Begrip | Uitleg | Info |
balans |
De overeenstemming van de zwaartepunten van ruiter en paard.
|
|
barrage |
Wanneer twee of meer combinaties bij een springwedstrijd gelijk ge�indigd zijn, wordt er een beslissende ronde gereden. Er zijn verschillende mogelijkheden om een beslissing af te dwingen, b.v. wie het snelste een rondje kan rijden (barrage op tijd) of wie de beste stijl heeft tijdens een extra ronde (barrage op stijl). Bij een barrage is een foutloze ronde de eerste bepalende factor en bij gelijke stand speelt de tijd of stijl een doorslaggevende rol. Heb je een fout gemaakt in de barrage gaat een foutloos parcours in de klassering voor een sneller/betere stijl parcours.
|
|
barreren |
Zodra het paard zich heeft afgezet om een hindernis te springen wordt de bovenste balk (of een ijzeren stang) opgetild. Het paard raakt dan de balk of stang en wordt gestimuleerd om breder en hoger te gaan springen. Het barreren is verboden.
|
|
(aan het) been |
Het direct en actief reageren op een lichte druk van de kuit(en).
|
|
begrenzende buitenteugel |
Het aanhouden van de buitenteugel bij stelling of buiging van het paard om te voorkomen dat het paard over de buitenschouder wegvalt.
|
info |
begrenzende kuit |
De kuit iets achter de singel aanleggen om te voorkomen dat de achterhand van het spoor afwijkt.
|
info |
behang |
Sterke beharing van het onderbeen.
|
|
beleren |
Een paard dat nog niet is bereden, leren het ruitergewicht te dragen en de basisgangen uit te voeren.
|
|
berg-op rijden | De achterbenen worden onder of voorbij het zwaartepunt van het paard gereden. De voorhand wordt daardoor lichter, het paard lijkt zich op te richten en de achterhand wordt lager. |
|
beslag |
Het hoefijzer of kunststof dat onder de hoef is aangebracht.
|
|
bijzetten |
Een hulpteugel of touwtjes aanbrengen die het paard in een bepaalde houding dwingen. Een bijzetteugel is een directe verbinding tussen de singel en het bit, vaak met een elastische rubberen ring ertussen. De inwerking is afhankelijk van hoe hoog de bijzetteugel aan de singel wordt vastgemaakt.
|
info |
binnenbeen |
De binnenzijde tijdens het rijden is altijd de kant waarnaar het paard gebogen is. Als het paard om het rechterbeen wordt gebogen is de rechterzijde de binnenzijde. Rijd je op de rechterhand in de contragalop, dan is de linkerzijde de binnenzijde.(ook al is de binnenzijde van de rijbaan aan de rechterzijde). Het binnenbeen is het been aan de binnenzijde van het paard.
|
|
binnenzijde |
De binnenzijde tijdens het rijden is altijd de kant waarnaar het paard gebogen is. Als het paard om het rechterbeen wordt gebogen is de rechterzijde de binnenzijde. Rijd je op de rechterhand in de contragalop, dan is de linkerzijde de binnenzijde.(ook al is de binnenzijde van de rijbaan aan de rechterzijde).
|
|
bolle zijde paard |
Elk paard heeft een natuurlijke scheefheid. De bolle zijde is de kant waar de spieren het langst zijn.
|
|
buiging |
De wervelkolom van het paard is zijdelings gebogen. De buiging is fysiek beperkt. Buiging + stelling = lengtebuiging.
|
info |
buitenbeen |
Het buitenbeen is het been aan de buitenzijde van het paard.
|
|
buitenteugel |
De buitenteugel is de teugel aan de buitenzijde van het paard.
|
|
aan buitenteugel rijden |
In wendingen, voltes en buiging het paard met het binnenbeen naar buiten drukken zodat er meer druk op de buitenteugel ontstaat. O.a. de aanleuning en lengtebuiging kunnen dan bepaald worden door de buitenteugel.
|
|
buitenzijde |
De buitenzijde tijdens het rijden is altijd de kant waarnaar het paard niet gebogen is. Als het paard om het rechterbeen wordt gebogen is de linkerzijde de buitenzijde. Rijd je op de rechterhand in de contragalop, dan is de rechterzijde de buitenzijde.(ook al is de binnenzijde van de rijbaan aan de rechterzijde).
|
|