Website vergroten/verkleinen: cltr-knop + scrollen


Problemen dressuur

Steigeren/Bokken/Wegrennen






Inleiding

Bokken, steigeren en wegrennen kunnen een verschillende oorzaak hebben en uitgroeien tot een handeling van verzet. Wanneer het paard gemerkt heeft dat één van deze handelingen hem verlossen van de ruiter op zijn rug of de ruiter de gevraagde oefening staakt, leert hij onbedoeld dat een dergelijke actie loont. Op zo'n moment wordt het probleem alleen maar groter en het is aan de ruiter om dat te voorkomen.

De allergrootste fout
Zonder te kijken naar de oorzaak van het gedrag, het verzet willen breken met kracht en geweld.

Erkenning van het probleem
Je kunt pas werken aan een probleem als je het probleem erkent. Zoalng je je nog ergert of kwaad maakt op je paard, ga je handelen vanuit onmacht en frustratie waardoor de conflicten alleen maar groter worden. Je zult met een positieve instelling een methode moeten bedenken om de specifieke problemen van je paard op te lossen.

Moeilijk karakter?
Gelijk welk type paard je als ruiter onder het zadel hebt, angstig of overmoedig, werklustig of gedesinteresseerd, koppig, het is aan de ruiter het paard tot een effectieve medewerking te motiveren en zijn vertrouwen en respect te verkrijgen. Foutief handelen van de ruiter leidt tot een dood spoor waaruit het paard zich met, soms gavaarlijke, slechte gewoontes probeert te bevrijden.


terug naar boven

Steigeren


Het paard verheft zichtzelf op zijn achterbenen en trapt met zijn voorbenen in de lucht.
Als paarden onbedoeld steigeren ziet het er vaak krachtig en imposant uit. Mooi om te zien, maar het kan levensgevaarlijk zijn.
Er gaat meestal een bepaald gedrag vooraf aan het steigeren. Je paard wil niet meer verder, of gaat zelfs achteruit, hij kruipt in elkaar, zwaait onrustig met de staart, gooit met zijn hoofd. Een lichte druk met de kuit of een tikje met de zweep laat het paard verder achteruit gaan of hij gaat opzij en staat ineens op twee benen. Deze "slechte eigenschap" heeft het paard zich in het verleden aangeleerd: door verkeerde omgangsmanieren en door fouten in de opleiding. Steigeren (niet veroorzaakt door pijn, angst, nerveusiteit, stress), moet gezien worden als verzet van het paard. Heeft het paard de kans gekregen om vaker te steigeren en daarmee onder het werk uit te komen, wordt hij steeds creatiever en gebruikt iedere gelegenheid om op twee benen te gaan staan en steeds hoger. Steigeren moet je zo snel mogelijk uitbannen voordat het een zeer gevaarlijke gewoonte wordt.



terug naar boven

Bokken

Wat is bokken?
Je paard verheft zijn achterhand waardoor zijn achterbenen van de grond komen. Er zijn verschillende manieren in de wijze waarop een paard bokt.
Er gaat meestal een bepaald gedrag vooraf aan het bokken. Je paard wil niet meer verder, hij kruipt in elkaar, maakt zijn rug bol, zwaait onrustig met de staart, gooit met zijn hoofd, gaat achteruit en/of heft zijn voorbenen enigzins van de grond.

Rood lintje
Wanneer een paard in de inrijring makkelijk bokt en/of trapt naar andere paarden, heeft hij een rood lintje in de staart. De andere ruiters weten dan dat ze uit de buurt moeten blijven.


• paard houdt het hoofd omhoog
• slechts met achterbenen de lucht in met een holle rug

Deze bok is het makkelijkst uit te zitten.


• paard hobbelt op ��n plaats


• paard doet hoofd naar beneden
• maakt rug bol
• met vier benen tegelijk, kaatsend op de grond, de lucht in


• de voorbenen van de grond
• paard springt weg en trapt met beide achterbenen, soms zijwaarts, naar achteren

Deze manier van bokken is erg moeilijk uit te zitten.



terug naar boven

Wegrennen of wegstormen

Wat wordt bedoeld met wegrennen?
Je paard springt bedoeld of niet bedoeld aan in galop en versneld dusdanig dat hij niet meer controleerbaar is.
Vooral in een spannende situatie, wanneer je je paard dwingt om door te gaan, zal hij proberen de oorzaak van de angst zo snel mogelijk achter zich te laten door er hard langsheen (of overheen) te rennen of na het obstakel weg te rennen.


terug naar boven

Als je paard steigert ......


Steigeren kan heel gevaarlijk zijn. Als je paard zijn evenwicht verliest en valt, kan hij bovenop je vallen met alle gevolgen vandien. Vooral het achterovervallen van het paard is letterlijk levensgevaarlijk.
Wanneer je paard steigert, moet je van de teugels afblijven om te zorgen dat je paard zelf zijn evenwicht kan bewaren.
Je houdt je vast aan de manen of liever nog met je armen om de nek van je paard. Je geeft gewicht naar voren, zodat je paard eventueel terug geduwd wordt. Houd je hoofd daarbij aan de zijkant van de hals, want als je paard terugvalt kun je lelijk met je neus op de manenkam terecht komen.

Als je paard dreigt achterover te vallen, moet je zo snel mogelijk je paard zien te verlaten en weg van het paard. Zie onderste video.


Dit paard heeft er een gewoonte van gemaakt om uit onwil te gaan steigeren. Het corrigeren van een dergelijk paard moet je aan een "professional" overlaten, het is door een amateur niet te berijden.


De zichtbaar onervaren ruiter heeft een heel verkeerde reactie door aan de teugels te gaan hangen. Dit had fataal af kunnen lopen.
Deze ruiter had sowieso niet op dit paard moeten rijden, je kunt aan de reactie van het paard zien (en de wijze van aanbinden) dat het paard dit vaker doet.


Als een paard zich met een holle rug, volledig achterover gooit, moet je het paard direct naar de slacht brengen of als gezelschapsdier in de wei gebruiken. Nooit meer op rijden!
De man in de video heeft dgeluk gehad.


terug naar boven

Als je paard bokt ....

• blijf goed ademhalen
• voorwaarts rijden
• bij ongehoorzaamheid met een tik voorwaarts rijden
• hoofd van je paard hoog houden
• hoofd omhoog en zijwaarts trekken kan soms helpen
• zit vooral achterover en blijf vooruit kijken, maak je rug niet bol
• klem je niet vast met je dijen of knieën, houd druk op je beugels
• werk aan de juiste zithouding
Wanneer je in stoelzit of spreidzit rijdt, verlies je snel je balans.
Het optrekken van de hakken betekent dat je je met je knieën of dijen aan het paard vastklemt. Je rug wordt dan bol tijdens het bokken en je valt voorover. Nog een bok en je ligt eraf.


terug naar boven

Als je paard wegrent ....

Wanneer je paard weggaloppeert en niet meer reageert op de aanhoudende hulpen, stuur je hem op een grote volte. Sturen wil meestal nog wel, vooral als je deze actie zo snel mogelijk inzet. De volte ga je langzaam verkleinen. Je paard zal vanzelf terugkomen in draf.

Op een buitenrit breng je je paard in een zig-zaglijn. Eerst met vrij grote bogen, die je langzaam gaat verkleinen zodat je een scherpe zig-zaglijn rijdt. Je paard komt dan vanzelf terug in draf. Een tweede mogelijkheid is om je paard een bouwland op te sturen en de techniek van de kleiner wordende volte toe te passen. Op een kleiner worden volte stopt je paard ook vanzelf.
Er moet natuurlijk geen gewas op het bouwland staan in verband met schade voor de boer.
Indien echt noodzakelijk rem je je paard af met de noodrem: breng een teugel over de manenkam en fixeer je hand op de manenkam. Beweeg je andere hand naar boven. (Zeer pijnlijk voor je paard!).


terug naar boven

Voorkomen van steigeren

• niet aan de teugels trekken om aanleuning te verkrijgen of de snelheid te controleren

• rijd voorwaarts! Een paard hoeft niet te steigeren (en kan het ook niet echt) als hij zijn spanning in de voorwaartse bewegingen kwijt kan. Het is wel belangrijk dat je de voorwaarts drijvende hulpen nadrukkelijk, overtuigend, zonder angst en toch goed gedoseerd geeft en niet gelijktijdig aan de teugel trekt.

• wend af of breng je paard op de kleine volte als je voelt dat hij spanning op gaat bouwen.

• Heb je een conflictsituatie, ga dan niet vechten met je paard: je paard is altijd sterker. Wanneer je paard niet meer voorwaarts wil, breng je hem op een kleine volte. Afwenden wil je paard meestal wel. Als je paard weer ontspannen is, breng je hem geleidelijk weer richting de conflictsituatie. Neem de tijd en bewaar je rust!

• voordat het paard gaat steigeren is hij vaak minder voorwaarts, reageert slecht op het been, gooit het hoofd omhoog, wordt onrustig met de staart, wordt lichter op de voorhand en begint te "hobbelen". Je kunt het steigeren in deze beginfase proberen te voorkomen door:
1. Wanneer je je paard goed aan de kuit hebt, drijf je hem direct krachtig voorwaarts. Een voorwaarts paard kan niet steigeren.

2. neem de teugel niet te strak, vooral bij verhogen gang b.v. aangalopperen


3.Trek het hoofd van je paard naar één kant richting de achterhand. Neem daarvoor de teugel van de hals richting je knie. Zo raakt het paard dusdanig uit balans dat hij niet met zijn voorbenen omhoog kan gaan. Direct daarna geef je een krachtige impuls voorwaarts en brengt hem op een kleine volte. Houd je paard in beweging, benen die in beweging zijn kunnen niet steigeren. Het paard moet wel in staat zijn de overdreven zijwaarts aangevende teugel te volgen.


terug naar boven

Voorkomen van bokken

• neem de tijd en blijf rustig!

• rijd voorwaarts!

• niet aan de teugels trekken om aanleuning te verkrijgen of de snelheid te controleren

• wend af of breng je paard op de kleine volte als je voelt dat hij spanning op gaat bouwen.

• heb je een conflictsituatie, ga dan niet vechten met je paard: je paard is altijd sterker. Wanneer je paard niet meer voorwaarts wil, breng je hem op een kleine volte of je gaat afwenden. Afwenden wil je paard meestal wel. Als je paard weer ontspannen is, breng je hem geleidelijk weer richting de conflictsituatie.

• voordat het paard gaat bokken is hij vaak minder voorwaarts, reageert slecht op het been, maakt zijn rug bol, wordt zwaarder op de voorhand, wordt onrustig met zijn staart. Je kunt het bokken in deze beginfase proberen te voorkomen door:
- wanneer je je paard goed aan de kuit hebt, drijf je hem direct krachtig voorwaarts. Een voorwaarts paard kan minder makkelijk bokken.
- wend af of rijd een volte
- houd het hoofd van het paard omhoog. Voor bokken die moeilijk uit te zitten zijn, moet het paard eerst zijn hoofd tussen de benen brengen.

• wanneer je paard gevoelig is op de kuit gebruik je gedeeltelijk of geheel je stemhulp totdat je paard ontspannen is en je weer met kuitdruk je hulpen kunt geven.

longeer het paard eventueel voor de training om spanning kwijt te raken

• geef je paard veel vrije beweging zoals weidegang


terug naar boven

Voorkomen wegrennen

• blijf altijd rustig
• niet aan de teugels trekken om aanleuning te verkrijgen of de snelheid te controleren
• wend af of breng je paard op de kleine volte als je voelt dat hij spanning op gaat bouwen.
• wanneer je paard gevoelig is op de kuit gebruik je gedeeltelijk of geheel je stemhulp totdat je paard ontspannen is en je weer met kuitdruk je hulpen kunt geven.
longeer het paard eventueel voor de training om spanning kwijt te raken
• geef je paard veel vrije beweging zoals weidegang


terug naar boven

Mogelijke oorzaken steigeren/bokken/wegrennen

• fysieke problemen. Kijk of je paard nergens pijn heeft, vooral de rug en het gebit
• slecht passend harnachement
singeldwang
• te energierijke voeding
• verkeerde, vaak tegenstrijdige hulpen van de ruiter
• overvragen of te weinig vragen
• angst/onzekerheid van het paard
• verwarring/frustatie van het paard
• verzet van het paard door aangeleerd gedrag
kleven (niet weg willen van de stal of andere paarden)
• te veel energie/stalmoed
• hengstigheid
• verkeerde hulpen of zithouding ruiter


Fysieke problemen
Mogelijk heeft het paard ergens pijn, vooral de rug of het gebit, waardoor hij steigert, bokt of wegrent vanwege de pijn. Vergeet ook niet dat het wisselen van de tanden bij een jong paard, pijn kan veroorzaken. De oorzaken van pijn worden op deze pagina niet verder behandeld. Je moet deze oorzaken echter wel uitsluiten.

Harnachement
Een zadel dat niet past of een slechtpassend bit kunnen ook pijn veroorzaken met ongewenste acties als gevolg. Je dient te controleren of je harnachement voor elkaar is zodat je ook deze oorzaak kunt uitsluiten. Deze pagina behandeld deze oorzaken niet.
Zoek niet naar een oplossing door steeds van bit te veranderen. Bitten die scherper inwerken zijn voor deze paarden juist ongeschikt.
Singeldwang vraagt speciefieke oplossingen. Een bredere singel met een betere drukverdeling en een uiteinde van elastiek kan helpen. Trek de singel niet te strak.

Voeding
Geef je paard minder energierijk voer (b.v. minder krachtvoer). Wanneer je al geen krachtvoer geeft, kun je eens natuurhooi of graszaadhooi proberen. Let er dan wel op dat je paard voldoende voedingselementen binnenkrijgt.
Zie: Voeding

Hengstigheid
De de buik- en rugspieren kunnen gespannen zijn zodat iedere kuitdruk of gevraagde buiging kan irriteren. Als een merrie hengstig is kunnen de eierstokken pijn veroorzaken wat de voorgaande problemen verergert. Er zijn voedingssupplementen verkrijgbaar om ontspanning te brengen, maar de werking ervan is omstreden.


terug naar boven

Oplossingen algemeen

• neem de tijd en heb geduld!
• analyseer de oorzaak van het ongewenste gedrag
• rijd voorwaarts en houd bij bokproblemen het hoofd omhoog
Voor bokken die moeilijk uit te zitten zijn, moet het paard eerst zijn hoofd tussen de benen brengen.
• rijd met een ontspannen, gevende teugel. Niet te verwarren met een losse teugel, je houdt altijd een licht contact.
• besteed veel tijd aan het doelmatig losrijden (niet te verwarren met moe maken)
• rijd met veel afwisseling. Maak een sprongetje, doe cavalettiwerk en veel afwisselende rijbaanfiguren tijdens de training. Houd je paard bezig!
• gebruik je stem als hulp i.p.v. je kuit
• wend af, rijd voltes of rijd je paard resoluut naar voren (de laatste niet bij een paard dat wegrent) als hij tekenen van verzet toont
• werk conflictvermijdend maar geef niet toe. Bereik je doel langs de weg van de geleidelijkhied.
longeer het paard eventueel voor de training om spanning kwijt te raken
• geef je paard veel vrije beweging zoals weidegang
• doe veel werk aan de hand
• ben jij de juiste persoon om het probleemgedrag te lossen?


Tegenstrijdige hulpen
Bekijk kritisch hoe je de hulpen geeft. Wanneer je je paard voorwaarts trapt en tegelijk remt met de teugels, leidt dit vaak tot bokken, steigeren of wegrennen.

Analyseer de oorzaak
Observeer goed op welk moment het gedrag naar voren komt en ga zoeken naar een aanleiding. Is het bij een specifieke overgang of oefening, of komt het gedrag naar voren als je paard bijvoorbeeld in een spannende situatie komt? Is je paard beter als hij alleen is, of helpt het hem als hij een "vriendje" in de rijhal aanwezig is? Allemaal zaken die je moet afwegen om te weten welke training het best past.

De bolle kant
Begrijp dat een groen paard dat nog niet rechtgericht is, moeilijkheden heeft om zijn rondje te lopen aan de "slechte" kant, zowel met longeren als op de hoefslag in een rijbak. Vermijd het diep inrijden van hoeken waardoor je een scherpe wending van je paard vraagt, vooral aan zijn moeilijke kant. Ook het aangalopperen aan zijn moeilijke kant levert vaak moeilijkheden op (vooral bokken) omdat je paard nog niet de juiste buiging kan vinden en zijn benen nog niet kan coõrdineren om in de juiste galop aan te springen.

Ongewenst gedrag tijdens longeren
Bij het longeren gaat het vaak al mis omdat de mensen die aan de slag zijn met het paard geen besef hebben van de invloed van hun eigen positie. Ze staan teveel op de middenas van het paard waardoor ze zonder het te weten het paard naar buiten drijven of zelfs stoppen. Dit is de natuurlijke reactie van het paard op deze positie. Wanneer je dan met de zweep activiteit verlangt en je lichaam vertelt je paard te stoppen, zullen deze tegenstrijdige hulpen het paard dusdanig verwarren dat het bokt, steigert of gaat uitbreken en rennen. Let er dus op dat je je in een drijvende positie bevindt en dat je energie brengt naar de achterhand van het paard.
Wees zuinig met de bewegingen van de zweep. Het heftig zwaaien om je paard voorwaarts te houden, laat het paard eveneens heftig reageren uit irritatie.


Werk aan de hand
Het gehoorzaam zijn aan de hand is één van de belangrijkste voorwaarden voor de medewerking van het paard onder de ruiter. Je paard moet opgevoed zijn! Tijdens het poetsen moet hij blijven staan. In de stal en tijdens het voeren hoort je paard zich op jou te concentreren en jouw signalen waar te nemen en daarop te reageren. Hij mag niet zelf zijn weg bepalen in jouw aanwezigheid. Met gericht bodemwerk kun je hem dat leren.
Je paard moet op commando voorwaarts gaan, halt houden, achterwaarts gaan als reactie op jouw lichaamstaal. Als hij daar niet naar luistert, moet je hem heropvoeden met kleine tikjes van een dressuurzweep, die je daartoe in de linkerhand neemt en die je achter je lichaam langs kunt inzetten op de achterhand van je paard als hij niet meeloopt.
Rent hij langs je heen, neem je de zweep in je rechterhand en geeft hem een tikje op de borst. Net zoals een leidende merrie een ander paard achter zich houdt door naar de borst te happen.
Heropvoeden vraagt veel geduld, verwacht geen snel resultaat. Blijf echter zeer consequent vragen om gehoorzaamheid.


terug naar boven

Spanning/angst/onzekerheid

Spanning kun je zoveel mogelijk voorkomen door:

rust
Zorg voor een rustige rijomgeving, blijf zelf vooral rustig en geef je hulpen gedoceerd.
Ga voorlopig niet rijden in een onrustige groep paarden of meegalopperen in de groep. Een ouder paard daarentegen kan juist weer voor veel rust en zekerheid zorgen tijdens je training.

onzekerheid te voorkomen
Onzekerheid brengt spanning.
• Nieuwe oefeningen gelijkmatig bijbrengen. Eerst aan de hand, achtereenvolgens in stap, draf en galop onder de ruiter.
• Je paard geleidelijk leren omgaan met vreemde voorwerpen of een vreemde omgeving.

doelmatig losrijden
• Rijd je paard direkt actief voorwaarts.
• Rijd veel voorwaarts-neerwaarts.
• Rijd afwisselend, veel overgangen, voltes gebroken lijn enz.
• Begin geleidelijk met buigingsarbeid, zoals schouder-voor, schouderbinnenwaarts, renvers.
• Bereik de aanleuning door oefeningen te rijden en vooral niet door te trekken. Controleer het tempo met je zit of door hem af te remmen met een wending of een volte, ga niet trekken.

• Zorg dat je paard geconcentreerd blijft op jouw hulpen en geen tijd heeft om aan verzet te denken. Laat hem bewegen, houd hem aan het werk.
• Het doelmatig losrijden moet er tevens voor zorgen dat je de spieren gelijkmatig oprekt zodat de buiging die je vraagt geen pijnreactie veroorzaakt.


Training van onzekerheid
Een onzeker bijrd is angstig en een angstig paard is onzeker. Laat je paard heel geleidelijk aan allerlei "enge" dingen wennen. Leg veel verschillende objecten in de oefenruimte of zet vaak wat langs de kant.
Leid je paard eerst aan de hand langs het obstakel en laat hem kijken en ruiken. Pas dan stijg je op en herhaal je het kijken en ruiken. Als je gaat trainen en je paard durft er toch nog niet langs, ga hem dan niet dwingen. Dwang in een gespannen situatie veroorzaakt probleemgedrag. Je gaat gewoon trainen en rijdt ruim langs het obstakel. Ieder rondje, terwijl je je oefeningen doet, ga je langzaam dichter langs het obstakel rijden. Uiteindelijk zal je paard er gewoon langs gaan. Laat het object net zo lang staan totdat je paard er in de volgende training direct ongestoord langsrijdt. Dan begin je met een nieuw object en herhaal je de volgende keer het vorige object. Enzovoort.

Kom je toch in een onzekere situatie?
Onzekere situaties kun je niet altijd vermijden. Dwing je paard niet, benader de oorzaak van de angst nooit frontaal maar rijd er langs op gepaste afstand. Rijd hem met de stelling van het voorwerp af. Als het voorwerp rechts staat, neem jij stelling naar links. Een paard in stelling kan moeilijk steigeren.
Mocht dit alles toch te moeilijk worden, vermijd dan het conflict, stap af en leidt je paard aan een loshangende teugel (of touwtje) erlangs. Als jij voor je paard loopt, neem je een hoop onzekerheid en angst weg. De losse teugel zorgt ervoor dat het paard geen dwang ervaart en als hij toch mocht steigeren, lig jij er niet onder.
Als het enigzins mogelijk is, ga je altijd die weg die je wenste te gaan. Geef niet toe, al duurt het de hele dag. Neem de tijd en rust en vertrouw op je eigen kwaliteiten.


terug naar boven

Problemen met de kuithulpen

Je paard kan extreem gevoelig zijn voor de kuithulpen vooral in de overgangen. Leer hem in alle rust te wennen aan deze hulpen.
Aan de longeerlijn kun je je paard leren te reageren op je stemhulp, zodat hij op commando kan aandraven, aangalopperen en versnellen. Vervolgens gebruik je deze commandos tijdens het rijden en je laat de kuitdruk zoveel mogelijk afwezig.
Steek je benen niet af, maar laat je kuiten rustig aan het paardenlichaam liggen. Juist die aanligging zorgt voor zekerheid voor je paard.
Wanneer je paard de overgangen maakt zonder te bokken geef je een stemhulp met vlak erna een beetje druk van de kuit. Je stemhulp waarschuwt je paard dat er een kuithulp gaat komen zodat hij zich erop kan voorbereiden. De stemhulp moet uiteindelijk vervangen worden door een halve ophouding.


terug naar boven

Overvragen of te weinig vragen

Overvragen
Te veel buiging
Wanneer je te veel buiging verwacht, kom je aan de spieren van je paard. Dit kan het paard als onaangenaam ervaren wat kan ontaarden in verzet. Vooral de stelling en buiging naar de "bolle kant" van je paard leveren snel spanning en problemen op.
- Redenen van verzet bij buiging:
• te scherpe wending in relatie tot het trainingsniveau van je paard.
• het vermeerderd aanleggen van je binnenbeen om de wending te rijden.
• balansverlies van je paard.
oplossingen
Rijd niet zo diep de hoeken in en maak de wending niet te scherp. Vooral aan het begin van je training. Je vraagt dan minder buiging, hebt minder binnenbeen nodig en je paard kan zijn balans makkelijker vinden.

Te veel strekken
Wanneer je paard zich bedoeld of onbedoeld teveel moet strekken kom je aan zijn rugspieren wat het paard als onaangenaam kan ervaren met verzet als gevolg. Vooral bij cavalettiwerk en springen komt dit veel voor.
oplossingen
Laat je paard langzaam wennen aan cavaletti en of een sprongetje. Doe dit bijvoorbeeld door je paard vrij te laten springen of cavaletti-oefeningen aan de longeerlijn. Je paard kan dan eerst zijn balans vinden zonder ruiter op zijn rug en hij leert de bedoeling van de opgaves wat hem meer zekerheid geeft.

Mentaal overvragen
Ook mentaal kun je je paard overvragen. Wanneer je je paard iets nieuws aan wilt leren waar hij nog niet aan toe is, raakt je paard verward en gefrustreerd. Deze verwarring kan voor spanning zorgen.
Begin aan een nieuwe oefening wanneer je paard volledig losgereden en ontspannen is. Niet te verwarren met een moe paard. Een moe of een gespannen paard is namelijk minder scherp aan de hulpen en daardoor niet geschikt om een nieuwe oefening te leren.
Wanneer je paard spanning opbouwt, wat zich kan ontladen in ongewenst gedrag, ga je weer , voor het paard bekende en ontspannende oefeningen rijden voordat je opnieuw aan een nieuwe opgave begint die bij het niveau van je paard past.
Het aan de hand leren van een nieuwe oefening is een goede voorbereiding voor een paard dat snel onzeker wordt. Daarna doe je onder de man achtereenvolgens de oefening in stap, draf en galop.


Te weinig vragen
Als je je paard maar een beetje rond rijdt, zonder gerichte oefeningen, gaat hij zijn omgeving bekijken waardoor een normaal altijd aanwezig "iets" ineens een onneembaar obstakel lijkt te zijn en je paard verzet kan tonen. Hou je paard aan het werk en laat hij zich concentreren op jou en wat jij vraagt. Rijd hem goed voorwaarts en rijd veel figuren, overgangen tempowisselingen. Een bijkomend voordeel is dat een goed voorwaarts paard vrijwel niet kan steigeren en moeilijk kan bokken.


terug naar boven

Verwarring en frustratie

Dit probleem kun je vermijden door duidelijk te zijn met je hulpen. Geef je paard vooraf aan iedere oefening en overgang een halve ophouding zodat hij zich kan voorbereiden en je je paard niet overvalt met je hulpen.

Leer je paard kennen en begrijpen. Als je een eenvoudige galopwissel wilt leren en je paard springt steeds voor je uit in de verkeerde galop, begrijpt hij niet dat hij iets verkeerd doet. Hij doet zo zijn best om met je mee te denken en wordt daarvoor afgestraft. Daar kan je paard bijzonder gefrustreerd van raken.
Breng daarom veel afwisseling in je oefeningen zodat je paard leert te wachten op jouw hulpen.


terug naar boven

Verzet en aangeleerd gedrag

Verzet van je paard is meestal aangeleerd gedrag. Veelal wordt het paard onbedoeld beloond als hij bokt en de ruiter geeft op of vind het wel leuk.
Voorkomen van ongewenst gedrag is altijd beter, zodat je zelf ook geen angst ontwikkelt. Voel de spanning aankomen en ontwijk het conflict, dan blijf jij de leiding houden. Vergeet echter nooit waar je mee bezig was en herhaal de oefening wanneer je paard weer ontspannen is. Probeer je paard niet te dwingen maar bereik je doel langs de weg van de geleidelijkheid.
Een paard wordt ook onwillig als er een te moeilijke oefening van hem wordt gevraagd of wanneer je een oefening vraagt terwijl je hem daarvoor nog niet voldoende hebt losgereden. Weet wat je vraagt van je paard en voorkom dat je iets vraagt waarvan je van tevoren weet dat het toch niets wordt.

ongewenst gedrag uit verzet is het moeilijkst op te lossen. Je kunt proberen om helemaal opnieuw te beginnen met je training en daarbij zoveel mogelijk het gedrag zien te voorkomen zodat je paard deze vormen van verzet vergeet. Breng veel afwisseling in je trainingen, maak eens een sprongetje of cavalettiwerk. Een buitenrit is vaak ook een welkome afwisseling. Maak plezier samen. Als jij plezier hebt, vindt je paard het vaak ook leuk.


terug naar boven

Koppig karakter

In zeldzame gevallen zijn er paarden die, op grond van een weinig mensvriendelijk of een zeer moeilijk karakter, het verzet tot doel verheven hebben. En slechts zulke specifieke uitzonderingen rechtvaardigen een harde aanpak vanwege de veiligheid van mens en dier. Bestaat er echter ook maar de geringste twijfel of niet één of andere onbekende pijn of ruiterfout de oorzaak kan zijn van het ongewenste gedrag, moet er vanuit het oogpunt van het dierenwelzijn verder onderzoek gepleegd worden en ook daarnaar gehandeld worden.


terug naar boven

Op het hoofd slaan bij steigeren

Andere methoden om het paard het steigeren af te leren, is om hem op het moment van steigeren met een limonadefles op het hoofd te slaan. Eventueel vol. Het achtereind van de zweep of i.d. wordt ook wel gebruikt.
Ook komt het voor dat mensen een ei op het hoofd kapot slaan of een fles met inhoud zodat de inhoud over het hoofd van het paard vloeit. Het paard zou dat associëren met bloed. Uit angst en lijfsbehoud zou het steigeren dan stoppen.

Niet alleen is de methode zeer paard-onvriendelijk, maar ook de effecten ervan zijn omstreden. Het leert het paard slechts angst voor de ruiter. Je paard op het hoofd slaan terwijl je in de training juist bezig bent om een vertrouwensband op te bouwen, doet een heleboel werk teniet.


terug naar boven

Dressuuroefeningen in zakformaat
dressuurboekje
Wil je verschillende dressuuroefeningen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............

Hulpen dressuur in zakformaat
hulpenboekje
Tekeningen in kleur met schematische weergave van de hulpen met korte beschrijvingen.
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer .....

Springoefeningen in zakformaat
springboekje
Wil je verschillende springoefeningen en enkele parcoursschetsen in een handig boekje?
Een leuk geschenk voor jezelf, je vriend(in) of familielid.

Lees meer ............


terug naar boven