit).


verbeteren beenpositie


terug naar boven

Zithouding galopperen

De galop voelt heel anders aan voor de ruiter dan de draf of de stap omdat het een gang is in drie tempi. De basiszithouding voor het galopperen is hetzelfde als voor de dressuurzit.
Tracht diep in het zadel te gaan zitten als het paard aanspringt. Ga niet bewust meebewegen, laat de beweging van het paard en het ritme van de gang je lichaam bewegen. Zoek nooit steun op de teugel om het evenwicht te hervinden, want juist in de galop heeft het paard behoefte aan een hand die rustig met de beweging meegaat. Schuif in de linkergalop de linker zitbeenknobbel iets meer naar voren en andersom.




Moeilijkheden bij het blijven zitten in galop
Een paard dat nog op de voorbenen galoppeert is moeilijk te zitten. Je komt dan snel met je zitvalk uit het zadel en valt weer terug, waardoor je je paard in z'n rug belast en het paard een probleem krijgt om zijn rug goed te ontspannen en zijn achterbenen goed onder de massa te brengen waardoor jij weer niet goed kan zitten. Dat is een wisselwerking. Leer je paard op zijn achterbenen te komen door veel overgangen te rijden, vaak op de juiste wijze aan te galopperen en korte stukjes galopperen zodat hij niet uit elkaar kan vallen. Rijd vaak grote voltes en zorg voor afwisseling in je training.
Het ene paard is makkelijker "uit te zitten" dan het ander.

Fouten
• te ver voorover zitten
Dit probleem komt vooral voor als je je paard nog niet voldoende vertrouwt, zeker wanneer je te weinig controle hebt over het tempo. Een andere oorzaak is het optrekken van de hakken om te drijven en het klemmen met je knieën.
correctie:
-Probeer ontspannen te gaan zitten met de knieën losjes aan het zadel en de hakken naar beneden. Drijf met je kuiten en niet met je hakken en ontspan vooral je schouders. Kijk niet naar beneden.
-Rijd je paard terug naar bijna draf d.m.v. halve ophoudingen (dus niet door aan de teugel te trekken) en galoppeer weer actief verder.
-Spring op de juiste manier aan in galop door een halve ophouding gevolgd door een licht knijpen met de kuiten en niet door een schop te geven. Door een schop te geven heb je direkt al een verkeerde lichaamshouding. Oefen dit met je paard door balkjes te gaan galopperen waardoor hij makkelijker aan wil springen en je hem en jezelf kan laten wennen aan de juiste hulpen.
-Spring in galop aan vanuit de stap zodat je achterover moet gaan zitten om aan te springen.
• te ver achterover zitten
correctie: dit is lastig te corrigeren.
-Maak je lichaam lang door net te doen of je aan een touwtje met je hoofd omhoog wordt getrokken en probeer met platte voeten op de grond mee te lopen. (onmogelijk natuurlijk, maar het is de basis van je beenhouding)
-Ga afwisselend in de verlichte zit en de basishouding galopperen. Houd je in de verlichte zit vast aan de manen. Probeer je paard eens over de manen te aaien als je galoppeert.
• te veel beweging in het bovenlichaam
Je beweegt teveel met je lichaam waardoor je je paard stoort in zijn galop, je paard loopt niet meer door en jij gaat nog meer bewegen om hem in galop te houden.
correctie:
-Rijd je paard vaak zeer actief voorwaarts met je kuiten en weer terug en rijd veel overgangen waardoor je je paard beter aan de kuit krijgt.
-Galloppeer vaak en afwisselend kortere en langere stukken en rijd figuren zoals voltes.
-Geef hem een tikje met de zweep wanneer hij in tempo terugvalt en ga niet met je zit proberen hem in galop te houden.
-Rijd een volte in de hoek en rijd je paard direkt daarna zeer actief voorwaarts op de lange zijde. Dan leert je paard om ook in een volte actief te blijven galopperen.
-Galoppeer vaak over balkjes.
• de beweging willen stimuleren met je handen
correctie: hetzelfde als voorgaande
• klemmen met de knieën of de onderbenen waardoor je jezelf uit het zadel drukt
Dit probleem komt vooral voor als je je paard nog niet voldoende vertrouwt, dan ga je jezelf vastklemmen om in evenwicht te blijven. Een probleem is dat jij gaat klemmen, daardoor steeds hard op de rug van je paard belandt waardoor je paard weer harder gaat. Een andere oorzaak is het optrekken van de hakken om te drijven.
correctie:
-Probeer ontspannen te gaan zitten met de knieën losjes aan het zadel en de hakken naar beneden. Drijf met je kuiten en niet met je hakken.
-Draai af en toe je voeten maar eens overdreven naar buiten met je knieën van het zadel. Zit als het ware met o-benen.
-Rijd je paard terug naar bijna draf d.m.v. halve ophoudingen (dus niet door aan de teugel te trekken) en galoppeer weer actief verder.
-Ga eens staan tijdens het galopperen of rijd eens in de verlichte zit waarbij je er bewust op let dat je de beweging door je benen heen opvangt met verende enkels in de beugels met de hakken naar beneden.
• te veel druk op de beugels waardoor je gaat staan
Dit gebeurt vooral als je je benen teveel naar voren drukt i.p.v. naar beneden. Je wilt dan te bewust je hakken uitdrukken terwijl het rijden met de hakken naar beneden moet ontstaan doordat je de beweging opvangt met een verende enkel in de beugels.
correctie:
-Ga afwisselend galopperen in verlichte zit en raak de manen of de oren van je paard eens aan en in de basishouding. -Controleer of je beugels niet te kort zijn.


Hoe te leren
• galoppeer in het begin korte stukjes
• galoppeer veel en rijd figuren, vooral grote voltes en wissel van tempo
• galoppeer aan vanuit de stap zodat je je zit gelijk goed in het zadel drukt
• rijd met één hand en laat je andere arm ontspannen naar beneden hangen, of houd je aan het zadel vast of maak draaiende bewegingen met je arm
• houd het hoofd omhoog, kijk naar de zon!
• rijd afwisselend in verlichte zit en de basishouding. Aai je paard eens over de manen of raak zijn oren aan of maak je knoopje van je jas eens los en vast enz.
• zorg voor afwisseling in je training en galoppeer eens over balkjes op de grond of kleine sprongetjes.




terug naar boven

Voorwaarden goede zit

Een goed paard
Een paard dat verder gevorderd is in zijn scholing zal je makkelijker laten zitten dan een groen paard. Een goed geschoold paard laat zijn rug los en laat je daardoor soepel meedeinen op zijn verende rug. Een paard kan zijn rug echter pas loslaten wanneer de ruiter goed zit en het paard in een juiste aanleuning kan laten lopen!

Beugellengte
De lengte van de beugels is van groot belang voor een goede zit; daarbij moet rekening worden gehouden met de bouw van de ruiter, de bouw van het paard en de ervaring van de ruiter.
Een te lange beugel werkt een te sterke strekking van het been in de hand zodat je niet meer op je zitbeenknobbels kunt zitten en in spreidzit gaat zitten waardoor je niet meer in staat bent om goed met de kuiten te drijven.
Te korte beugels zijn vaak de oorzaak van opgetrokken knieën; daardoor wordt het zitvlak naar achteren gedrukt. Je zit dan op je stuitje en niet op je zitbeenknobbels, de zogenaamde "stoelzit".
Om te beginnen maak je de beugels ongeveer even lang als je uitgestrekte arm. De juiste lengte kun je pas in het zadel aanbrengen. De beugel heeft de juiste lengte als het vlak van de beugel ongeveer 3 centimeter hoger ligt dan de hielnaad in de laars van de vrijhangende voet. Beide beugelriemen moeten de gelijke lengte hebben wat je regelmatig moet controleren omdat de beugelriemen uitrekken door het opstijgen. Als je wat dikkere ronde bovenbenen hebt, moet je je beugels wat korter hebben dan ruiters met dunne platte bovenbenen.

Passend zadel
Een goed passend zadel is van groot belang voor het rijgenot, zowel van de ruiter als van het paard. Om de juiste zithouding mogelijk te maken moet het zadel goed in balans op het paard liggen en het mag voor jouw zitvlak niet te klein of te groot zijn.
Lees meer

Ontspanning
Als je zelf gespannen bent of je paard is gespannen, kun je onmogelijk goed zitten waardoor je niet in staat bent je hulpen goed te gebruiken.
Je moet je paard en jezelf vertrouwen om ontspannen te kunnen zitten.

Lichamelijke geschiktheid
Een ruiter met een sportief figuur zal makkelijk in staat zijn goed te zitten. Ideaal is het figuur van een atletisch type met een kort bovenlichaam en lange bovenbenen. Je moet streven naar souplesse. Sommigen onder ons zijn van nature buigzamer en flexibeler dan anderen. Daarom is het soms van belang om oefeningen los van het paard te doen om je rug en ledematen los, soepel en sterk te maken zodat je je zit kunt verbeteren.



te klein zadel

terug naar boven

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Hulpen dressuur in zakformaat
hulpenboekje
Tekeningen in kleur met schematische weergave van de hulpen met korte beschrijvingen.
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer .....

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven