Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Vrij springen



      springoefeningen in zakformaat

Zie voor de juiste techniek van een springpaard: Het springpaard




      Oefening 1 - eerste keer
      Oefening 2 - gymnastiek voor de rug
      Oefening 3 - het angstige onzekere paard
      Oefening 4 - het geroutineerd flegmatiek paard
      Oefening 5 - het geroutineerde hectische paard
      Oefening 6 - hoog leren springen
      Oefening 7 - verbeteren techniek
      Oefening 8 - opletten!





Inleiding

Bron: /www.phielplijnaar.nl/



Wat is vrij springen
Je laat je paard springen zonder ruiter op zijn rug.
Je zet een aantal sprongen op gepaste afstand in een lijntje. Beide zijden van het lijntje zet je af zodat het paard niet kan uitbreken. Je leidt je paard in zijn aanloop naar de sprongen en op het juiste moment laat je hem los. Je drijft (niet opjagen!) je paard met de zweep en/of je stem door het lijntje.

Er zijn competities voor het vrij springen en tijdens keuringen worden de jonge paarden beoordeeld op hun techniek in de vrije sprong.
De beoordelinhg op de techniek van een jong paard zijn niet zaligmakend omdat het vaak voorkomt dat een paard die als jong paard geen geweldige techniek liet zien, uiteindelijk toch uitgroeide tot een goed springpaard. Andersom is het vaak wel zo dat wanneer een jong paard een goede techniek laat zien, hij ook goed zal springen onder het zadel. Het biedt echter geen garantie voor een goede springloopbaan in de toekomst. In de handel is het echter prettig als je een goede beoordeling kunt tonen op de springtechniek van een paard.
Het vrije springen op jonge leeftijd geeft wel inzicht in:
• vermogen
• moed
• vechtlust
• aanpassingsvermogen
• inschattingsvermogen


terug naar boven



Doel van het vrij laten springen

• psychische en fysieke ontspanning
• gymnastiseren
• training
• correctie van reeds opgeleide paarden
• basis voor het jonge paard en bevorderen van de balans
• bevorderen zelfvertrouwen
• afwisseling
• verbeteren techniek
• beoordelen intelligentie, aanpassingsvermogen en karakter
• beoordelen techniek

Toelichting
Het laten springen van een jong paard bevordert de techniek, handigheid en het paard doet ervaring op. Deze elementen leveren een voordeel op, op dat moment maar zijn geen garantie voor een beter springpaard in de toekomst. (volgens een langjarige studie aan de universiteit van Utrecht)
Het vrije springen lijkt wel een goede voorbereiding om het paardenlichaam, pezen, banden en botten aan de belasting te laten wennen.


terug naar boven

Benodigdheden



• een goed afgezette trainingsruimte
• hindernismateriaal waaronder planken
• twee personen
• longeerzweep
• zeer kort leidtouw (30 cm.) met een knoop aan het eind is aan te bevelen
• beloning

Aankleding paard
• scheenbeschermers voor
• evt. strijklappen achterbenen
• evt. springschoenen voor paarden die zichzelf op de ballen van de voorbenen dreigen te trappen (vangen).
• halster of trensbit is afhankelijk van het paard. Evt. teugels worden opgebonden.
• indien er een zadel op het paard ligt, bind je de beugels op of je verwijdert ze

Toelichtng
Gebruik liever op de grond planken, want balken kunnen wegrollen en blessures veroorzaken.
Een zeer kort leidtouw kun je loslaten op het moment dat je je paard loslaat voor het lijntje. Je kunt daarna je paard ook weer makkelijker in de handen krijgen.

Teugels opbinden
• maak de keelriem los
• draai de teugels om elkaar heen
• steek de keelriem erdoorheen en maak hem weer vast


terug naar boven

Opbouw van een lijntje

Plaats
• Zorg voor een afgesloten ruimte. Een rijbak van 20x40 meter is het meest ideaal.
• Bouw het lijntje op de lange zijde tegen de bakrand aan, zodat je paard aan die kant al niet kan uitbreken.

Grondbalken
• Geef iedere hindernis een duidelijke grondlijn, bijvoorbeeld een grondbalk op de juiste afstand (ongeveer 15-30 cm voor de hindernis).
• Leg tussen, voor en na de hindernis eventueel een balk of een plank om ritme en juiste afstand te leren. Een plank heeft de voorkeur omdat deze niet kan wegrollen en daardoor blessures voorkomt.

Hoogte, breedte
• De hoogte van de hindernissen is afhankelijk van het niveau van je paard. Overvraag je paard nooit, daarmee ondermijn je het vertrouwen van je paard! Begin je training altijd met lage hindernissen en bouw langzaam omhoog.
• Ter verbetering van de springtechniek kun je de laatste oxer beter breder bouwen dan hoger. Een brede oxer, parallel opgebouwd (voorste en achterste balk even hoog) bevordert het juiste achterbeengebruik en de bascule. Ter voorkoming dat het paard in de oxer springt kun je een balk dwars ver de hindernis leggen. (zie plaatje)

Afstanden
• Wat betreft de afstanden, kunnen ervaren sportpaarden goed springen met de standaard afstanden. Bij jonge paarden moet je de afstanden aanpassen aan de lengte van de galoppassen van het paard. Jonge paarden moeten het zelfvertrouwen nog opbouwen en dat moet je niet beschamen door voor hen onmogelijke afstanden neer te zetten.
• Voor en na het lijntje een afstand van minimaal 7 meter.

Afzetten van het lijntje
• Aan de andere kant dan de bakrand zet je het springlijntje het liefst af met springbalken op ongeveer ��n meter hoog. Bij ervaren paarden voldoet het om een (breekbaar) lint te spannen. Zet het lijntje af, vanaf (indien mogelijk) ongeveer 6 meter voor de sprong. Bij sommige ervaren paarden is deze afzetting niet meer nodig, maar wel aan te bevelen om ten alle tijde uitbreken te voorkomen.
• Er zijn paarden die erg aan de wand kleven zodat je bij deze paarden de hindernis aanleunt aan de zijde van de wand.


Jonge paarden hebben meer vertrouwen als de hindernissen gekleurd zijn, maar niet al te kleurrijk zijn. Bij effen of natuurlijk gekleurde balken kan het paard moeilijk de hoogte of afstand inschatten.

  

Toelichting
Een duidelijke grondlijn stimuleert het paard om zijn hoofd naar beneden te brengen voor de sprong. Een paard heeft deze houding van zijn hoofd nodig om de hindernis te taxeren, zowel wat betreft de hoogte als de afstand van de afzet, en om een krachtige afsprong te maken. Een paard dat zijn hoofd omhoog brengt in de aanloop naar de hindernis (een sterrenkijker) maakt zijn rug hol en heeft zodoende niet de ideale houding voor een krachtige afzet vanaf de juist positie.
Door de grondbalk verder naar voren of naar de hindernis toe te leggen, kun je je paard meer of minder ruimte geven om de voorbenen op te vouwen.

Een balk of plank achter de sprong bevordert het juiste ruggebruik. Het paard brengt na de sprong zijn hoofd naar beneden om de afstand van de plank te taxeren en maakt daarmee zijn rug rond.

Een brede oxer leert het paard om zijn achterbenen in te trekken en op het juiste moment weer uit te vouwen. Tevens is de springboog bij een oxer anders dan bij een steilsprong wat het basculeren bevordert.
Het paard leert ook om zijn sprong naar boven en naar voren te springen, zodat hij niet onnodig lang in de lucht hangt boven de sprong. In het parcours kost dat erg veel tijd en zorgt het snel voor een achterbeenfout.

Bij ervaren paarden kun je gaan spelen met de afstanden zodat het paard leert om zichzelf te redden (en zijn ruiter!) bij afwijkende afstanden.


terug naar boven

Belangrijke tips

Het is aan te bevelen, zeker in de winter, om een paard één maal per week vrij te laten springen. Dat houdt de paarden los en ze hebben zichtbaar plezier.

Bedenk van te voren wat je bedoeling is met de training en stop zodra je dat bereikt hebt, al heeft je paard mischien nog maar drie keer gesprongen! Laat je niet verleiden tot nog meer sprongen omdat "het zo goed gaat", dat is wachten op een fout of probleem. Het is de kunst om te stoppen als het goed gaat, dat laat een goede herinnering achter bij paard en trainer en is een goede basis voor de volgende training.

Laat het paard zowel links- als rechtsom springen

Het paard moet warm gereden zijn, of gelongeerd. Je mag nooit met een paard met koude spieren gaan springen, dat verhoogt het risico op blessures. Na afloop moet je je paard uit laten stappen.

Laat je paard niet te vaak achter elkaar springen. Het is zeer belastend en het verveelt snel.

Blijf altijd rustig. Mede om die reden is het beter om je paard los te laten ongeveer 7 meter voor het lijntje inplaats van hem rond te laten rennen. Een rustig paard neemt de hindernissen beter in zich op en is in staat om te leren van zijn fouten.

Indien je paard zich losrukt om ongecontroleerd over de hindernissen te rennen, maak je een kleine volte voor de hindernissen, net zo lang tot hij rustig is.


terug naar boven

Wanneer te beginnen?

Je kunt een veulen van twee jaar al spelenderwijs kennis laten maken met het vrije springen.

Springervaring is niet vereist als je met een paard vrij gaat springen. Je moet dan wel de tijd en de rust nemen om het hem te leren.

Je paard moet gehoorzaam zijn aan de hand en het is handig als hij de basiscommando's kent zodat je hem met je stem kunt aansporen of tot rust manen.


terug naar boven

Hoe te leren
  

Algemeen
De beste beloning is stoppen met de training en de trainingsruimte verlaten. Wanneer het paard volledige lijntjes springt, moet je hem natuurlijk uitrijden of uitstappen.

Hou er rekening mee dat jonge paarden het lijntje ineens uit pure baldadigheid achterstevoren kunnen gaan springen.


Methode 1
• neem de tijd en blijf altijd rustig
• je leidt het paard eerst aan de hand over balkjes op de grond. Zorg daarbij voor aanleuning.
• als het paard erg angstig is, verlaat je de trainingsruimte zodra hij over de balk stapt en ga je een volgende training pas verder.
• vervolgens zet je een cavaletti of een kruisje en leidt je paard eroverheen
• minstens 2 personen zijn vereist
• één persoon leidt het paard voor het lijntje en laat het los op het juiste moment ongeveer 7 meter voor de hindernis
• de andere persoon zorgt voor een drijvend effect met de longeerzweep.
• doe een stapje terug in je training als er problemen ontstaan, zoals stoppen tussen de hindernissen.

Toelichting
Het is niet de bedoeling dat het paard met de zweep over de hindernis "gejaagd" wordt. Het paard neemt dan de hindernis niet in zich op maar rent zo snel mogelijk door het lijntje. Daarmee kweek je angst voor de hindernis.
De man met de zweep heeft de belangrijke taak om de zweep te kunnen inzetten gelijk de kuithulpen van een ruiter: alleen indien noodzakelijk gebruikt hij met veel gevoel een aansporende zweephulp. Soms is een aansporing met de stem al voldoende.


Methode 2
• neem de tijd en blijf altijd rustig
• 1 persoon is voldoende
• je leidt het paard eerst aan de hand over balkjes op de grond. Zorg daarbij voor aanleuning.
• als je paard rustig over de balk stapt, beloon je hem met een lekker hapje
• als het paard erg angstig is, verlaat je de trainingsruimte zodra hij over de balk stapt en ga je een volgende training pas verder
• vervolgens zet je een cavaletti of een kruisje en leidt je paard eroverheen
• als je paard er rustig over gaat, beloon je hem. Je beloont hem niet als hij weigert of anderszins ongehoorzaam is.
• dan laat je je paard ongeveer 7 meter voor de hindernis los. Wanneer je je paard getraind hebt met stemhulp, gebruik deze dan om je paard aan te sporen. Sommige paarden hebben even een bemoedigend tikje nodig met een dressuurzweep. Dit tikje geef je met de zweep in je linkerhand, achter je lichaam langs op de achterhand van je paard. In de leerfase kan het handig zijn om een tweede persoon met een lekker hapje achter het lijntje op te stellen zodat je paard daar vanzelf naartoe gaat.
• beloon je paard met een lekker hapje bij een goed resultaat en beloon niet bij ongewenst gedrag.
• doe een stapje terug in je training als er problemen ontstaan, zoals stoppen tussen de hindernissen.

Toelichting
Je paard begrijpt al gauw dat hij alleen beloond wordt als hij goed over het lijntje (of hindernis) springt. Tevens erg handig dat je paard naar je toe komt om zijn beloning te halen als hij gesprongen heeft zodat je de volgende sprong kunt inzetten.
Nadeel is dat sommige paarden wat "happerig" kunnen worden van beloning met lekkere hapjes.


Methode 3
Als je paard de basis van het vrij springen kent, kun je een springlijntje opbouwen aan beide lange zijden van de rijbak. Je zet het hele traject af met lint en laat het paard rondjes lopen. (zie video) Deze methode is niet geschikt voor hectische paarden.


terug naar boven

De eerste keer

Leg de balken op de grond en voer je paard eerst aan de hand door het lijntje.
Zet dan een laag kruisje of een cavaletti met een grondbalk en laat je paard een sprongetje maken.
De plank kun je in eerste instantie weglaten, maar is later nodig om de juiste afstand voor de sprong te bepalen en het basculeren te bevorderen.


terug naar boven

Gymnastiek voor de rug

Een lijntje met relatief korte afstanden zodat het paard gestimuleerd wordt om zijn rug te ronden tijdens de sprong. (basculeren).


terug naar boven

Het angstige, onzekere paard



oefening 1
Angstige paarden hebben behoefte aan passende afstanden om het vertrouwen te bevorderen. Pas de afstanden aan aan de galopsprong van het paard, ook al wijkt dat af van de normaal gebruikte afstanden.
Doe zo min mogelijk met de zweep, maar ondersteun het paard met een drijvende werking van de zweep op de juiste plaats achter het paard.
De planken tussen de hindernissen bevorderen het ritme en het vinden van de juiste afstand voor de afzet.

oefening 2
Wanneer het paard angstig of onzeker is, komt hij vaak te dicht onder de hindernissen, maakt zelfs een galopsprong teveel tussen de hindernissen of hij gaat slingeren.
De afstanden worden langzamerhand groter om het paard te ondersteunen in zijn ritme. Mogelijk leg je twee balken in V-vorm op de hindernis om het slingeren te voorkomen.


terug naar boven

Het geroutineerde flegmatieke paard

Het eerste kruisje is om het paard te motiveren voorwaarts te gaan.
Daarna kun je de uitdaging vergroten door de sprongen die er na komen hoger te zetten. De hoogte van de sprongen moeten aangepast worden aan het trainingsniveau van het paard.
De afstanden mogen niet te groot zijn om het basculeren te bevorderen.


terug naar boven

Het geroutineerde hectische paard



oefening 1
De paarden worden geremd door de tussenliggende planken.
Tevens zorgen de planken voor het juiste ritme en de juiste afstanden.
De sprongen mogen vrij hoog zijn zodat je paard respekt heeft voor de sprongen en terugkomt op de sprong, maar moeten wel overeen komen met het trainingsniveau van je paard. Overvraag je paard niet want dan bevorder je juist het hectische gedrag van je paard.
De laatste plank ligt op een afstand van minstens 4 meter. Voorzichtigheid is daarmee geboden. Het is de bedoeling dat ook deze plank afremmend werkt doordat het paard zijn hals naar beneden brengt om naar de plank te kijken.

oefening 2
De afstanden worden steeds kleiner zodat het paard zijn galopsprongen moet verkorten. Laat je paard meermaals door het lijntje springen en verkort iedere keer de afstand naar de laatste oxer. Wanneer je paard te hoog gaat springen moet je de afstanden weer iets verlengen.


terug naar boven

Hoog leren springen

Met een dergelijk lijntje kan je je paard, die het vrij springen kent, aan hoogtes laten wennen. Begin met hoogtes van 1.10-1.20 m. en verhoog de hindernissen stapsgewijs naar ongeveer 1.30 m. (of hoger als dat het niveau is van je paard).
De eerste hindernis blijft altijd relatief laag om je paard de gelegenheid te geven in het ritme te komen.


terug naar boven

Verbeteren techniek

In dit rijtje wordt de voor- en achterbenen geactiveerd.
Na een brede oxer volgt op vrij korte afstand een steilsprong die ervoor zorgt dat de het paard zijn voorbenen weer snel moet intrekken en hij zijn achterbenen snel onder de massa moet brengen en krachtig moet afzetten.
Het paard wordt sneller met het opvouwen van zijn voorbenen en de achterhand wordt sterker.

In-uitjes op een relatief korte afstand zorgen voor hetzelfde effect.


terug naar boven

Opletten!

Een lijntje met wisselende afstanden maakt je paard handig, allert en snel. Hij moet zich leren aanpassen, zijn tempo terugnemen of juist zijn tempo verhogen. Het paard leert zelf zijn beslissingen te nemen en mee te denken.


terug naar boven

Voorbeeldvideo's

terug naar boven

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven